Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Dossier Pignoletto, deel II

Dossier Pignoletto, deel II

De wijn, zijn druif, de geschiedenis en zijn toekomst...

Kijk de diverse publicaties er maar op na, de Pignoletto mag rekenen op veel aandacht, helaas ook vreemde of zelfs verkeerde. Enige tijd geleden bezocht ik de Colli Bolognese, het hart van het district waar de Pignoletto zijn oorsprong vindt en deel graag mijn visie op de geschiedenis, het heden en de toekomst van deze wijn.

Deel II van mijn dossier Pignoletto

Voor meer over Pignoletto: zie deel I

DOP’s
Het veelzijdige karakter van de grechetto gentile maakt dat de druif voor allerlei wijnen te gebruiken is en dat zien we ook terug in de regelgeving omtrent de betreffende wijnen uit de Colli Bolognesi.

DOCG
De DOCG Colli Bolognesi Pignoletto (tot 2014 Colli Bolognesi Classico Pignoletto DOCG genaamd) is in kwalitatief opzicht en qua imago de belangrijkste DOP. Het gebied is met een huidig wijngaardareaal van 600 ha (waren er in 2017 nog geen 200 van het potentieel ad 1580 ha) niet heel groot, maar groeit langzaam maar zeker en telt vele variaties qua terroir. De hoogte loopt uiteen van 150 tot 600 meter met bodems die vaak gedomineerd worden door klei met zand en stenen. Fameus zijn de calanchi, door erosie diep uitgesleten berghellingen, waar losse grond (zand) is weggespoeld en harde delen (vaak klei) zijn achtergebleven. Opmerkelijk is het toenemende aantal biologisch werkende wijnboeren, in lijn met het streven van de DOCG om op termijn uitsluitend biologische wijnbouw toe te staan, ook/zelfs met de verwachte stijging van de productie met zo’n 40% in het vizier. Die toename komt overigens niet alleen van nieuwe wijngaarden, maar ook van bestaande die worden herplant met de grechetto gentile dankzij een hernieuwd vertrouwen in de druif en zijn wijnen.

Van de wijnen is circa 75% mousserend, meestal frizzante en/of ‘metodo Italiano’, maar met een toenemend aandeel spumante en metodo classico (inclusief ancestrale), allemaal altijd met minimaal 85% grecchetto gentile. De overige 25% komt voor rekening van ‘fermo’ de stille variant. De stille Colli Bolognesi Pignoletto DOCG is altijd een superiore met minimaal 85% grechetto gentile en maximaal 15% andere witte druivenrassen en/of maximaal 15% pinot nero. Zoals ook in andere Italiaanse wijngebieden voorkomt, wordt er binnen de DOCG onderscheid gemaakt tussen wijnen uit het gehele district en die uit de klassieke regio, uiteraard ‘classico’ genoemd. De regels voor de classico zijn strikter dan voor de reguliere, met bijvoorbeeld een hogere plantdichtheid in de wijngaard, een lagere opbrengst per hectare en een latere oogst, naast een hoger voorgeschreven percentage grecchetto gentile (95 i.p.v. 85%). Het gebied is maar klein (rond de gemeenten Monte San Pietro en Monteveglio, Sasso Marconi, Casalecchio di Reno, Zola Predosa, Crespellano, Bazzano, Castello di Serravalle en Savignano sul Panaro) en de productie bedraagt momenteel niet meer dan 60.000 flessen.
Qua alcohol gelden minima van 11,0% voor frizzante en spumante, 11,5% voor superiore en 12,0% voor superiore classico. Restzoet is gemaximeerd op 6 g/l voor superiore classico (of meer als de wijn > 13% alcohol bevat); spumante kan varieren van brut nature tot extra dry. Een laatste bepaling betreft de lagering: minimaal 1 jaar voor uitsltuitend de superiore classico.

DOC Pignoletto
Deze DOP is verreweg de grootste en omvat ca 1350 ha, in 2018 goed voor 112.500 hl wijn (bron: Italian Wine Central). Bijna 99% daarvan is mousserend, brut en gemaakt met de Charmat-methode, dus een tweede gisting in tanks i.p.v. individuele fles. Voor alle varianten (mousserend, stil en zoet) is een minimum van 85% grechetto is voorgeschreven, met maximaal 15% andere witte druiven en/of maximaal 15% pinot nero. Voor de stille en mousserende wijnen worden drie subzones onderscheiden: Colli d’Imola, Modena en Reno. Minimum alcoholpercentages zijn 10,5% voor de reguliere bianco en spumante, 11,0% voor wijnen uit de subzones Modena en Reno, 11,5% voor subzone Colli d’Imola en 12,0% voor zowel de Vendemmia Tardiva (14,0% potentieel) en Passito (15,0% potentieel). Spumantes varieren van zero dosage tot dry. Voor geen van de wijnen gelden voorschriften t.a.v. de lagering.

Producenten
In de Colli Bolognese zijn circa 40 wijnhuizen actief, waarbij de productie bij de zelfstandige wijnhuizen varieert van 10.000 tot 180.000 flessen. Ongeveer 90% van de totale productie komt echter voor rekening van vier zeer grote wijnbedrijven die vrijwel alle druiven uit de regio opkopen en verwerken. Cantina Riunite CIV is met ca 6 miljoen flessen wijn verreweg de grootste wijnproducent in de regio (en zelfs Italië), dit vooral dankzij een enorme hoeveelheid Lambrusco; andere grote wijnbedrijven in de streek zijn Cleto Chiarli en Cavicchioli (deze laatste is onderdeel van Gruppo Italiano Vini).

Leiders
Elke wijnstreek kent wijnmakers die een leidende positie hebben in de ontwikkeling van de regio en haar wijnen. Ook de Colli Bolognesi kennen enkele van deze pioniers en hun visie, experimenten en wijnen zijn velen tot voorbeeld. Pionier van het eerste uur is Maurizio Vallona (1962) en de meeste van zijn collega’s hebben zeer veel respect voor hem, ook al volgen ze niet altijd zijn keuzes. Hij staat bekend als briljant en/of eigenzinnig en werkt alleen zoals hij dat wil. Technische trucjes en marketing zijn niet aan hem besteed, wel historische en internationale druivenrassen en een natuurlijke vinificatie. Zijn wijngaarden zijn niet alleen schitterend gelegen, maar ook perfect onderhouden. De totale productie bedraagt slechts 15.000 flessen, maar ze zijn allen de moeite van het ontdekken (en drinken) waard. Ik proefde o.a. zijn Ammestesso, Pignoletto Classico en was onder de indruk van zowel de vulling als de lengte; een geweldige loepzuivere wijn met veel karakter.

Orsi
Federico Orsi kocht in 2005 zijn eerste wijngaard en breidde zijn areaal langzaam maar zeker uit tot de huidige 10, waarvan de helft zijn eigendom is. Bij het maken van de wijnen liet hij zich inspireren door zijn grootvader die een voorstander was van een natuurlijke, historische vinificatie. Hij werkt uiteraard met de grecchetto gentile, maar ook met andere druivenrassen die al eeuwen in de streek worden gebruikt, waaronder de negretto, malvasia, albana en de alionza. Deze laatste druif is ‘gered’ door Giorgio Erioli, nog zo’n inspirerende wijnmaker uit de Colli Bolognese. Tijdens mijn bezoek aan Orsi proefde ik alle wijnen die Federico maakt, inclusief oudere jaren van zijn Orsi Vigneto San Vito Frizzante Sui Lieviti. Deze mousserende wijn gemaakt volgens de metodo ancestrale
(pet nat), dus met een tweede gisting op fles, maar niet gedegorgeerd. Jong is de wijn een feestje, maar met enkele jaren flesrijping minstens zo interessant. De 2010 bleek bijvoorbeeld gerijpt, maar nog in uitstekende conditie en bood extra interessante aroma’s aan die in jonge jaargangen (nog) ontbreken. Een andere specialiteit van het huis is de ‘Posta’ een wijn vernoemd naar de favoriete drank van de Romeinen (waaronder Cato de Oude, Plinius de Oudere en Keizer Hadrianus) en waarin de spons gedoopt zou zijn om de lippen te bevochtigen van de gekruisigde Jezus. Federico noemt zijn Posta een ‘vino bianco perpetual’, een eeuwig durende wijn. In 2008 startte hij met de rode versie en in 2011 met de witte. Van de cementen cuves met een inhoud van 10.000 liter wordt met een zekere regelmaat telkens 1000 liter afgetapt (en gebotteld), waarna de cuve wordt aangevuld met jonge wijn; een soort solera-systeem dus. Wat de blend precies is, is niet helemaal duidelijk, maar alle druivenrassen zijn in de wijn vertegenwoordigd. Voor de witte betekent dat grecchetto gentile, alionza, albana, malvasia, sauvignon blanc, riesling en chardonnay; voor de rode barbera, negretto, cabernet sauvignon, cabernet franc, syrah en merlot. Het aandeel van deze laatste blauwe druiven zal langzaam maar zeker afnemen, want ze worden niet meer verbouwd. En de smaak van de wijnen? Schoon, smaakvol en iets gerijpt en een tikkie ‘rustiek’, passend bij de mensen en hun tradities in de streek. Trentatore die vroeger wijn naar Bologna brachten, hadden een uitdrukking die de brandweer nog altijd gebruikt: “Drink of ga weg!”. Subtiele verfijning is niet de stijl van de Colli Bolognese zo verklaart Orsi: “Nee, we doen niet aan elegantie en zo…”.

De toekomst
Een uitgebreide proeverij bevestigde het grote aandeel mousserende wijnen gemaakt volgens de metodo Italiano oftewel Martonotti alias Charmat. Het gemiddelde niveau van die wijnen kon me niet echt bekoren en van een onderscheidend vermogen of toegevoegde waarde was naar mijn mening amper sprake. Desalniettemin waren er de nodige wijnen die me redelijk tot goed bevielen, waaronder die van Cleto Chiarli, Montevecchio Isolani, Botti, Nugareto, Gaggioli, Tizzano, Manaresi, Tenuta Santacroce en Floriano Cinti.

Zorg
Mijn zorg betreft de producenten die hun Pignoletto op de markt als alternatief voor Prosecco. Prosecco is er meer dan genoeg en met hun bodemprijzen valt daar niet of nauwelijks mee te concurreren. Het lijkt logischer om de werkelijke mogelijkheden van de grecchetto gentile verder uit te diepen zoals Orsi dat gedaan heeft. Ook Vallone bewijst dat de druif tot veel meer in staat is dan door het leven te gaan als goedkope, anonieme dorstlesser. De biologische benadering die het consorzio voor de DOCG voor ogen heeft is daarbij een stap in de goede richting, maar dat dekt de lading nog niet volledig. Daarvoor zullen ook de wijnen uit de DOC zich moeten onderscheiden en dan liefst in kwaliteit en typiciteit. De DOCG is nog relatief jong en de ontwikkeling ervan staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. Het vermogen om uit te groeien naar een volwaardige wijn met een eigen identitieit is echter volop aanwezig en gezien de visie en inzet van diverse wijnhuizen mag verwacht worden dat de markt op niet al te lange termijn kennis zal maken met het ware potentieel van de DOCG. We wachten het (on-)geduldig af…

 

 

 

Met dank aan Carla Capalbo en het consorzio Pignoletto.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn