Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

JurylidMember of the jury

Deelnemen aan een jury bij een internationale wijncompetitie, vergt de juiste contacten en/of erkende en gewaardeerde kennis en ervaring en heel veel geduld. Wachten is immers inherent aan het lot van een jurylid.
 
We wachten op de uitnodiging, het programma, het vliegtuig, het vervoer naar het hotel, tijdens het verzamelen in de hotellobby, de bus naar het proeflokaal, op laatkomers, tot iedereen eindelijk zit, op de instructies van de voorzitter, de eerste wijnen, op de juryleden die graag een tweede fles willen proeven, op juryleden die tegen de dringende verzoeken in toch dringend moeten telefoneren, de volgende wijn, de pauze, tevergeefs op een signaal van boven dat het nu sneller gaat, op nieuwe glazen, op juryleden die hun proefformulieren opnieuw moeten invullen op last van de notaris, het begin van de tweede sessie, de speech van de voorzitter, de vertaling van de speech van de voorzitter, het rituele karafferen van oudere wijnen, de controle van formulieren, om daarna wederom te wachten op de bus, de notoire laatkomers en de lunch. Daarna wachten we uiteraard tijdens hetzelfde ritueel in de middag, om daarna plichtgetrouw te wachten op plichtplegingen in de avond. Wanklanken van James Last en vergelijkbare non-muziek op de achter- en soms voorgrond maakt het wachten schier ondraaglijk en vergt het uiterste van je geduld.

Maar we proeven ook allerlei wijnen, herkennen collega’s, maken kennis met nieuwe schrijvers, wijnboeren, oenologen en onvermijdelijke PR-bunnies. We verblijven meestal in prima hotels, vaak in mooie omgevingen en nemen deel aan talloze lunches en diners, soms slechte, soms zeer aangename. Additionele programma’s zijn niet zelden de moeite waard en het feit dat je in allerlei delen van de wereld komt, maakt de serieuze investering in tijd meestal de moeite waard. Soms krijgen we een leuk aandenken en af en toe laat het programma zelfs toe om te genieten van van vrije tijd en de omgeving. Al met al blijft het nog altijd werk, maar wel erg leuk werk.

De afgelopen week was ik uitgenodigd om deel te nemen aan de Internationale Wijncompetitie van de Vinitaly, de grootse wijnbeurs ter wereld. Eerdere edities vonden altijd plaats direct voor de beursdagen in april, maar dit jaar was gekozen voor november. De reden is vanzelfsprekend een commerciële. Producenten kunnen hun onderscheiden wijnen nu langer promoten, van groot belang met de belangrijke decembermaand in het vooruitzicht. Het verschuiven van de competitie mag dan commercieel goed lijken, maar goed voor de consument is het naar mijn mening niet.

Nu proeven we wijnen (zoals Prosecco, simpel wit, Lambrusco of rosé die al naar de laatste fase van hun doorgaans 1-jarige levenscyclus gaan. Hun zo gewaardeerde onstuimige, jeugdige fruit zijn ze aan het afleggen en tegen de tijd dat hun diploma’s op de Vinitaly worden getoond, zijn de jaargangen al ingehaald door een nieuwe. Reden genoeg om de beslissing nog eens tegen het licht te houden lijkt me.

Ook opvallend was het relatief beperkte aantal ingestuurde wijnen. Slechts 2300, een fractie van het aantal wijnen dat tijdens de Vinitaly wordt gepresenteerd. Wellicht sluit het aan op een ontwikkeling die we ook in Nederland zien. Ook bij ons is een duidelijke teruggang te constateren in het aantal wijnen dat wordt ingestuurd voor proeverijen, gidsen en concoursen. Een afname van 25% lijkt geen uitzondering.

Het zijn volgens mij indicaties dat de toegevoegde waarde en het bestaansrecht van dergelijke competities onder druk staan. Er is een overvloed aan proeverijen, gidsen en competities en de meeste ontbreekt het aan inhoud of een specifiek doel. Ervaring leert dat goede producenten dergelijke concoursen niet echt nodig hebben. Het zou fijn zijn als ze meededen, maar meestal hebben ze hun naam al gevestigd en op andere wijzen aangetoond goede wijnen te produceren. Voor de grote merken lijken concoursen echter een soort noodzaak om zich te kunnen profileren. Die behoefte leeft natuurlijk ook in nieuwe, minder bekende wijnlanden en streken, hetgeen wordt bevestigd door een onevenredig grote aanwezigheid van landen als Turkije, San Marino, Israël, Azerbeidjaan, Mexico etc. Maar goed, ook wijnen uit deze landen kunnen goed zijn en verdienen serieuze aandacht.

Serieuze aandacht is echter een relatief begrip tijdens veel competities, want wie proever er? Gerenommeerde schrijvers, zo stelt het officiële communiqué. Maar wie met collega’s praat en niet zelden een gebrek aan kennis en ervaring ziet, mag zich best zorgen maken over een goed oordeel. Wie niet bekend is met de specifieke kenmerken van Lambrusco, Nebbiolo, Lacrima di Morro d’Alba en talloze autochtone druivensoorten uit bijvoorbeeld Bulgarije, Hongarije, Macedonië etc. heeft eigenlijk niks te zoeken op een internationaal concours. Je ziet diverse juryleden worstelen met beoordelingen en dat mag niet de bedoeling zijn. Onlangs schreef een Nederlandse wijnschrijver dat zijn beoordelingen van een olijfolie met een korreltje zout genomen moeten worden. Zijn beoordelingen over amarones eerder dit jaar tonen aan dat hij dat niet voor niets zegt. Hij had inderdaad beter bij zijn Franse leest kunnen blijven zoals een Indiase en een Tsjechische collega beter eerst nog wat persreisjes door Italië hadden kunnen doen voor ze zitting namen in deze jury. Een ervaren Israëlische collega verwoordde het deze week als volgt. “Ach, je moet het zo zien. Of ze nu gewaardeerd worden of niet, of de competitie en de wijnen nu goed zijn of niet, schrijvers uit Japan, Brazilië, de Maleisië, Vietnam, de VS, Tsjechië etc. zijn er altijd blij mee. Ze zijn er even uit, mogen gratis naar Verona, Aïda bijwonen en kosteloos volop eten en drinken. Ze willen graag terugkomen, dus slikken ze alles en blijven uiterst vriendelijk met hun scores”.

Maar er zitten niet alleen wijnschrijvers, bloggers en zelfs een enkele echte (en dus afgestudeerde) journalist in de jury. Ook oenologen maken deel uit van het proefpanel. Ik sluit echter niet uit dat zij vanuit een ander perspectief proeven. Zij herkennen het mooie gebruik van geselecteerde gistsoorten, een gebrek aan zuren dat fraai is gecompenseerd met aanzuren, de uitstekende wijze waarop een wijn is gestabiliseerd met Arabische gom, hoe een maximale kleur is geëxtraheerd of hoe zorgvuldig de dosering eikenaroma’s d.m.v. staven of chips is gerealiseerd. Voor hen wellicht extra punten waardig, mij juist redenen om de wijn af te waarderen. Soms lopen de meningen daarom enorm uiteen. Een goed beoordelingssysteem is daarom handig. 
 
Het moet gezegd worden, de methodiek die Veronafiere gekozen heeft voor hun competitie, maakt het de proevers niet gemakkelijk. Basis is de systematiek die het O.I.V. (Organisation International de la Vigne et du Vin) heeft ontwikkeld in samenwerking met de U.I.Oe. (Union Internationale des Oenologues). Het proefformulier waarmee gewerkt wordt is nodeloos ingewikkeld en sluit niet aan op de hedendaagse manier van wijn beoordelen. Hoewel er een bekend 100 punten systeem wordt gebruikt, mist de invulling ervan de aansluiting met de huidige realiteit. Ken je aan elk onderdeel de punten toe die bij de beoordeling ‘goed’ horen, dan eindigt de wijn op 70 punten. Bij de beoordeling ‘correct’ is het nog erger. Het aantal punten is dan 58. Allebei internationaal een slechte en onverkoopbare score voor een wijn waaraan in principe niks mankeert of zelfs ‘goed’ is. Dit staat nog los van mijn mening dat elke puntenbeoordeling zinloos is. Punten wekken de schijn dat het beoordelen van wijn een exacte wetenschap is. Mensen proeven wijn en dus is het altijd een subjectieve beoordeling. Het toekennen van punten aan wijn is volgens mij per definitie een heilloze schijnvertoning.

Genoeg verschillen van inzicht dus en ook tijdens dit concours allerlei discussies tussen de juryleden. Er werd bijvoorbeeld gesproken over het nut en de noodzaak van een uiterst uitgebreide beoordeling van de kleur. Wat is er immers allemaal te zeggen over de kleur een jonge witte wijn opgevoed in rvs? Daarnaast genoeg misverstanden over gebruikte begrippen als ‘genuine’ en verbazing tot zelfs irritatie over het ontbreken van informatie over herkomst, samenstelling en prijs. Het ontbreken van dergelijke gegevens maakt een verantwoorde reële beoordeling lastig. Tenslotte worden extreme scores uitgeschakeld, enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds een gemiste kans, omdat ze juist specifieke meningen kunnen benadrukken en voor waardevolle discussies kunnen zorgen. Genoeg redenen dus om aan te nemen dat het systeem in zijn huidige vorm niet meer van deze tijd is.

Federico Castellucci, president van de OIV gaf ruiterlijk toe dat de systematiek aan een renovatie toe is. Er ligt al enige tijd een nieuw proefformulier klaar, maar intern heerst nog verdeeldheid. Een deel van de oude garde houdt nog krampachtig vast aan het verouderde vorm zonder fantasie of emotie en daarmee niets van wat wijn zou moeten uitstralen.

Het lijkt me beter om te stoppen met een schijnbaar objectief puntensysteem en over te gaan op een open discussie die verschillende meningen weergeeft en ingaat op aspecten die voor de consument belangrijk zijn. De stijl van de wijn bijvoorbeeld, z’n prijs en inzetbaarheid. Misschien dat het tijd wordt voor een nieuwe generatie bestuursleden en heel misschien wel voor vrouwelijke? Kunnen we ook meteen bespreken of notarieel toezicht op de competitie wel nodig is.

Ook de manier waarop geproefd wordt mag best eens besproken worden. Een groot aantal proevers klaagde over de uiterst trage wijze waarop geproefd wordt. De organisatie gaat er van uit dat je maar 10 wijnen per sessie kunt proeven en maximaal 2 sessies achter elkaar. De wijnen worden individueel beoordeeld, niet naast elkaar, niet met elkaar en dus steeds 1 voor 1 ingeschonken. Het resultaat is dat de juryleden steeds weer moeten wachten en met het verstrijken van de tijd zie je de onrust toenemen. Er worden foto’s gemaakt, sanitaire stops gemaakt, er wordt getwitterd, facebook wordt bijgewerkt, mails gecheckt, sms-jes verzonden of heimelijk telefoontjes beantwoord; in principe alles wat niet met proeven te maken heeft.

Beter is het om telkens 5 wijnen in te schenken, deze te proeven en binnen deze groep een duidelijke rangorde aan te geven. Desnoods met een score, maar geen uitgebreid puntenformulier dat bij elke wijziging weer helemaal opnieuw moet worden ingevuld. Dan direct daarna een aantal volgende serie, tot er in circa 2 uur zeker 40 wijnen geproefd zijn. Dit houdt de proevers scherp en geconcentreerd, maakt het onderling vergelijken van wijnen beter mogelijk en geeft meer rust en balans. Deze systematiek wordt elders ook toegepast en werkt prima. Het lost ook meteen de problematiek rond het serveren op. Nu is het een combinatie van een militaire exercitie en een circusvoorstelling met wel heel erg veel gevoel voor dramatiek en folklore. Het ter plaatse karafferen van oudere wijnen is een prima idee, maar de wijze waarop de sommeliers dat moeten uitvoeren wekt op de lachspieren.
 
Wel goed is het initiatief om voor wat betreft de winnaars, niet over 1 nacht ijs te gaan, maar de best scorende wijnen nog een keer te laten proeven door andere juryleden. Een breder gedragen oordeel geeft meer respect voor- en waarde aan de oorkondes.

Gelukkig is ook het aantal winaars tijdens de Vinitaly Competition reeel. Slechts 3% krijgt uiteindelijk een serieuze onderscheiding, een schril contrast met de bijna 50% die een waardeloze onderscheiding krijgen tijdens andere competities zoals de Mondial. Wie bronzen medaille-winnaars van competities zoals die van Decanter of de International Wine Challenge proeft, weet dat je deze ‘winnaars’ moeten mijden. Ze zijn niet medaille-waardig en misleiden consumenten.   

Om de beste wijnen te kunnen kiezen, moeten ze natuurlijk wel telkens in de juiste conditie geproefd kunnen worden. Dat betekent o.a. goed glaswerk. De flutes waren vreemd en niet optimaal, maar veel erger was de conditie van het glaswerk. Veel glazen stonken, een bekend fenomeen tijdens competities en  beuren waar spoelmachines met agressieve wasmiddelen zijn ingesteld op vuile borden en niet op glazen.

Kortom een competitie vol goede intenties, een groot aantal zeer enthousiaste medewerkers,  maar met een uitvoering waarop het nodige is aan te merken. Veronafiere zou er goed aan doen om de kritiek ter harte te nemen en voor een competitie te kiezen die beter bij hun vooruitstrevende karakter, de realiteit en de toekomst past.

Spread the word

Plaats een reactie