Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Op wijnreis in Noord-Italië, deel 3 (van 3)

Je komt nog eens ergens en proeft nog eens wat… Op wijnreis in Italië in samenwerking met Well Com en I Vini del Piemonte

Op uitnodiging van Well Com en I Vini del Piemonte, bezocht ik diverse producenten in Toscane, Piëmonte en Lombardije en mocht ik er weer van alles en nog wat beleven en proeven; lees hier meer van mijn bevindingen in deel 1 en kijk hier voor deel 2.

Rocche Castamagno
In mijn tuin te Tuil staat een druivenrank die elk jaar z’n uiterste best doet om wat rijpe blauwe druiven te geven. Meestal tevergeefs, want de veraison kondigt zich eigenlijk nooit voor eind augustus aan en de weinige blauwe druiven die de ‘minder ideale terroir’ in Tuil dreigen te overleven, rotten of bevriezen meestal voor er sprake is van enige echte rijping. Voor mij mag dat de pret niet drukken, want een carrière als wijnmaker heb ik nooit geambieerd en enige reële hoop op rijpe druiven heb ik nooit gekoesterd. Wel ben ik een soort van trots op het feit dat ik waarschijnlijk de eerste in Nederland ben die een dolcetto (en een glera, alicante bouschet, garganega, zinfandel, nebbiolo en vermentino) aanplantte en ik denk altijd met genoegen terug aan de momenten waarop ik de plant(en) kreeg. De dolcetto werd me ooit gegeven door Alessandro Locatelli, eigenaar van Rocche Castamagno in La Morra en ik mocht hem en zijn domein een tijdje geleden weer eens bezoeken, dit keer in samenwerking met I Vini del Piemonte. Deze keer kreeg ik geen stek, wel een fraaie reeks wijnen te proeven.

Rocche di Castamagno mag beschouwd worden als historische domein, want de geschiedenis gaat al bijna 200 jaar terug. In 1841 werd het bedrijf toestemming verleend “voor de detailhandel in wijn, geproduceerd uit de druiven van de wijngaarden in La Morra”. Dat de wijnen ook al lang worden gewaardeerd, blijkt o.a. uit de toekenning van een gouden medaille op de Grand Prix in Turijn in 1911 o.g.v. een ononderbroken productie gedurende 50 jaar. In de eerste helft van de 20e eeuw kwam aan die eigen productie een voorlopig einde. De familie deed afstand van de nodige wijngaarden en maakte alleen nog wat wijn voor eigen gebruik; resterende druiven werden verkocht. Aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw namen Claudia Ferraresi en haar echtgenoot Giorgio Locatelli de leiding van het familiebedrijf over en bliezen de oude wijntraditie van de familie nieuw leven in. Nieuwe wijngaarden werden aangeschaft en de historische kelders langzaam maar zeker gerestaureerd. Als hun zoon Alessandro Locatelli de leiding overneemt, treedt het bedrijf toe tot de wereld van de moderne wijnbouw, maar uiteraard met alle respect voor het roemrijke verleden.

Samen met Alessandro liep ik door de kelder waar momenteel weer/nog gerestaureerd wordt en de voorlopig laatste verbeteringen zichtbaar worden. Het is natuurlijk leuk om een oude, historische kelder te hebben, maar dat garandeert alles behalve een prettige, praktische werkomgeving. Uiteraard liepen we nog even langs alle documenten en relikwieën uit het roemrijke verleden, alvorens we ‘aan tafel’ gingen om het assortiment door te proeven.

Erg aangenaam bleken klassiekers als de Arneis 2018, Dolcetto 2018, Barbera 2017 en 2018, de Barbera Superiore Rocche delle Rocche 2017, de Langhe Nebbiolo 2017 en 2018 en de nieuwe (2e oogst pas) Nascetta 2018. De wijnen uit 2018 presenteerden zich erg fijn, met een prima balans en wat meer spanning en energie dan die uit 2017. Onder de ‘grote jongens’ o.a. een erg mooie Rocche dell’Annunciata 2015 en decente Rocche dell’Annunziata Riserva 2013. De Riserva 2012 beviel me net iets beter dan de 2013 en de 2011 daarna weer nóg beter. Alle wijnen bleken nog zeer jong en vooral de Rocche dell’Annunziata’s hebben veel potentieel; over een jaartje of tien zullen ze daar nog veel meer van laten zien. Het viel me op dat de wijnen van Locatelli over een breed front overtuigen, meer dan tijdens mijn allereerste kennismaking met hem, al weer heel wat jaren geleden. Alessandro Locatelli heeft zich ontwikkeld tot een vaste waarde in de regio en maakt fraaie, betrouwbare wijnen op hoog niveau. Het domein heeft misschien geen mythische status, maar dat is eigenlijk alleen maar fijn voor diegenen die niet alleen maar ‘etiketten’ willen drinken.

Tenuta Travaglino
Een jaar of vijftien geleden maakte ik voor het eerst daadwerkelijk kennis met de Oltrepò Pavese, het land aan ‘de andere kant van de rivier de Po’ (vanuit Milaan gezien). Wat me tijdens die wijnreis opviel, was het feit dat vrijwel niemand in de wijnwereld de streek kende en daarmee ook niet wist te waarderen. Eigenlijk is daar weinig in veranderd. In populaire wijnbladen is nog altijd niet of nauwelijks aandacht voor de regio en in restaurants zijn de wijnen zelden aanwezig op de wijnkaart; ze worden er hooguit als anonieme huiswijn geschonken. Jammer, want de Oltrepò Pavese heeft veel te bieden, zoals ik destijds al constateerde. Ook tijdens een proeverij die ik in samenwerking met David de Ranieri van wijnagentuur The Crystal Sip organiseerde in Ross Lovell te Rijsoord bleek dat onbekend  inderdaad ook onbemind maakt. Er waren toen verschillende wijnen uit de Oltrepò Pavese te proeven, maar geen van de aanwezige importeurs durfde het aan met de wijnen te gaan werken.

Onlangs mocht ik op uitnodiging van Well Com Tenuta Travaglino weer bezoeken. Een welkome hernieuwde kennismaking, want ik was destijds al onder de indruk van hetgeen er werd gemaakt en was benieuwd wat er momenteel gebeurt. Ik trof er Cristina Cerri Comi aan, de dochter van eigenaresse Lorella die veelal anoniem op de achtergrond opereert. Ergens is er ook nog een vader, maar daar werd verder niet over gesproken. Belangrijker en meer prominent aanwezig zijn Cristina en haar broer Alessandro, bijgestaan door wijnmaker Achille Bergami en consultant Donato Lanati.

Cristina en Alessandro vertegenwoordigen de vijfde generatie van het familiebedrijf dat sinds 1868 bestaat. De familie bezit zo’n 400 hectare aan land, waarvan er 80 in gebruik zijn als wijngaard. Tot de bezittingen behoren ook enkele huizen die uiteindelijk allemaal voor agriturismo worden ingezet. Het hart van het domein wordt gevormd door een imposant complex rond een grote binnenplaats met allerlei gebouwen waarvan delen uit het jaar 1111 dateren. In 1868 koopt Cavalier Vincenzo Comi uit Milaan het landgoed en zet er de eeuwenoude wijntraditie voort; Travaglino is gevestigd in Calvignano, vrij vertaald als ‘de weg omgeven door wijngaarden’. Het huwelijk van Vincenzo Comi met Gravin Giuseppina Sottocasa resulteert in 1879 in het familiewapen dat nog altijd (ook) de etiketten siert. In 1965 legt Vincenzo Comi, kleinzoon van Cavalier Vincenzo, de basis voor het huidige wijnbedrijf door serieus te investeren in de wijngaarden en de kelder. Zo was hij de eerste in de regio die wijngaarden in kaart bracht en selecteerde, om ze daarna te herplanten met de meest geschikte druivenrassen. Sinds die tijd beschikt Travaglino niet alleen over heel veel pinot noir, maar ook over chardonnay, riesling en barbera. Slechts een deel van de druiven wordt voor de eigen productie van circa 200.000 flessen gebruikt, veel druiven worden verkocht.

Onder leiding van Cristina is Travaglino bezig aan een nieuwe fase in het bestaan van het domein. Omdat het oog ook wat wil, heeft ze alle etiketten gemoderniseerd en wordt er nu meer aandacht besteed aan aspecten als communicatie en marketing. Aan de wijnen wordt vooralsnog weinig veranderd, het assortiment is goed gevarieerd en de kwaliteit op een goed niveau. Tot mijn favoriete wijnen behoorden de Cuvée 59 (geboortejaar van moeder Lorella), een blend van 95% pinot noir met 55 chardonnay en een rijping sur lie van 24 maanden, Gran Cuvee Blanc de noir, een 100% pinot noir extra brut met rijping van 42 maanden sur lie en de 2010, Vicenzo Comi, Riserva del Fondatore, gemaakt van 90% (oudere wijnstokken) pinot noir en 10% chardonnay met maar liefst 60 maanden rijping sur lie. Ook verschillende van de stille wijnen bevielen me prima, zoals de 2018 (en ook de 2016) Campo della Fojada, Riesling, de 2018 Pernero, een hele schone, frisse en doordrinkbaar pinot nero, gevinifieerd en opgevoed in RVS en de 2016 Poggio della Buttinera Pinot Nero Riserva.

Het is duidelijk dat de Oltrepò Pavese een ideaal gebied is voor de pinot noir, terwijl ook de riesling en andere druivenrassen er uitstekende resultaten geven. De gemiddelde kwaliteit is er goed en prijstechnisch gezien laat de regio weinig te wensen over. Wat er aan schort is een gebrek aan kennis over en waardering van de streek en haar wijnen. Nieuwe impulsen van de jonge generatie met o.a. Cristina en Alessandro Cerri Como zullen hier ongetwijfeld verandering in brengen net als de aanstelling van Carlo Veronese als nieuwe directeur van het Consorzio Tutela Vini Oltrepò Pavese. Ik hoop dat Travaglino en het Consorzio elkaar weer weten te vinden en weer gaan samenwerken; dat zou voor alles en iedereen beter zijn…   

Vite Colte
Aan de rechterzijde van de weg van Alba naar het plaatsje Barolo, net voor de befaamde Cannubi heuvel, zien we een modern vormgegeven wijnbedrijf, Vite Colte. In tegenstelling tot het afstotelijke nieuwbouwgedrocht dat L’Astemia Pentita er tegenover heeft gestort, heeft Vite Colte wel respect voor de omgeving en gekozen voor een natuurlijke, ingetogen uitstraling. Vite Colte is een coöperatie en doet wat ze moeten doen: druiven van 180 wijnboeren die niet zelf bottelen verwerken tot goedgemaakte wijnen. Misschien niet de meest prestigieuze of spannende wijnen, maar zuiver, aangenaam, betaalbaar, afgestemd op een breed publiek. Well Com verzorgde een nadere kennismaking en een uitgebreide proeverij in aanwezigheid van hoofdwijnmaker Bruno Cordero, waarbij ‘Relazioni Esterne’ Cristina Torrengo nog mijn speciale aandacht vroeg voor de Barbera d’Asti Superiore La Luna e I Falo 2017, de 30ste oogst van deze wijn. Het bleek een aantrekkelijk wijn met een prima balans tussen de fraîcheur van de druif en de rijke, warme accenten van het jaar.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Spread the word