Le Contrade dell’Etna 2025, door Guus van Otterloo

De 16e editie van ‘Le Contrade dell’Etna’, een initiatief van Andrea Franchetti (1949-2021), is een unieke kans om 80 producenten te ontmoeten, niet alleen ‘boutique wineries’, maar ook de ‘grote jongens’ met 150 ha. Superinteressant, want de wijnbouw op de Etna is volop in ontwikkeling. Waren er 25 jaar terug zo’n 40 producenten, nu zijn dat er bijna 150, en dat is niet voor niets: de Etna is in vele opzichten fascinerend en levert. Hieronder een korte introductie.
1. Terroir
Alles begint met terroir. De Etna is een werkende vulkaan van ruim 3400m hoog, vlak bij de kust op Sicilie. Dat de bodem er vulkanisch is spreekt voor zich. De samenstelling van de lava van alle erupties door de eeuwen heen kent echter grote verschillen, waardoor er veel variatie is. Daarnaast speelt de hoogte een essentiële rol. De meeste wijngaarden liggen tussen de 300m en 900m hoogte. De laatste tijd zoekt men het echter steeds hogerop: 1000m tot 1100m is geen uitzondering meer. Drie jaar terug durfde Stef Yim (Sciara) het aan om 4500 stokken te planten op 1500 meter, daarmee één van de allerhoogste wijngaarden in Europa. U weet natuurlijk dat het temperatuurverschil tussen dag en nacht op een dergelijke hoogte veel groter is dan op zeeniveau (zie ook onderstaande afbeelding) en hoe belangrijk dat is voor de zuren en ontwikkeling van potentiële aromastoffen in de druif. De meeste wijngaarden bevinden zich op de noord-, oost- en zuidhellingen. De westkant van de Etna is te warm, hier staan vooral pistachebomen. De algemene DOC Etna wordt veel gebruikt, maar vrijwel elke producent maakte wel één of meer ‘Contrade’. Een Contrada is een ‘single vineyard’, of een ‘Cru’, en wordt meestal groot op het etiket vermeld. Als iemand je een Contrade laat proeven vraag je direct: “hoe hoog ligt ‘ie?”


2. Druiven
De carricante is de belangrijkste witte druif van de Etna, soms aangevuld met wat catarratto. Carricante staat vooral op de noord- en oost-hellingen en geeft daar elegante wijn met energie en zuren. Pas op 700m hoogte krijgt deze druif het écht naar de zin. Hier en hoger zorgen de vulkanische bodem en het temperatuurverschil tussen dag en nacht voor structuur en rijpingspotentieel. Let wel: de carricante is géén aromatische druif: denk eerder aan Chablis dan aan Sancerre. Samengevat: heel interessant en nog volop in ontwikkeling. De totale aanplant ligt rond de 200 ha.
De rode druif van de Etna (overal aangeplant m.u.v. op de westelijke hellingen) is de nerello mascalese. Diens dunne schil geeft lichtgekleurde wijnen, maar laat je hierdoor niet op het verkeerde been zetten. De aromatische expressie kan, afhankelijk van de bodem, zeer gevarieerd zijn, op hetzelfde niveau bijvoorbeeld als de nebbiolo. Soms voegt men tot 15% ‘nerello capuccio’ toe, vooral voor de kleur, want aromatisch voegt hij weinig toe. De nerello mascalese heeft een zeker rijpingspotentieel: vooral wijn van oude stokken en van de beste ‘Contrade’ kunnen zich gedurende 10 tot (maximaal?) 15 jaar goed op fles ontwikkelen. Goedgemaakte, rijpe wijnen ruiken naar ‘garrigue’ en hebben een medium structuur met een stevige, maar afgeronde tanninestructuur: fascinerend en héél erg lekker.
3. Interessante producenten.
Klassieke producenten op ‘Mount Etna’ zijn o.a. Girolamo Russo en Cantina Benanti. De bekendste pionier is Frank Cornelissen wiens wijnen inmiddels stabieler zijn dan voorheen. De ‘Metodo Classico’ van Cantine La Contea is bijzonder smakelijk, net als die van Nicola Gumina. Beide wijnen zijn van 100% nerello mascalese. Tornatore is een goede en betrouwbare producent, soms een beetje technisch. Ga proeven bij Nuzzella als je op zoek bent naar goede ‘Vin Nature’. Houd tenslotte Eduardo Torres Acosta, Tenute Bosco en Camporé in de gaten. Ze lijken op de goede weg te zijn.

