Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Port in het 'kort'

Iedereen kent port, hoewel niet iedereen alle facetten van dit bijzondere type wijn kent. Tijdens de workshop ‘Port’ kwamen bekende en minder bekende aspecten uitgebreid aan de orde en werd, zoals altijd, een ruime selectie wijnen geproefd.

Tijdens de workshops van Nijhuis Consultancy & Services (NCS) wordt uiteraard veel aandacht besteed aan alle noodzakelijke informatie, maar minstens zo belangrijk vinden we dat deelnemers alle soorten, stijlen en kwaliteiten ook zelf kunnen proeven. Daarom biedt NCS altijd minimaal 15 wijnen en meestal ‘iets’ meer, ongeëvenaard in Nederland. Ook het onafhankelijke karakter van de workshops koesteren we. Commerciële nevenbelangen spelen geen enkele rol; er zijn geen overeenkomsten m.b.t. de promotie of verkoop van de wijnen met producenten, importeurs of detaillisten.

Port
Zoals een ieder wel kan vermoeden, is port vernoemd naar Porto, de prachtige, gastvrije en fotogenieke havenstad aan het einde van de Douro-vallei in noorden van Portugal. Daar waar de Douro in de Atlantische oceaan uitmondt, vinden we in Porto en het aan de andere oever van de rivier liggende Vila Nova de Gaia, talloze porthuizen die hier hun port laten rijpen. Langs de 900 km lange Douro werken, tussen zijn oorsprong in de Spaanse gemeente Duruelo de la Sierra en Oporto, zeker 33.000 Portugese wijnboeren op ongeveer 250.000 hectare aan wijngaarden. Ruim 15% van het land langs de rivier is beplant met wijngaarden, zoals goed te zien is als je over de rivier vaart. Zo’n boottocht is zonder enige twijfel adembenemend te noemen, want het is een aaneenschakeling van prachtige vergezichten. Na elke bocht zie je er een keur aan monumentale (oude en nieuwe) wijngaarden op steile hellingen met eeuwenoude terrassen, schilderachtige  quinta’s en voelt er de (vrijwel) altijd gul schijnende zon die benadrukt dat werken hier zwaar werk is en veel respect verdient. UNESCO heeft de unieke grandeur van de vallei bevestigd en beschermd door hem in 2001 de status ‘werelderfgoed’ te verlenen.

Historisch
Het staat vast dat Romeinen al wijn maakten langs de Douro, gevolgd door monniken en uiteraard de lokale Portugese bevolking. De echte doorbraak danken we echter aan de Britten. In de 13e eeuw was er al sprake van export naar Groot-Brittannië, o.a. omdat de aanvoer van wijn uit Frankrijk vaak stokte door allerlei oorlogen. Om wijn te beschermen tegen negatieve effecten van de lange overtocht, werd er in de 17e eeuw aguardente/brandy aan toegevoegd. In eerste instantie werd dit na de gisting gedaan, maar in 1678 zou een abt hem tijdens de gisting hebben toegevoegd, waardoor een nieuw type wijn ontstond dat zeer werd gewaardeerd. De geboorte van port, zoals we nu nog altijd kennen, was een feit. In de loop van de eeuwen is er relatief weinig veranderd aan het principe, hoewel de vervanging van brandewijn door wijnalcohol, beter wijngaardmanagement en verfijning van de vinificatie enorm hebben bijgedragen aan beduidend betere wijnen. Zeker op het gebied van hygiene viel er nog wel wat te verbeteren, in veel oudere wijnen zijn ‘interessante’ fouten te herkennen…
Met ingang van het oogstjaar 1994 zagen we ook een andere aanpak van de promotie en marketing, waarbij een groot deel van die innovatieve benadering te danken is aan pioniers als de familie Symington (m.m.v. hun briljante commercieel directeur Euan McKay) en de ‘Douro Boys’, de groep vooraanstaande shippers met Dirk van der Niepoort, Cristiano van Zeller, João Feirrera Álvares Ribeiro, Miguel Roquette en Francisco “Vito” Javier de Olazabal.

De Douro
De rivier die het portgebied domineert, boezemt al duizenden jaren ontzag in. Enerzijds geeft hij leven aan de regio, anderzijds neemt hij ze. De vele rivieren die hem voeden zorgen voor een indrukwekkende hoeveelheid water en die woeste wateren zorgden in het verleden regelmatig voor onoverkomelijke problemen en tragedies. Het was echter vrijwel onmogelijk om het binnenland op een andere wijze te bereiken. Wegen kende het gebied niet of nauwelijks en dus was men primair aangewezen op vervoer over de rivier. Voor het vervoer van wijnvaten van de quinta’s bij de wijngaarden naar de rijpingskelders in Oporto en Vila Nova de Gaia werden ‘barcos rebalos’ gebruikt, de kenmerkende platbodems, waarvan de laatste exemplaren tegenwoordig uitsluitend nog een toeristisch doel dienen. De vele stroomversnellingen maakten de reis levensgevaarlijk en kostte heel wat mensen hun leven. Onder hen beroemdheden zoals Joseph James Forrester, de man die de rivier letterlijk in kaart bracht. Forrester was overigens ook degene die het versterken van Douro-wijnen (heimelijk) veroordeelde, iets wat destijds uiteraard niet werd gewaardeerd. De hem zo bekende genadeloze rivier in combinatie met een zware geldgordel gevuld met goud dat hij aan of langs diezelfde rivier verdiende, maakten in 1861 op ironische wijze een einde aan zijn leven.

Forrester verdronk bij Cachão da Valeira, waar een granieten formatie in de rivier tot 1844 een vrije doorgang van de Cima Corgo naar de Douro Superior blokkeerde. In dat jaar liet Maria da Glória Johanna Charlotte Leopoldina da Cruz Francisca Xavier de Paula Isidora Michaëla Gabriëla Rafaëla Gonzaga de Bragança (oftwel Dona Maria II, koningin van Portugal van 1826 tot 1853) de natuurlijke dam in de rivier opblazen en werd de Douro Superior nu ook direct per boot bereikbaar. De reis over de rivier duurde destijds zeker 15 dagen, een reisduur die pas aan het eind van de 19e eeuw kon worden bekort. Tussen 1873 en 1887 werd een spoorlijn van Oporto naar de Spaanse grens bij Barca d’Alva aangelegd en deze verkortte de reistijd aanzienlijk. De kleine stoomtrein die er reed had de bijnaam ‘Paciênzia’, want hoewel het de reis van Barca d’Alva naar Oporto beduidend korter was, vergde hij nog altijd ‘enig’ geduld door allerlei stops en ander oponthoud. De aanleg van 5 dammen die waterkrachtcentrales aandrijven heeft de rivier inmiddels grotendeels getemd en varen over de rivier beperkt tot delen tussen die dammen. De Douro in zijn geheel af- of opvaren is dus niet meer mogelijk; veiligheid en duurzaamheid prevaleren.

Regio’s
Voor de wijnbouw wordt Douro vallei opgedeeld in drie regio’s:

  • Baixo of Lower Corgo in het westen van Barqueiros en Barrô tot Régua, waar rivieren Corgo en Varosa in Douro uitkomen.
  • Cima Corgo, het centrale deel, met de rivieren Pinhão, Tavora, Tedo, Torto en Tua, verreweg de grootste regio in zowel omvang als productie.
  • Douro Superior of Upper Corgo: van Cachão de Valeira tot de Spaanse grens. Een gebied waar we relatief weinig wijngaarden aantreffen. Hier zijn vooralsnog slechts 10.000 van de 110.000 hectare in gebruik voor wijnbouw. Hier wordt de Douro aangevuld met water van de rivieren de Da Teja, Da Valarica, Cõa, De Aguilar en de Do Masteiro.

Terroir
De regio’s onderscheiden zich duidelijk van elkaar door verschillen in terroir (bodem en klimaat); zo lopen temperatuurverschillen op tot wel 20 graden, zeker tussen de uitersten in de Baixo Corgo en de Upper Douro, waarbij ook de neerslag sterk varieert. Langs de gehele rivier treffen we veel graniet en schistes aan, waarbij de toplaag bepaald is door hetzij menselijk ingrijpen, erosie of alluviale afzettingen. Er is een vrij groot verschil in pH tussen de diverse wijngaarden, maar overal vaak weinig calcium, magnesium en fosfor en juist veel potassium/kalium. De effecten van dergelijke elementen op de groei van de druiven werden tijdens de workshop toegelicht. 

Druivenrassen
Pas de laatste decennia is men in Portugal bezig met het in kaart brengen van de eigen druivenrassen, waarschijnlijk meer dan 300. Een groot deel daarvan vinden we langs de Douro, maar wat en waar precies is nog lang niet helemaal duidelijk. In veel wijngaarden treffen we een fieldblend aan, een mix van allerlei druivenrassen met eigen kenmerken. De laatste jaren worden nieuwe wijngaarden vaak aangeplant met speciaal gekozen rassen, omdat dat makkelijker te ‘managen’ is, maar we zien ook porthuizen die liever de traditionele mix handhaven en op moeder natuur vertrouwen. Tijdens de workshop stonden we stil bij kenmerken van de belangrijkste druivenrassen, zoals de Tinta Barroca, Tinta Cão, Tinta Roriz, Touriga Franca, Touriga Nacional en minder bekende waaronder de Alicante Bousquet, Bastardo, Castelão, Donzelinho, Branco, Donzelinho Tinto, Esgana Cão, Folgazão, Gouveio, Mourisco Tinto, Malvasia Fina, Rabigato
Rufete, Sousão, Tinta Amarela, Tinta Barca, Tinta Francisca, Tinto Rouro en Viosinho.

Vinificatie en typen port
Bij het onderdeel vinificatie uiteraard veel aandacht voor het met de voeten treden van de druiven in lagares, de lage stenen troggen van graniet en de moderne variant daarop, het automatische proces in lage roestvrijstalen en temperatuurgecontroleerde kuipen. Het toevoegen van alcohol (mutage) werd besproken, net als de traditionele lagering in pipes, houten vaten van 300 tot ruim 600 liter. Die lagering is van groot belang voor het uiteindelijke soort port en vormt de basis voor het onderscheid in typen.

Witte port:
– zelfde principe als rode port, maar dan van uitsluitend witte druivenrassen
– kort gelagerd (maximaal 3 jaar) om de wijn wit te houden
– in Portugal vaak gedronken als een mix 1/3 witte port, 2/3 tonic met een schijfje citroen.

Rosé port:
– Croft kwam in 2008 voor het eerst met een ‘Pink port’ op de markt
– Sinds 21 mei 2009 erkend als officiële portsoort en gebruikt door meer porthuizen

Ruby:
– Basisstijl, gebotteld na lagering van 2-3  jaar in hout, cement of RVS
– Robijnrood van kleur; fruitige stijl

Tawny:
– Taanachtige kleur, in principe door lange(re) houtlagering
– Commerciële Tawny’s veelal een blend van licht gekleurde ruby en witte port

Aged Tawny
– Tawny met karakter langere houtrijping; 10, 20, 30 of 40 jaar
– Leeftijdsaanduiding is indicatie; strikte regels ontbreken
– Stijl belangrijker dan een strikte berekening
– Wel vaak een minimum of goed gemiddelde van de gebruikte reserves

Colheita
– Tawny één oogstjaar; minimaal zeven jaar gerijpt in houten vaten.
– Het oogstjaar en het jaar van botteling worden op de fles vermeld.

Single Harvest Tawny
– Tawny port uit 1 specifiek oogstjaar (en daarmee dus eigenlijk een colheita)
– Door Grahams‘ geïntroduceerd, veelal een zeer beperkte oplage en alleen uit uitzonderlijke jaren 

Garrafeira
– Naam: “cheiro has garrafa“: koesteren van de essentie van de fles / flessenkelder
– Blend van verschillende vaten van een enkel jaar
– Na een relatief korte rijping van 3-6 jaar in houten vaten, overgeschonken in glazen flessen
  (demijohns van 8-11 liter)
– De port rijpt vervolgens tientallen jaren in deze flessen
– Momenteel alleen gemaakt door Niepoort (sinds 1931 door Eduard Marius van der Niepoort)

Late Bottled Vintage
– Zelfde principe als vintageport, maar dan 4 tot 6 jaar gelagerd
– Meestal uit jaren die niet als vintage worden gedeclareerd
– Oogstjaar en het jaar van botteling moet op etiket vermelden worden.

Crusted Port:
– Port met karakter vintage
– Van origine blend verschillende vintages en niet in Portugal gebotteld.
– Betrof doorgaans restanten uit de fusten en daardoor met veel depot.
– Wijn werd niet gefilterd en gaf in fles behoorlijke dosis “crust”, depot.
– In jaren ’60 verboden; controle op kwaliteit, herkomst etc. niet mogelijk.
– Tegenwoordig weer toegestaan met als voorwaarde: een botteling in Portugal.

Single quinta vintage
– In jaren die niet algemeen gedeclareerd worden, maar wel door individuele producent
– En dan van een specifieke quinta die dat bewuste oogstjaar een bovengemiddelde kwaliteit gaf
– Voldoet aan alle eisen voor een vintage (incl. toestemming IVDP)
– Op etiket naam quinta + oogstjaar en jaar botteling.

Vintage:
– Ruby stijl uit 1 oogstjaar
– Beschouwd als summum; alleen gemaakt in de allerbeste jaren en na toestemming Instituto dos Vinhos do Douro e do Porto (IVDP).
– IVDP declareert in principe hele jaar voor alle producenten als vintagejaar
– IVDP kan ook individuele wijnhuizen toestemming geven een vintage port uit te brengen; deze dan als Single Quinta Vintage Port.
– Vatrijping slechts 2-3 jaar
– Etiket moet altijd het oogstjaar en het jaar van botteling vermelden
– Vintage voorheen maximaal 3 keer per 10 jaar, laatste decennia vaker
– Doorgaans 1-2% totale productie
– Kenmerken: zeer fruitrijk karakter, weinig tannine, enorm concentraat
– Meestal pas na 25 op dronk met rijpingspotentieel tot wel 100 jaar

Shippers:
Tijdens de workshop proefden we een ruime selectie wijnen van diverse shippers, waarbij de belangrijkste wapenfeiten uit de geschiedenis Cockburn’s, Dow’s, Fonseca, Graham’s, Niepoort, Symington’s, Taylor’s, Van Zeller’s en Warre’s de revue passeerden.

Oogstjaren
Oogstjaren spelen een belangrijke rol van betekenis bij diverse portwijnen en daarom werd ook aandacht besteed aan de kenmerken van zowel algemeen gedeclareerde vintages als jaren die prachtige colheita’s of single quinta’s hebben opgeleverd.

Geproefd werden:

  • Churchill’s, Crusted Port, 2005
  • Cockburn, Special Reserve
  • Dow’s Masterblend White Port
  • Dow’s Rosé Port 
  • Dow’s, Colheita, 2002
  • Dow’s, Vintage, 2016
  • Fonseca, Bin 27
  • Fonseca, Vintage, 2016
  • Fonseca, Vintage, 2009
  • Graham’s, Late Bottled Vintage, 2014
  • Graham’s, Vintage, 2003
  • Graham’s, Vintage, 2000
  • Graham’s, Vintage, 1983
  • Niepoort, Colheita, 1997
  • Niepoort, Crusted, 2014
  • Niepoort, Vintage, 2005
  • Quinta do Passadouro, Vintage, 2016
  • Quinta Vale D. Maria, Vintage, 2016
  • Taylor’s, Late Bottled Vintage, 2014
  • Taylor’s Quinta de Vargellas, Vintage, 2001
  • Van Zellers, Late Bottled Vintage, 2014
  • Warre, Otima 10 (tawny)
  • Warre, Otima 20 (tawny)
  • Warre, Otima Colheita, 2006
  • Warre, Otima Colheita, 1995

Conclusies:

Allereerst: WOW! Wanneer is de tweede workshop port? 😉

En iets concreter: De workshop toonde onomstotelijk aan dat port een enorm veelzijdige wijn is. Je kunt natuurlijke heel gemakkelijk stellen dat witte en rosé-port slechts commerciële niemendalletjes zijn, maar dan ontneem je een grote groep consumenten veel drinkplezier en dat lijkt me onnodig. Ze hebben hun nut en plaats én…. het is port.

Onder de ruby’s veel respect voor de hogere kwaliteiten toegankelijke ‘speciale cuvees’, zoals de Bin 27 van Fonseca; een veelzijdige port die velen bevalt bij nagerechten met chocolade of gewoon op een zeer gekoesterde, verloren zondagmiddag op de bank bij de open haard. Van tawny’s staat al eeuwen vast dat ze het uitstekend doen als aperitief of begeleider van allerlei gerechten. Ik kan me erg prettige wijn-spijs combinaties herinneren met de tawny’s van Graham’s met gerechten van Gerrit Greveling (RIP) in restaurant Salentein of andere gelegenheden in samenwerking met Proefschrift. Over het algemeen heb ik zelf vaak een voorkeur voor de 20 jaar oude, die een fraaie balans hebben tussen fruit en allerlei delicate rijpingsaroma’s. En vergeet de emotionele waarde van colheita’s en single vintage tawny’s niet; wie is er niet blij met een port uit zijn of haar geboortejaar? Erg prettige herinneringen heb ik aan oude flessen (van onbekende herkomst) crusted port. Decennia geleden werd er wel eens een fles geopend bij de toenmalige wijnhandel van Donkelaar in Dordrecht; inderdaad bijna de helft depot, maar wat een belevenis! Vergelijkbare ervaringen deed ik op met allerlei Late Bottled Vintage ports; vaak ernstig onderschat en daardoor zeer betaalbaar. Ooit mocht ik een enorme collectie LBV’s inventariseren die bedoeld waren voor een proeverij en uitgebreid artikel. Het is er volgens mij nooit van gekomen en ik vraag me nog altijd af wat er met die flessen is gebeurd; iemand moet er toch een keer een leuke avond door hebben gehad….? Met betrekking tot Vintage port, daar kan ik kort over zijn: goddelijk en ongeëvenaard. Toch een klein voorbehoud: ze moeten wel van een goed porthuis zijn, want ook bij vintage port is selecteren nodig. Ik kan, mag en wil de andere vintage ports niet tekort doen, maar tijdens de workshop eisten twee wijnen een hoofdrol voor zich op: de Fonseca 2016 en de Graham’s 1983. WOW! Wanneer is de tweede workshop port? 😉

Met dank aan:

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn
Spread the word