Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Op wijnreis in Italië, deel 2 (van 3)

Op wijnreis in Italië, deel 2 (van 3)

Je komt nog eens ergens en proeft nog eens wat… Op wijnreis in Italië in samenwerking met Well Com en I Vini del Piemonte

Op uitnodiging van Well Com en I Vini del Piemonte, bezocht ik diverse producenten in Toscane, Piëmonte en Lombardije en mocht ik er weer van alles en nog wat beleven en proeven; lees hier meer van mijn bevindingen in deel 1.

Oddero
Historisch, klassiek en/of traditioneel, het is maar hoe je het wilt noemen; Oddero is in ieder geval een begrip. Aangetoond is dat ze al in 1878 wijn maakten en na ruim 150 jaar zijn ze in alle opzichten alleen maar gegroeid. De huidige reeks wijnen van hun 36 hectare grote domein is gevarieerd met alle befaamde klassiekers, de meeste rood, van traditionele druivenrassen en biologisch gecertificeerd. Dat de nebbiolo een hoofdrol speelt, mag geen verrassing zijn; het domein ligt in la Morra, één van de hoogst gewaardeerde gemeenten in de DOCG Barolo. In de loop van het bestaan (een akte uit 1826 vermeld de aankoop van land door Giovanni Battista Oddero, lid van de familie waarvan de aanwezigheid in de regio al in 1668 wordt genoemd) heeft de familie zich altijd toegelegd op allerlei vormen van landbouw, zowel graan en druiven als truffels, tabak, honing, kaas en hazelnoten. Giovanni Battista Oddero was bovendien een pionier m.b.t. het gebruik van zwavel om meeldauw tegen te gaan in de tijd toen de Bordeauxse pap nog niet was uitgevonden (in 1885 door Pierre-Marie-Alexis Millardet). Anno 2020 wordt het bedrijf geleid door Mariacristina Oddero, nog altijd onder toeziend oog van haar vader Giacomo en bijgestaan door diens kleinkinderen Isabella en Pietro die de zevende generatie van het familiebedrijf vertegenwoordigen.

Een rondleiding door de kelders en vinificatieruimte geeft aan dat de wijnen van Oddero vaak als klassiek wordt aangemerkt, maar dat het bedrijf van alle moderne gemakken is voorzien. Misschien geen grote hoeveelheden barriques en rotofermentors, maar smetteloze ruimten, gevuld met zowel moderne kunst als traditionele vaten (gemaakt door Stockinger, Gamba en Garbalotto van zowel Frans als Slavonisch eiken), de perfecte conditie voor de opslag van jonge en oude wijnen en veel aandacht voor de details die nodig zijn om aangename en grootse wijnen te maken.

Ik proefde er een mooie reeks wijnen, zoals een delicate 2016 Langhe Riesling, de pure 2016 Nizza, de zeer smakelijke en veelzijdig inzetbare 2017 Langhe Nebbiolo en de fijn gestructureerde 2016 Barbaresco Gallina. Bij de serie Barolo’s viel het vooral op hoe groot de verschillen tussen de wijnen kunnen zijn. De reguliere 2015 Barolo is breed, heel rustig en evenwichtig, de 2015 Villero rijker met een steviger tanninestructuur. De 2012 Barolo Brunate nu nog heel gesloten, toegeknepen met veel fijne, elegante, florale tonen en precisie, de 2013 Barolo Bussia Vigna Mondoca Riserva is indrukwekkend, weelderig en machtig, met veel finesse, sap en lengte en de 2011 Barolo Vignarionda Riserva heel kruidig, warm, gul en nu al heerlijk op dronk. Uit 2009 mocht ik genieten van de krachtige, nog zeer jeugdige Bussia Vignarionda Riserva en de smeuïge, meer gerijpte, edele Barolo Brunate. Alsof het nog niet genoeg was, kreeg ik ook nog de Barolo Bussia Vignarionda Riserva 2006 geserveerd, de eerste jaargang van deze wijn die onder leiding van Mariacristina werd gemaakt.


Een ieder die me een beetje kent, weet dat ik het toekennen van punten aan wijnen een waardeloze en zinloze bezigheid vind. Maar er is altijd wel een soort uitzondering te maken, en als ik echt punten moet geven, dan zou ik een wijn als deze op een schaal van honderd punten met minimaal 1000 punten waarderen. Deze wijn heeft alles wat je in een wijn zoekt, kracht, souplesse, sap, fruit, structuur, lengte, diepgang, spanning en energie. Men zegt wel dat perfectie niet bestaat, maar volgens mij komt dit wel heel erg dicht in de buurt! Deze wijn is misschien wel de allermooiste Barolo die ik ooit heb geproefd (en mijn teller staat op ‘een ruim aantal’ sinds ik de regio jaarlijks vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw zeker 2 tot 3 keer per jaar bezoek en er dan zo’n beetje alles wat los en vast zit proef).

En dan nog een minstens zo opmerkelijk feit:
De wijnen van Oddero worden weliswaar wel eens aangeboden in Nederland, maar van een ‘echte’ importeur die hun belangen vertegenwoordigt is nog altijd geen sprake, dus…

Réva
In 2012 besloot de Tsjechische wijnliefhebber/zakenman Miroslav Lekeš geld te investeren in wijngaarden en een bijbehorend wijnbedrijf met luxe resort en dito restaurant. Réva Vino & Resort in Monforte d’Alba werd een feit en niets aan het toeval overgelaten om op alle fronten topkwaliteit te leveren. Het restaurant ‘Ristorante FRE’ is inmiddels door Michelin met 1 ster bekroond en voor de wijnen werd een trio jonge talentvolle oenologen aangetrokken die het vak o.a. leerden bij gerenommeerde wijnhuizen als Elvio Cogno, Vajra en Oddero. Lekeš koos voor een team van drie wijnmakers om gebruik te maken van ieders expertise op specifieke vlakken en te zorgen voor een dynamische samenwerking en veelzijdige benadering. De drie hebben de taken verdeeld, waarbij Gianluca Colombo zich voornamelijk op de vinificatie richt, Gabriele Adriano de wijngaarden beheert en Daniele Gaia de commerciële zaken voor zijn rekening neemt.

Biologisch
Al meteen werd besloten de eerste 9 hectare aan eigen wijngaarden biologisch te gaan bewerken (sinds 2018 gecertificeerd) en de hele bedrijfsvoering duurzaam te maken. In de kelder veel traditionele praktijken, zoals een lange (spontane) gisting en weking en opvoeding van de Barolo’s in (voornamelijk) vaten van 15-25 hl van Slavonisch eiken, gemaakt door Stockinger. Voor de barbera gebruikt men ook tonneaux en barriques. De wijngaarden in de gemeenten Barolo, Monforte, La Morra en Serralunga zijn beplant met de bekende variëteiten zoals barbera, dolcetto en nebbiolo, maar we vinden er ook sauvignon gris en sauvignon blanc. Vooral de gris blijkt erg interessant en in combinatie met een gedeeltelijke vergisting in oude barriques, lange contact met de lie en een deel sauvignon blanc geeft dat een unieke, intrigerende en zeer gastronomische wijn; de ‘Grey’. Réva brengt 2 MGA Barolo’s op de markt, de Ravera en de Lazzarito, terwijl ook gewerkt wordt aan een eigen Cannubi (is nu nog geen eigendom). Daniele Gaia heeft vooral met de Ravera een speciale band, want hij werkte voorheen voor Walter Fissore van Elvio Cogno. Van hem leerde hij de cru zeer goed kennen en ervaren welk onderhoud en welke vinificatie het beste reageren op de druiven uit deze steeds beroemder wordende MGA. Maar ook de Lazzarito wordt zeer gewaardeerd; voornamelijk vanwege de ultieme combinatie van finesse en lengte.

Bij het proeven van de wijnen valt het op hoe fijn gestructureerd ze zijn, zonder dat dit ten koste gaat van complexiteit, diepgang en potentieel. In principe is dat juist de ultieme expressie van de kwaliteiten van nebbiolo; geen poespas, maar pure klasse, zoals een Barolo hoort te zijn. Naar mijn mening heeft Réva zich in zeer korte tijd aan de top in de regio gemeld.

De wijn die niet bestaat.
Tijdens mijn bezoek aan Réva werd me gevraagd aan te schuiven voor een in vele opzichten werkelijk unieke proeverij; de allereerste verticale proeverij ter wereld van een wijn die niet bestaat: de Torbido.


Ebreo
De Zwitserse Peter Weimer was ooit programmeur bij Microsoft. Een ‘degelijk’ inkomen en een voorliefde voor mooie wijnen (met Bourgognes in een hoofdrol) inspireerden hem om zelf wijn te gaan maken. Aan het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw wist hij Ebreo in Monforte d’Alba te kopen en begon er in 1991 aan zijn eerste wijn. Als lekker eigenwijze purist wilde hij menselijk ingrijpen tot een minimum te beperken en nog voor de wereldwijde hype, maakte hij er al een soort ‘vin natur’. Het onderhoud in de wijngaard was volstrekt biologisch met lage opbrengsten (3500-4000 kg/ha) en in de kelder liet hij moeder natuur zoveel mogelijk haar gang gaan. Een spontane vergisting dus en de wijnen werden niet geklaard of gefilterd. Na gisting en weking van 25 tot wel 40 dagen koos Weimer voor een lagering van 4 tot 5 jaar in tonneaux van Frans eiken (Allier en Tronçais) en nog eens 4 tot 5 jaar in fles. Het idee was om een klassieke ‘natuurlijke’ Barolo te maken, bedoeld om pas na 10 of 20 jaar op de markt te komen. Twee van de drie uitgangspunt waren geen probleem, het aspect Barolo wel… Monsters van zijn eerste wijn werden namelijk afgekeurd door het Consorzio, want de ongefilterde wijn was troebel: torbido! Het maakte Weimer niet zo heel veel uit, hij maakte de wijn vooral voor zichzelf en voelde geen directe financiële of commerciële druk. Niemand wist van het bestaan van de wijn en aspecten als kosten en inkomsten; ach…..

In Miroslav Lekeš vond Weimer een gelijkgezind visionair en zo raakte Lekeš ook betrokken bij een serieuze hoeveelheid van ‘de wijn die niet bestaat’. Tot op de dag van vandaag heeft Weimer slechts een miniem aantal flessen van zijn wijnen verkocht, om precies te zijn alleen enkele doosjes van zijn 1991 aan (letterlijk) een paar restaurants in New York. Hij selecteerde deze restaurants zelf, reisde er naar toe en vertelde ze dat ze de wijn moesten kopen. Ik begreep dat ze daar voor 1000-1500 per fles op de kaart staan; interessant voor een wijn die niemand kent, een wijn die eigenlijk niet bestaat… Lekeš heeft besloten de wijn te gaan verkopen in samenwerking met KIPPIS / Wine brand identity, dus wellicht bestaat de wijn binnenkort wél!

Van de geproefde jaargangen Torbido bevielen eigenlijk alle wijnen me, waarbij de eigenschappen van de jaren heel duidelijk naar voren kwamen. De 2010 was voorbeeldig en nu al heerlijk op dronk, de 2009 gul en afgerond met wat meer energie dan de 2010, de 2007 warmer en wat ruiger, de 2006 fris met veel finesse en spanning, de 2005 ingetogen, meer gerijpt, maar met zeer veel inhoud en lengte, de 2004 iets minder gul, maar (nu) heel gastronomisch en de 2003 breder dan dieper, gerijpt, warm en rijk. De 2008 ontbrak; de gehele oogst werd verwoest door hagel. Ook mocht ik de Limpido 2002 proeven, ooit 500 flessen van gemaakt (de hoeveelheid fruit was na een zeer strenge selectie te klein om er een vat voor een Torbido mee te vullen) en nooit verkocht: een intrigerende wijn met een heel fijn bouquet met gedroogde bloemen en rood fruit, zeer schoon en buitengewoon aangenaam om te drinken.

De kennismaking met de wijnen van Réva en de diverse jaargangen Torbido van Ebreo behoren tot de meest interessante van de afgelopen tijd. Jonge talenten met nieuwe inzichten, gebaseerd op klassieke uitgangspunten die hun waarde hebben bewezen; ideaal en machtig mooi. En nog meer goed nieuws: beide domeinen zijn nog niet in Nederland vertegenwoordigd. Dames en heren importeurs: “Faites vos jeux” en wacht daar niet te lang mee, want ik weet zeker dat binnenkort ook “Rien ne va plus” klinkt 😉

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn