Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

GO GROW, GO GRAŠEVINA!

GROW, een initiatief om het belang en de kwaliteiten de Graševina te benadrukken.

Het lijkt misschien niet zo, maar de Graševina behoort tot de top 15 van meest aangeplante druivenrassen in Europa.
GROW (acroniem Graševina, Olaszrizling, Grašac en Welschriesling) organiseert jaarlijks een wijnconcours gewijd aan deze druif, gevolgd door een seminar waar alle bijzonderheden uitgebreid worden besproken en vele wijnen kunnen worden geproefd. 
Dat het belang van de druif niet mag worden onderschat, blijkt o.a. uit het feit dat hij staat aangeplant in allerlei landen, zoals Hongarije (circa 4000 ha), Oostenrijk (bijna 3400 ha), Slowakije (2400 ha), Roemenië (bijna 1500), Tsjechië (1200 ha) en Servië, met daarnaast belangrijke hoeveelheden in Italië (ruim 1500 ha), Slovenië (800 ha) en vooral Kroatië (ruim 4500 ha), naast Bulgarije en Macedonië. Ook treffen we de druif aan in diverse andere landen (zelfs in Brazilië), soms als Graševina, soms als Olaszrizling, Riesling Italico, Grašac, Welschriesling of 1 van de andere 80 synoniemen. 

Familie
De oorsprong van de druif is niet helemaal duidelijk, maar DNA onderzoek heeft aangetoond dat hij afstamt van de Coccola nera, een historische druif uit het zuidoosten van Piëmonte, in Emilia-Romagna Orsolina genoemd, Rohrtraube blaurot in het zuidwesten van Duitsland en Wuellewälsch en Zottelwelscher in Baden-Württenberg (met wälsch/welsch’ wellicht al een verwijzing naar de Welschriesling). De Coccola nera is ook de ouder van de Barbera en daarmee is de Graševina tevens verwant aan o.a. de Albanina nera, Canaiolo nero en Vermentino nero. De Graševina alias Welschrielsing of Riesling Italico wordt in Duitsland ook wel Schweizertraube genoemd, maar het is onduidelijk of hij ook daadwerkelijk in Zwitserland werd verbouwd. Aangenomen wordt dat de Marcus Aurelius Probus, Romeins keizer van 276 tot 282, de druif al in diverse delen van zijn rijk heeft verspreid, inclusief de Balkan waar de wieg van Probus stond. Hoewel hij wijdverspreid voorkwam, was de reputatie van de druif niet altijd geweldig; in diverse historische geschriften is te lezen hoe (in zowel Italië als Duitsland) werd geadviseerd deze rampzalige druif te rooien.

Naam
De eerste verwijzingen naar zijn naam stammen waarschijnlijk uit de 18e eeuw, als er sprake is van de Grašac beli/Beli Graschaz als 1 van de 120 specimen die waren opgenomen in een collectie van druivenrassen uit Fruška gora, een regio in Pannonische laagvlakte in Servië. Procopij Bolić beschrijft de Grašac beli in zijn boek ‘De perfecte Wijnmaker’ uit 1812 en in 1841 wordt hij voor het eerst als weisser walschriesling aangeduid door Franz Trümmer. In de tweede editie van het ampelografisch  naslagwerk van Trümmer uit 1855 is een tekening opgenomen van de Weisser Walschrizling, als één van de 180 druivenrassen uit Styria. Welsch of Walsch verwijst daarbij naar de Walachen/Vlachen, bewoners in de Balkan die Oost-Romaanse talen spraken, allen verwant aan het Roemeens. In die tijd wordt overigens vrijwel alles ten zuidoosten van “Frankish“ (het westen), Welsch/Walsch genoemd. In 1873 wordt de Weise Walschriesling/Sladka Biela Grašica vermeld als druif in Slavonië en Kroatië, waarbij de zoete wijn van de “Italian alias Graševina” de beste wordt genoemd. De naam Italian Riesling/Riesling Italico verwijst wellicht naar zijn oorsprong in Italië (als nakomeling van de Coccola nera) en is mogelijk gebaseerd op Olasz, Hongaars voor Italiaans. In het begin van de 20e eeuw werd de naam Grašac Beli steeds minder gebruikt, vooral omdat de Oostenrijkse wijnbouwschool in Klosterneuburg hem onder de naam Riesling Italico promoot. In het oostelijke deel van Kroatië noemt men de druif liever Graševina, want hij gedijt juist hier uitstekend en neemt zo’n 25 % van de totale aanplant voor zijn rekening. Vanwege de lange geschiedenis van de druif in Kroatië wordt hij hier als autochtoon beschouwd.  

Selectie
In 1975 startte het Viticulture Institute of Sremski Karlovci in Servië een onderzoek naar de druif. Er werden maar liefst 12.000 specimen verzameld en onderzocht en uiteindelijk 35 verschillende klonen onderscheiden met duidelijke, heterogene eigenschappen, maar ook specifieke verschillen. Uiteindelijk werden in 1991 drie klonen geregistreerd, de SK 13, SK 61 en de SK 54, waarvan de laatste als beste is aangemerkt en steeds meer wordt gebruikt. De druif is veelzijdig en wordt dan ook gebruikt voor een breed scala aan wijnen, variërend van onschuldig fris tot rijker en meer complex en van droog tot zoet met een toenemend aandacht voor oranje en mousserende versies. Qua geur en smaak geeft de druif meestal wijnen met nootachtige aroma’s (amandel), een gemiddelde zuurgraad en structuur voor wijnen voor de kortere tot middellange termijn (zoals o.a. de Iločki podrumi, Velika berba 2011 en de Belje, Graševina Premium 2006 aantoonden).

GROW
Tijdens GROW du Monde competitie in Kutjevo proefde een internationale jury meer dan 200 wijnen uit o.a. Kroatië, Tsjechië, Servië en Oostenrijk en werden de beste uit vijf categorieën (gerijpt, jong, mousserend, amberkleurig en zoet) gekozen. GROW is een initiatief van Saša Špiranec, Zoltan Győrffy en Igor Luković en kende dit haar haar 2e editie. Volgend jaar wordt GROW du Monde gehouden in Hongarije.

Voor de resultaten van de competitie, klik o.a. HIER   

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Spread the word