Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Masseto

Je hebt merlot en….. Masseto
Henk Maas, eigenaar van Le Vin en direct in Delden, heeft de reputatie enkele van de meest exclusieve wijnen ter wereld te verhandelen. Illustere namen als Domaine de la Romanée-Conti, Domaine Jacques-Frédéric Mugnier, Bodegas Vega Sicilia, Poggio di Sotto en Weingut Franz Hirtzberger sieren zijn portfolio en maken dat hij (ook) veel vrienden heeft.
20180515_164259

Joelia
Op 15 mei presenteerde Maas in restaurant Joelia te Rotterdam een drietal proeverijen, twee daarvan in combinatie met gerechten van één van de allerbeste chefs die Nederland rijk is, Mario Ridder. Het thema was Masseto en als speciale gast was Alex(andra) Belson aanwezig, de commercieel directeur van Masseto. Er werden vier jaargangen geproefd; 2015, 2011, 2006 en 1997; flessen die speciaal voor deze gelegenheid door Masseto ter beschikking werden gesteld.

De introductie door Belson deed me terugdenken aan de jaren toen ik de Toscaanse kust voor het eerst bezocht en ik er de opkomst van verschillende illustere  wijndomeinen aanschouwde. Het deed me er ook aan denken dat niet veel mensen weten hoe het allemaal begon. Daarom voor mijn proefbevindingen een iets langere inleiding over het hoe en waarom; ter leering ende vermaeck.

Della Gherardesca
De wijnbouw aan de Toscaanse kust begon met de familie della Gherardesca, de adelijke familie wiens geschiedenis minstens 1000 jaar teruggaat. De familienaam is afgeleid van Gherardo (broer van de Longobard-koningen Astolfo en Rachis), die in de 10e eeuw heer van Volterra, Pisa en het kasteel van Donoratico was. In de loop van de eeuwen breidde de familie haar invloed uit en verwierven ze de heerschappij over de gemeenten Bolgheri, Donoratico, Montescudaio, Guardistallo, Riparbella, Settimo, Castagneto en Segalari en daarmee vrijwel de gehele Toscaanse kust (en voor de zekerheid nog wat delen van Sardinië). In de 18e eeuw, ten tijde van het bewind van het huis Habsburg-Lotharingen, werd hun titel als graven van Donoratico, Castagneto, Settimo, Pietra Rossa en Bolgheri bevestigd en werden ze ook formeel eigenaar van duizenden hectare grond. Niet onbelangrijk, want ook de staat claimde het eigendom.

Castagneto
Vanuit hun kasteel in Castagneto (gebouwd in het jaar 1000) overzag men grote delen van hun bezittingen en maakte men er sinds de 17e eeuw ook wijn, maar deze was niet echt van belang. De meeste grond langs de kust bestond uit bos of moeras en wilde zwijnen en muggen voelden zich er beter thuis dan wijnranken. Guido Alberto della Gherardesca (1780-1854) bracht daar verandering in. In 1833 werd hij huismeester van groothertog Leopold II van Toscane en was o.a. verantwoordelijk voor wijn en spijs (en hun combinaties) aan het hof. Zijn passie en kennis van zaken (o.a. opgedaan in Frankrijk) deden hem besluiten zich te richten op het maken van kwaliteitswijn op zijn landgoederen in de Maremma.

Het was diezelfde Guido Alberto die de befaamde cipressen aanplantte langs de kaarsrechte weg van de via Imperii (nu via Aurelia) naar Bolgheri. Die aanplant was overigens een soort noodzakelijk kwaad, want de populieren die er eerst waren geplant ter ere van het bezoek van Groothertog Leopold II, bleken ‘een  vergissing’. De Viale dei Cipressi imponeerde en inspireerde Giosuè Carducci in 1874 tot het schrijven van zijn wereldberoemde gedicht “Davanti San Guido”. Uiteindelijk zorgde dat gedicht ervoor dat de gemeente Castagneto Gherardesca (of Maritima) haar naam in 1907 als eerbetoon wijzigde in Castagneto Carducci.

Antinori en Incisa della Rochetta
In de eerste helft van de 20e eeuw werden de bezittingen van de della Gherardesca’s (ooit inclusief zeven kastelen en 86 uitkijktorens langs de gehele Toscaanse kust) geërfd door Carlotta della Gherardesca, (echtgenote van Niccolò Antinori en moeder van Piero en Lodovico) en haar zus Clarice dei Conti della Gherardesca (getrouwd met Mario Incisa della Rocchetta). Clarice was toen al in het bezit van het landgoed San Guido, dat ze als bruidsschat van haar ouders kreeg. Haar man Mario Incisa della Rocchetta besloot om zich daar (naast het fokken en trainen van renpaarden) ook op de wijnbouw te storten, zij het in eerste instantie uitsluitend voor eigen gebruik. Hij plantte wat cabernet aan en de wijn ervan weet na enkele jaren de aandacht te trekken van Giacomo Tachis, de befaamde oenoloog in dienst van de Antinori’s. De samenwerking resulteert in een enorm succes en kort daarna is het voorheen volstrekt onbekende Bolgheri ineens het centrum van de internationale wijnwereld.

Antinori versus Sassicaia
Toen Niccolo Antinori in 1966 met pensioen ging, stelde hij zijn zoon Piero aan als zijn opvolger.  Lodovico, zijn andere zoon, was destijds pas 23, ambitieus, energiek, creatief, jeugdig onstuimig en nog niet in staat om die keuze helemaal te begrijpen. 

Hij verliet Italië, werkte in de journalistiek, de filmindustrie en tussendoor voor de Amerikaanse importeur van Antinori in New York. Daar hield hij zich o.a. bezig met de verkoop van met raffia beklede fiaschi, de befaamde Chianti-flessen die tot lampen werden omgebouwd. Echt inspirerend was dat niet en hij ervaarde ook dat de naam / het merk ‘Antinori’ weinig betekende. Het werd tijd voor ‘iets nieuws’. Dat ‘nieuwe’ kreeg vorm toen de Sassicaia 1968 op de markt werd gebracht; een unieke Italiaanse wijn, ver weg van de traditie, maar van cabernet (sauvignon en franc), opgevoed in barriques van Frans eiken en op een internationale leest geschoeid. Sassicaia zette de toon in Italië. Piero maakte al snel daarna zijn Tignanello en een nieuwe generatie Vini da Tavola werd de nieuwe standaard voor wijnen op het allerhoogste kwaliteitsniveau. Lodovico moest en zou ook een rol in deze nieuwe realiteit hebben.

Lodovico versus Piero
Hij keerde terug naar Italië, startte in Milaan een importbedrijf en gaf zijn broer Piero in 1980 te kennen dat hij zijn aandeel in het familiebedrijf wilde verkopen. Hun zus Ilaria was hetzelfde van plan en Piero zag zich geconfronteerd met een dilemma. Antinori had net geïnvesteerd in de bouw van nieuw productieruimten, wijngaarden en ondernemingen in Umbrië en de Veneto en financiële middelen bleken ontoereikend om broer en zus uit te kopen. Deze omstandigheden dwongen Piero om 49% van de aandelen te verkopen aan Whitbread, een van origine Britse brouwerij, maar ook geïnteresseerd in wijn. Lodovico en Ilaria werden uitgekocht en na een samenwerking met Whitbread die nooit werd wat het had moeten worden, kreeg Piero pas in 1991 weer 100% van de aandelen in bezit. Vanaf dat moment kon hij het bedrijf weer vormen tot een familiebedrijf met ruimte voor de toekomst van een nieuwe generatie Antinori’s; zijn drie dochters Allegra, Albiera en Alessia.

Lodovico
Gedreven door zijn (aangetaste) ego, wilde Lodovico iets groots neerzetten. Het plan was een “state of the art winery” naar Amerikaans model te bouwen, gericht op het overvleugelen van Sassicaia én de wijnen van zijn broer Piero die met zijn Tignanello en Solaia internationaal furore maakte. Hij besloot om 70 van de 135 ha die zijn moeder in Bolgheri bezat als wijngaard in te richten. Enkele miljoenen investeerde hij; destijds beschouwd als een absurd groot kapitaal, nu een habbekrats.

Hij haalde de van origine Russische wijnmaker André Tchelistcheff uit Californië naar Bolgheri en consulteerde ook de Franse professor Émile Peynaud, die (zijdelings) ook betrokken was bij de ontwikkeling van Sassicaia. De bodem en het klimaat werden geëvalueerd en besloten werd vooral cabernet aan te planten. Van een heuvel op het domein wist men dat deze veel blauwe klei bevatte. Vroeger werd deze klei namelijk o.a. gebruikt om stenen (en aardewerk) van te bakken, o.a. voor de restauratie van het kasteel in Bolgheri. Omdat cabernet op deze zware klei beslist niet zou gedijen, werd hier merlot aangeplant.Dat was een ‘educated guess’, want de druif was onbekend in de streek, hoewel de combinatie merlot en klei  Tchelistcheff (en Peynaud) niet onbekend was. Tussen 1981 en 1984 maken granen en olijfbomen plaats voor druivenranken, eerst merendeels cabernet sauvignon, later aangevuld met merlot, cabernet franc, wat petit verdot en nog later sauvignon blanc. In 1995 werd besloten de Masseto wijngaard uit te breiden. Een lager gedeelte werd ook beplant met merlot en staat sinds die tijd bekend als ‘Masseto Junior’.

Planten
Naar verluid kwam een deel van de eerste merlot van Renou uit Frankrijk (kloon 181, afkomstig uit district Gironde) en een ander deel van Rauscedo (kloon R3, behorend tot de eerste 51 klonen die deze kweker in 1972 registreerde), maar in die tijd was het niet ongebruikelijk dat er ook druiven en plantmateriaal uit andere streken werden gebruikt (bijvoorbeeld uit Suvereto, maar ook uit het noord-oosten van Italië). Dat werd meestal niet bekend gemaakt, maar was ook niet verboden, want het betrof doorgaans gebruik voor ‘slechts’ een Vino da Tavola, wijnen zonder al teveel voorschriften. Deze maand hoorde ik een wijnmaker nog met veel plezier (en een klein beetje schaamte) terugdenken aan de praktijken in die tijd. Ja, er werd toen erg veel “geëxperimenteerd”; zo vertelde hij. Michele Satta en PierMario Cavellari behoorden tot de eersten die samen met Andrea Paoletti plantmateriaal buiten Italië kochten, bij Guillaume in Frankrijk om precies te zijn.

De eerste
Toen ik rond 1990 de Toscaanse kust voor het eerst bezocht, werd ik er rondgeleid door oenoloog Luca d’Attoma. Hij introduceerde me (als eerste wijnschrijver ter wereld) bij wijnbedrijven als Tua Rita, Gualdo del Re en Montepeloso en de meer landinwaarts gelegen wijndomeinen San Gervasio, Badia di Morrona, Uccelliera en Tenuta di Ghizzano. Ook het toen al legendarische Tenuta San Guido stond op het programma en ik proefde er de nodige jaargangen Sassicaia om daarna samen met Marchese Nicolo Incisa della Rochetta (zoon van Mario Incisa) van een caffè te genieten in zijn favoriete bar in Bolgheri. In gezelschap van PierMario Meletti Cavallari van  Grattamacco besprak en proefde ik de nieuwe generatie Toscaanse wijnen en ontwikkelde ik veel respect voor mensen als Eugenio en Cinzia Campolmi van le Macchiole, waar ik de allereerste Messorio en Scrio zag rijpen. Michele en Lucia Satta ontvingen me uiterst gastvrij en Michele nam me mee naar Ornellaia om daar zijn maatje (en wijnmaker) Tibor Gál te ontmoetten. Michele (afgestudeerd als agronoom) werd in die tijd ingehuurd door Ornellaia om de wijngaarden in betere conditie te brengen. Tibor was aangesteld om Ornellaia dezelfde faam geven als het grote voorbeeld in de streek: Sassicaia.

Ornellaia 
Ik maakte kennis met Tibor en was onder de indruk van hem en het bedrijf. Alles gloednieuw en nog volop in ontwikkeling met allerlei lege ruimten, maar beslist veel belovend, want niets werd aan het toeval overgelaten. Ik hoorde over de problemen met de tignoletta in de wijngaarden, de zoektocht naar de juiste balans tussen fruit en vinificatie en alle andere uitdagingen waar een nieuw wijnbedrijf met nieuwe wijngaarden en nieuwe mensen mee te maken heeft. Uiteraard proefde ik er ook de nodige wijnen, alle eerste jaargangen Ornellaia, soms uit fles, soms uit vat. Allen indrukwekkend, zoals de meeste Vini da Tavola destijds. Wat me ook opviel, was het feit dat marketing toen al volledig geïntegreerd was in het beleid van Ornellaia. Grensverleggend in die tijd, want de meeste Italiaanse wijnmakers waren ‘boeren’, hardwerkende mensen met het hart op de juiste plaats en soms de meest fantastische wijnen in de kelder, maar commercieel gezien nog amateurs.

Masseto
Al proevend kwamen we bij een nieuwe wijn; de Masseto, een wijn genoemd naar de wijngaard die zijn naam dankt aan het Italiaanse woord ‘massi’, grote stukken steen die verwijzen naar de harde brokken klei in de bodem. Ik maakte er kennis met de allereerste officiële oogst, de 1987 (in 1986 werd al een minieme hoeveelheid gemaakt, maar nooit op de markt gebracht, vergelijkbaar met de Ornellaia 1984) en genoot. Niet alleen van de primeur, maar ook van de wijn. Breed, gul en rijk; heel anders dan wat ik gewend was, zelfs na het proeven van illustere wijnen als de Sassicaia 1985. Tibor vertelde over de (toen nog) kleine wijngaard met merlot en zijn visie op de wijn. Een beetje tegen de toenmalige trend in, koos hij niet voor 100% nieuwe barriques en een erg lange rijping, maar voor ‘slechts’ 18 maanden in 50% nieuwe barriques. Het werd me duidelijk waarom Lodovico Gál had aangenomen: wat een talent, wat een wijnen!

Hulp
In 1991 nam Michel Rolland de rol van consultant over van Tchelistcheff en deed ook de Nieuw-Zeelandse agronoom Danny Schuster zijn intrede. Het is overigens opvallend dat bij alle verhalen over Ornellaia en Masseto veel namen worden genoemd, maar eigenlijk nooit die van oenoloog Andrea Paoletti en agronoom Danny Schuster (uit Nieuw-Zeeland). Paoletti heeft een enorme staat van dienst en is vanaf 1994 nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van Ornellaia en Masseto. Ook de positie en invloed van Schuster mag niet worden onderschat. Samen met Paoletti is hij bijvoorbeeld nu druk bezig met het selecteren van de beste planten uit de oude wijngaarden voor het vervangen van oude, minder goede wijnstokken. Ook waren ze betrokken bij de introductie van wat ‘bush vines’ in 2008 en de conversie naar biologische wijnbouw die in 2012 werd voltooid.

Mondavi
Het succes van Ornellaia kent zijn weerga niet en Lodovico lijkt geslaagd in zijn opzet, maar een deel blijkt een illusie getuige de noodsprong die hij in 1999 maakt. Onder financiële druk verkoopt hij eerst een deel van de aandelen aan de familie Mondavi en in 2002 de rest. Mondavi echter, heeft kort daarvoor een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Frescobaldi’s, de eeuwenoude concurrent van de Antinori’s. Door de constructie tussen Mondavi en Frescobaldi komt Ornellaia voor een deel in bezit van de familie Frescobaldi. Als Mondavi in 2004 door Constellation wordt gekocht, koopt Frescobaldi in 2005 ook de overige aandelen van ‘Ornellaia e Masseto’ en zijn ze volledig eigenaar van het voormalige kroonjuweel uit de familie Antinori. Het is een ontwikkeling die iedereen inmiddels kan verklaren, maar destijds niemand zich kon voorstellen of begreep.

Frescobaldi
Als nieuwe eigenaar slaan de Frescobaldi’s met Ornellaia en Masseto een nieuwe weg in. Na het afscheid van Tibor Gál en tussenpaus Thomas Duroux, wordt in 2001 Leonardo Raspini (van origine agronoom) aangesteld als ‘general manager’ en in 2005 Axel Heinz in dienst genomen als wijnmaker. Ornellaia en Masseto worden definitief van elkaar gescheiden en met ingang van 2006 wordt Masseto nog uitsluitend via negociants op de Place de Bordeaux verkocht. Opmerkelijk is het feit dat de Frescobaldi’s altijd een zeer discrete positie hebben ingenomen. Ze zijn weliswaar volledig eigenaar en buitengewoon trost op hun bezit, maar laten Ornellaia en Masseto vooral hun eigen identiteit uitstralen.

Heinz
De bij zijn aanstelling nog zeer jonge Axel Heinz, heeft zich in de loop van de jaren ontwikkeld tot een vaste waarde in het bedrijf. Ook al worden Ornellaia en Masseto commercieel gezien als zelfstandige entiteiten benaderd, Heinz is voor beide ‘merken’ de wijnmaker en tot de nieuwe vinificatieruimte van Masseto klaar is (sinds 2016 in aanbouw) wordt Massseto ook in de kelder van Ornellaia gemaakt. 

In het eerste jaar dat Heinz aantrad, bezocht ik hem en hij deelde zijn ideeën met me. Microvinificatie stond hoog op zijn verlanglijsten en heeft hij inmiddels gerealiseerd. Hierdoor kan hij beter dan voorheen inspelen op de individuele kenmerken van het fruit van de verschillende percelen. De 7 hectare die de Masseto wijngaard nu groot is, kent verschillende percelen waarvan de druiven separaat worden geoogst, soms kort op elkaar, soms met een verschil van bijna drie weken.

Wijngaard
De bodem van de Masseto wijngaard word gedomineerd door een laag blauwe klei. De combinatie klei en merlot (én het imago van de wijn) roept vergelijkingen op met Petrus, maar deze is niet geheel terecht. De klei van Masseto heeft haar oorsprong in het Plioceen (5,3 tot 2,6 miljoen jaar geleden) die van Petrus in het Eoceen (56 tot 33,9 miljoen jaar geleden). De laag klei bij Petrus is ook minder dik en de klei bij Masseto bevat ook meer mariene resten (schelpen) en zilte accenten. 

Overeenkomsten zijn er natuurlijk wel, want voor beide kleibodems geldt dat ze moeilijk te bewerken zijn door hun hardheid, zeker bij droogte. De kern en stevige structuur van Masseto is afkomstig van het fruit van de compacte kleibodem van het centrale deel van de heuvel. De druiven die op de top van de heuvel groeien, zo’n 120 meter boven de zeespiegel, profiteren van de grond die hier rijker is aan zand, kiezel en rotsmateriaal en voor elegante accenten zorgt. Andere percelen bevatten meer grijze dan blauwe klei of juist grond die arm is aan klei. De gemiddelde opbrengst komt nooit boven de 45 hl/ha uit.

Vinificatie
In de loop van de jaren is de vinificatie aangepast aan de visie van de verantwoordelijk wijnmaker. Gál en Duroux hadden zo hun eigen ideeën en Heinz uiteraard ook. Elk nieuw bedrijf en elke nieuwe wijnmaker heeft de nodige jaren nodig om de juiste balans te vinden en gezien de telkens weer veranderende weersomstandigheden en ontwikkelingen in de wijngaard is dit een schier eeuwig durend proces. Na een eerste selectie van de trossen, worden deze ontsteeld en de individuele druiven nogmaals gecontroleerd op sorteertafels. De druiven van de verschillende percelen worden separaat gevinifieerd, waarbij de duur van de gisting en weking varieert. Heinz laat (sinds 2008) een deel van de most gisten in barriques en heeft voor de opvoeding gekozen voor 100% nieuwe barriques en een duur van twee jaar. In tegenstelling tot merlot uit St-Emilion (en zoals Heinz gewend was), vergt Masseto regelmatig oversteken tijdens het eerste jaar voor een juiste ontwikkeling. Na een jaar wordt bepaald welk barriques worden gebruikt voor Masseto en vindt de definitieve blend plaats. Daarna rijpt de wijn verder in barriques, dit keer zonder oversteken etc. In de nieuwe kelder is ook ruimte voor cementen cuves waarvan de precieze inzet nog moet worden bepaald.

Rijk
Merlot in combinatie met klei en een warm Mediterraan klimaat is een soort garantie voor rijke wijnen. Het suikergehalte in de wijn is vrijwel altijd hoog en alcoholwaarden liggen vrijwel altijd tussen de 15-16%. “Vroeg(er) plukken is geen optie, want een goede fenolische rijping is een voorwaarde voor een wijn op topniveau”; aldus Heinz. Het naseizoen aan de kust biedt doorgaans voldoende verkoeling voor het juiste evenwicht tussen suikers en zuren en een goede fenolische en aromatische rijping. De 7 ha die Masseto groot is, levert jaarlijks nooit meer dan 45 hl/ha op, meestal 40 hl/ha, vergelijkbaar met het rendement van Petrus. De productie van Masseto bedraagt 30-35.000 flessen, eveneens vergelijkbaar met Petrus (hoewel de wijngaard van Petrus 11,5 ha groot is). Ook qua prijs wil Masseto zich graag vergelijken met Petrus, maar moet de Pomerol op dat punt toch als haar meerdere erkennen. Voor een fles Petrus mag je tegenwoordig zeker € 3000,00 betalen; Masseto koop je “al” voor € 750,00. Le Vin en direct heeft momenteel 4 jaargangen op (kleine) voorraad; voor meer informatie over de beschikbaarheid: www.vin-direct.nl

De proeverij
De drie jongere wijnen werden om 11.00 uur gedecanteerd, daarna terug in de fles gegoten en tussen 15.00 en 16.00 uur geserveerd.


Masseto 2015

Het jaar staat niet te boek als uitzonderlijk goed, maar de gemiddelde kwaliteit is prima. 

Diep en jeugdig gekleurd; gul geurend naar rijp fruit, duidelijk hout, veel tabak, maar ook terughoudend, met zelfs wat eigenwijze herbale tonen; massa’s donker fruit, veel zwarte kers, geconcentreerd met wat drop en gedroogd vlees; in de mond eerst een zachte aanzet, dan iets rul, maar overwegend gul, erg jong met op dit moment nog erg veel hout; de wijn opent zich heel langzaam in het glas en toont dan z’n charme en kwaliteit. Wijn op hoog, maar niet het hoogste niveau, hoewel enig voorbehoud op zijn plaats is; de wijn komt pas in september op de markt.

 

Masseto 2011
Een jaargang met een mooie reputatie, een opvallend vroege oogst.

Ook hier een hechte, diepe kleur. In de neus echter totaal anders dan de 2015; meer open, maar beduidend strakker met meer zwarte tonen, grafiet, toost en gedroogde kruiden; veel kracht en macht en een stevige tanninestructuur die veel geduld vergt; de wijn heeft niet de fluwelige textuur van andere jaren en de vraag is of de wijn op termijn mooier wordt of juist niet. De meningen verschillen, ook bij de internationale pers; Galloni (destijds the Wine Advocate) is gematigd, James Suckling euforisch (maar die geeft tegenwoordig alles 100/100 punten).

Masseto 2006
Een evenwichtig jaar voor dito wijnen.

Hier zien, ruiken en proeven we voor het eerst de nodige flesrijping. De wijn heeft zich geopend en toont haar inhoud, balans en potentieel. Veel aroma’s van donker fruit, pruimen en bosbessen, het hout is aanwezig maar stoort niet, fijne Mediterrane accenten van kruiden, een zilte toets en wat cacao; fraaie balans en buitengewoon aangenaam te drinken, waarbij de tanninestructuur om een hapje eten vraagt. Rijke wijn met een mooie spanning en nog altijd veel lengte; zonder enige twijfel mijn favoriet.

Masseto 1997
Warm jaar voor gulle wijnen, de beste van oudere wijngaarden of koelere microklimaten.

“Old school Masseto” met aangename flesrijpingsaroma’s, gedroogde kruiden, wat florale tonen gedroogde bloemen en goed verweven hout; in de mond gul met veel zoet, rijp, donker fruit, bosbessen, bijna confiture, heel typisch voor het jaar; rijk aan alcohol maar gecompenseerd door voldoende frisse zuren; ook het hout is goed geïntegreerd; waaiert breed uit in het glas, nu volledig op dronk, maar nog niet aan het einde van zijn Latijn. Mooie wijn om van te genieten aan tafel.

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest

D’Angerville neemt wijngaarden Puffeney over.

jpJacques Puffeney geniet de titel “de Paus van Arbois” en wordt door een ieder beschouwd als één van de allerbeste wijnboer in de Jura. Deze week heeft hij laten weten dat zijn wijngaarden zijn overgenomen door Domaine du Pélican, eigendom van Guillaume d’Angerville. Puffeney (70) kondigde onlangs al aan dat 2014 zijn laatste oogst zou zijn. Hij zocht al enige tijd een opvolger, omdat zijn dochters het bedrijf niet wilden voortzetten. Hoewel de familie d’Angerville al jarenGdA  het wijnhuis Marquis d’Angerville in Volnay bezit, is Gauillaume d’Angerville, voormalig bankier van JP Morgan in Parijs, relatief nieuw in de wijnwereld en zeker in de Jura. Toen zijn vader Jacques plotseling overleed, nam hij pas in 2003 de leiding van het familiebedrijf in de Bourgogne over. Bijgestaan door zijn zwager, ging hij over op biodynamische wijnbouw. In 2011 richtte hij, samen met zijn wijnmaker François Duvivier, Domaine du Pélican in de Jura op, na de aankoop van 5 hectare aan wijngaarden van Château de Chavanes en nog eens 5 van Jean-Marc Brignot. Hier worden nu dus de 4,25 hectare van Puffeney aan toegevoegd. Pélican werkt biodynamisch en m.i.v. 2015 worden ook de wijngaarden van Puffeney op deze wijze onderhouden.

Bron: Wink Lorch

Kritiek, commentaar en kots.

DSCF5323In 2010 werd John Bindels door the Wine & Food association geprezen om zijn kritische blik op de wijnwereld. Jan van Lissum kende hem de ‘Oeuvreprijs voor de Nederlandse wijnjournalistiek’ toe als waardering voor zijn eigenzinnige en puntig tot scherp observerende vermogen als onafhankelijke columnist.

Lees meerKritiek, commentaar en kots.