Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Kritiek, commentaar en kots.

DSCF5323In 2010 werd John Bindels door the Wine & Food association geprezen om zijn kritische blik op de wijnwereld. Jan van Lissum kende hem de ‘Oeuvreprijs voor de Nederlandse wijnjournalistiek’ toe als waardering voor zijn eigenzinnige en puntig tot scherp observerende vermogen als onafhankelijke columnist.

Het was de bedoeling om er een estafette-prijs van te maken voor ‘spraakmakende prestaties van wijncolumnisten en wijnschrijvers met een eigen, kritischeDSC_0100 visie op de wijnwereld en een herkenbare schrijfstijl’. Al snel bleek het aantal Nederlandse schrijvers dat voor deze prijs in aanmerking komt, zeer gering. Zo kon Bindels al in 2011 geen kandidaten vinden die aan de criteria voldeden en bleek hij in 2012 alleen in Harold Hamersma een persoon te herkennen die zich, door zijn schrijfstijl, humor, bijdrage aan de taalvernieuwing en kritisch observatievermogen, kandidaat voor deze oeuvreprijs betoonde.

botrNa die toekenning is het opvallend stil gebleven rond de oeuvreprijs, wat aangeeft dat er in Nederland bitter weinig echt kritische journalisten, columnisten, bloggers of wijnschrijver s zijn. Gelukkig wordt de prijs niet automatisch jaarlijks toegekend, maar uitsluitend ‘in het jaar dat een geschikte kandidaat zich aandient’. Net als bij de verkiezing ‘wijnkoper, wijnwebshop of winebar van het jaar’ is de spoeling immers al heel snel zo dun, dat er misschien wel sprake is van ‘the best of the rest ‘, maar nauwelijks van een reëel onderscheidend vermogen.

Ik ben dan ook benieuwd of Bindels, Hamersma en/of the Wine & Food association theWineandFood-Logovoor 2014 wel een geschikte kandidaat kunnen vinden. Ik hoop het van harte, want hoewel John en ik niet altijd op dezelfde golflengte zitten, moet gezegd worden dat hij inderdaad één van de weinige mensen is, die niet meteen gebukt gaat staan als er met een zak geld, uitnodiging voor een gratis lunch of wellustige bos hout gezwaaid wordt. Ik heb hem soms beticht van azijnzeiken, maar bewonder over het mmalgemeen de wijze waarop hij genadeloos de pijnpunten in de wijnwereld weet te raken. Qua gevoel evenaren zijn columns de zenuwslopende scene uit the Marathonman, maar dan met de beste bedoelingen: het aan de kaak stellen van rottende misstanden.

Deze dagen staan weer in het teken van gidsen met de fijnste restaurants, de lekkerste wlwijnen, de bovenste beste bubbels, de invloedrijkste (moet dat niet ‘meest invloedrijke’ zijn?) mensen, de wondere wereld van wijn-spijs, geregistreerde titels en ander feestelijk culinair of vineus vermaak. Begrijpelijk gezien de commerciële belangen, maar jammer genoeg neigt de inhoud ervan me vaak tot braken.

Vooral de ‘zesjes mentaliteit’ komt me de keel uit. Kritiekloos wordt Top100_2014_430middelmatigheid geprezen, niet zelden beschreven door zogenaamde professionals die, wat mij betreft, beter een ander vak hadden kunnen kiezen. Journalisten en geestverwanten hebben immers de taak het kaf van het koren te scheiden. Ze dienen mensen te informeren en te leren wat werkelijk belangrijk en beter is. Het schaamteloos publiceren (copy / paste) van advertentieteksten is het werk van reclamebureaus.

Tenenkrommend moet ik lezen hoe de consument wordt wijsgemaakt dat een Cava een Spaanse Champagne is, Lambrusco een minderwaardig product en altijd volgens de charmat methode gemaakt wordt, een goede Sangiovese een wijn is met het karakter van een lambrusco metodo classicocabernet, dat je in 8 dagen wijnexpert kunt worden, dat Montepulciano een wijn is, de wijnen van die meneer met die snor zo slecht nog niet zijn, dat een Beaujolais Primeur een aanwinst is voor een driesterrenzaak, dat een Cirò wordt aanbevolen zonder de producent te noemen, dat mousserende wijnen er zijn om je haar mee te wassen, Arrogant Frog een goed voorbeeld is van een mono-cépage en nog veel meer.

jjCommerciële popie-jopie-meuk wordt in Jip-en-Janneke taal gepromoot. Serieus taalgebruik lijkt verboden, het moet trendy, catchy en een minimale opvoedkundige waarde hebben. Ook verschillende, vooral zichzelf respecterende, professionele organisaties maken er een potje van. Kijk bijvoorbeeld eens naar vrijwel alle concoursen waar minimaal 1/3 tot zelfs de Ñhelft van alle ingezonden wijnen een oorkonde krijgt. Wie wel eens heeft meegedaan aan dit soort festijnen, weet dat het merendeel van de wijnen hooguit correct en niet zelden matig tot slecht is. Middelmaat wordt echter beloond. De manager van een groot wijnbedrijf moest onlangs met het schaamrood op zijn lippen toegeven: “Het gaat er niet om een goede of de beste wijnen te maken, maar een wijn die verkoopt”.

Typiciteit, karakter en kwaliteit worden steeds minder belangrijk. Smaakvervlakking heerst, kijk maar naar de meest geprezen wijnen op de populairste sites of in dikke gidsen. De commercie denkt: “Hou de massa dom en vul je zakken” en noemt het marketing‘marketing’. Volksverlakkerij is echter een beter woord. Waar zijn de mensen die enig tegenspel bieden? Niemand attendeert de vaak onschuldige consument op het feit dat een 8 of een 9 op een schaal van 10, uitsluitend is voorbehouden aan een relatief kleine groep écht goede wijnen. Van journalistieke kritiek is niet of nauwelijks sprake. De angst om niet meer uitgenodigd te worden, geen inzendingen te krijgen, onvoldoende pagina’s te kunnen vullen of geen advertenties meer te kunnen verkopen overheerst.

Formeel is John Bindels (al lang) met pensioen, maar misschien moeten we hem toch maar integriteitbewegen om nog even door te gaan met zijn eigenzinnige en puntig tot scherp observerende vermogen als onafhankelijke columnist. Iemand moet toch de integriteit in de wijnwereld beschermen?

Spread the word