Een uurtje (iets meer) met Renzo Cotarella

Een jaar of 30 geleden, leerde ik de familie Antinori kennen en met hen hun wijnmaker Renzo Cotarella, nu de CEO en Chief Oenologist van Marchesi Antinori S.p.A. Sindsdien is Renzo voor mij niet alleen een betrouwbare en waardevolle bron van informatie, maar ook iemand die ik heb leren kennen en waarderen als vriend. We zien elkaar (veel te) weinig, maar als we samen zijn, dan is het altijd leuk, lekker en leerzaam, datgene wat voor mij het allerbelangrijkste is in mijn leven en werk. Zo’n twee weken kreeg ik het onbedwingbare verlangen om weer eens van gedachten te wisselen met hem over ‘van alles en nog wat’. Vrijdag 8 augustus spraken we elkaar online en de 40 minuten die ik had gereserveerd, bleken al heel snel veel te kort. Anderhalf uur later wenste ik hem een prettige vakantie en kon ik aan het werk om zijn visie op allerlei wijnzaken met de wereld te delen…

How’s life?
Ach, op de laatste werkdag in kantoor voor een korte vakantie kan ik met een gerust hart zeggen dat het goed gaat. Ik ben gezond, met mijn vrouw Angela, dochters Marta en Enrica en onze 2 kleindochters gaat het goed en het is erg fijn om te werken met de Antinori’s, mijn tweede familie. Ik kijk ook uit naar wat tijd met mijn honden waarmee ik graag op jacht ga naar allerlei gevogelte als fazanten en patrijzen, vaak in Umbrië (waar hij geboren is: red), maar ook in Kroatië of Scandinavië.
Hoe is het met de zaken?
We mogen niet klagen, maar het is wel minder gemakkelijk dan voorheen, vooral door diverse economische onzekerheden, inclusief Trump. Antinori is echter een sterk merk, we steunen op kwaliteit en blijven investeren in de toekomst, o.a. met uitbreidingen in Friuli (Jermann) en Napa Valley.
Wat zie je momenteel als grote uitdagingen?
Alcoholconsumptie staat onder druk, maar opvallend genoeg meer op wijn gericht dan op gedistilleerd. En wat eigenlijk nog vreemder en erger is; de risico’s van frisdranken krijgen helemaal geen aandacht. Die realiteit is vreemd en lastig, maar dat moeten we wel accepteren. Daarnaast zien we een stijgende aandacht voor wittere wijnen (frisser en lichter) en een toenemende vraag naar ‘minder zwarte’ wijnen door een verandering in het palet van veel consumenten. Al die ontwikkelingen zijn beslist spannend en houden ons bezig; er is altijd wel wat te doen, altijd een uitdaging om onze wijnen aan te passen. Er is gelukkig veel mogelijk, niet alleen qua communicatie of techniek in de kelder, maar ook in de wijngaard. Uiteindelijk gaat het niet om pure financiële winst, wie zien winst vooral als het tevreden stellen van onze klanten, zeker de trouwe.
Waar ben je zoal mee bezig deze dagen?
Ik ben vooral wijnmaker en dat is dan ook de kern van mijn werk. De basis daarvoor is nog altijd de wijngaard en vrijwel alle van de 3500 hectare die Antinori wereldwijd bezit, zijn door mij aangeplant. Ik bezoek ze, beslis welke druiven gebruikt gaan worden in welke wijnen etc. Apulië heb ik al gedaan, net als Friuli en die van Castello della Sala in Umbrië en de komende week staat de Maremma op de agenda, gevolgd door Montalcino en Montepulciano en tenslotte Chianti Classico in de laatste week van augustus. Vakantie is dus een relatief begrip, 2 weken in het midden van augustus en 2 weken voor de kerst geven meestal wat vrije tijd. Wijnmaken gaat echter altijd door, dat is nu eenmaal mijn werk. Qua proeven is het meeste werk geconcentreerd in onze hoofdvestiging in Bargino. Daar proef ik samen met twee assistenten alles wat er door de diverse lokale teams is gestuurd en bepalen we onze uiteindelijke keuzes.
Waar ben je mee gestopt de laatste jaren?
Eigenlijk met niets. Ik doe nog steeds alles, maar door veel ervaring gaat er gelukkig veel minder tijd verloren aan zaken waar ik vroeger veel meer tijd voor nodig had.
Hoe is het met je pensioen?
Hmmm. Antinori is een echt familiebedrijf en voor iedereen is ons werk ons leven, ons leven ons werk. We hebben het nooit over met pensioen gaan, maar ja, leeftijd is uiteraard wel een reëel gegeven. Ook daarom is continuïteit voor ons enorm belangrijk, het kan en mag niet afhankelijk zijn van 1 persoon. We doen alles samen en de betrokkenheid van alle generaties maakt Antinori een uniek bedrijf. Wat voor de buitenwereld vaak niet zichtbaar is, zijn de details, de omvang van ons werk, de samenstelling en de kracht van ons team. Veel op de wereld is oppervlakkig; er is naar mijn mening te weinig aandacht voor details die er wel degelijk toe doen. Werk is belangrijk, maar het juiste gevoel is veel belangrijker. Zolang dat gevoel er is, blijf ik genieten van mijn werk. Ja, ik ben een soort dromer, maar waarom niet?


Wat voel je als één van ‘jouw’ wijnen 100 punten scoort of juist niet?
Ik begrijp dat wijnschrijvers soms 100 punten willen of moeten geven en dat punten belangrijk kunnen zijn voor de markt, maar op zich zeggen punten me weinig. Ik denk dat ze wel jonge wijnmakers laten zien hoe en wat er wordt gewaardeerd en dat ze daar lering uit kunnen trekken. Zelf heb ik nog nooit een wijn 100 punten gegeven en ik heb ook niemand nodig om te vertellen hoe goed mijn eigen wijnen zijn. Ik ben natuurlijk blij met hoge scores, maar vaak begrijp ik ze niet. Hoe kun je een wijn met brett bijvoorbeeld 98 punten geven? Onbegrijpelijk… Voor mij draait het (bij het beoordelen van) wijn om 3 kenmerken: origine, ras en het oogstjaar. Je moet kunnen herkennen waar een wijn vandaan komt, waar hij van gemaakt is en uit welk jaar hij afkomstig is. De vinificatie moet daar ook op afgestemd zijn. Orange, brett etc. geven dat niet weer en in mijn ogen voldoen ze dan ook niet aan mijn idee over wijn. Ik merk ook regelmatig dat mensen meningen geven over iets waar ze duidelijk geen verstand van hebben. Dan beoordelen ze bijvoorbeeld een cabernet franc, terwijl ze de druif en zijn kenmerken niet eens kennen.
Wat voor waarde heeft blindproeven voor je?
Als wijnmaker heb ik niks met blindproeven; blind of niet, dat maakt me niet uit. Als wijnmaker wil/moet ik juist weten wat ik proef. Prive zie ik ook liever het etiket, dan verlies je niet het contact met de wijn. Het is wel grappig om iets blind voorgeschoteld te krijgen. Piero (Antinori) geeft me altijd wel wat blind te proeven; niet als professional of met een specifieke reden, maar gewoon als vrienden onderling.
Als ik proefnotities zie, dan ontbreken er altijd woorden als “leuk” en “lekker” terwijl dat in mijn ogen juist het allerbelangrijkste in een wijn zou moeten zijn. Hoe zie jij dat?
Nou, dat ben ik dus helemaal met je eens! Er wordt veel te moeilijk gedaan over wijn. Niet teveel over nadenken, maar drink en geniet ervan.









Welke wijnregio’s vind je momenteel interessant?
Heel veel eigenlijk. Ik was onlangs in Chinon en genoot van de wijnen daar. Waarom? Waarom niet? Pinot noir uit Duitsland vind ik ook geweldig, het is zeer interessant wat men daar met deze druif doet. Over Bordeaux heb ik leuke discussies met Piero; hij is een liefhebber, maar ik vind dat ze erg saai kunnen zijn. Wat dat betreft kies ik liever voor Oostenrijk of Chili, waar de stijl een beetje ondeugend is; het groene van de carmenère kan ik bijvoorbeeld goed hebben. In Californië zien we de wijnen steeds minder zwaar, overrijp en alcoholisch worden. Ze gaan daar terug naar de basis, hoewel ze moeten oppassen voor overcompensatie. Dat geldt ook voor de pers die soms te hoge punten geeft aan wijnen die eigenlijk veel te strak zijn. Sauvignon blanc uit Nieuw Zeeland kan erg mooi zijn, net als pinot noir, bijvoorbeeld uit Central Otago. Rhône-wijnen passen minder goed bij mijn palet, maar Rayas is een hele mooie uitzondering. Je zou kunnen zeggen dat ik gewoon meer een pinot noir dan malbec type ben.
Wat drink je thuis?
Gewoon hele normale, alledaagse wijnen. Niks bijzonders. Ik drink ze om bij te eten en ongecompliceerd van te genieten, niet om over na te denken.
En op z’n tijd een biertje?
Jazeker! Meestal bij pizza en als ik dorst heb, waarbij mijn voorkeur uitgaat naar pilsener.
Hoe zie je de nieuwe generatie wijnliefhebbers?
Heel anders dan toen ik jong was. Wij waren met 25 al redelijk “volwassen”; getrouwd met zeker 2 kinderen, een vaste baan etc. De huidige generatie 25-ers is vaak nog met hele andere dingen bezig. Wij zagen de eerste dag dat we gingen werken als het begin van onze vrijheid. Nu lijkt de eerste werkdag juist het einde van de vrijheid, want ze moeten werken. Wijn was ‘in mijn tijd’ altijd wel aanwezig, maar werd anders beleefd. Ik denk dat de huidige generatie jongeren meer geïnteresseerd is in wijn dan wij vroeger. Wijn als aperitief was toen bijvoorbeeld ongewoon, nu juist heel normaal.
Hoe kijk je naar de afname van wijnconsumptie in bepaalde landen?
Ik denk dat de afname ook het gevolg is van een meer bewuste consumptie. Niet alles wordt zomaar gedronken. Mijn dochters zijn 40 en 45 jaar oud en één van mijn kleinkinderen is al 19. Ze houden allemaal van wijn en genieten van wijn als onderdeel van de natuur, hun werk en onze cultuur. Maar soms wordt er teveel verzonnen en missen mensen de link tussen de verhalen en het product. De kwaliteit is ook niet altijd even goed, waardoor mensen ook afhaken.

Wat maakt het werken met sangiovese speciaal?
Het is opmerkelijk om te zien hoe de wijn van deze druif zich heeft ontwikkeld. Hij werd voorheen gezien als secundair ras, vooral omdat het onbekend was hoe je er mee om moest gaan. Sangiovese had compensatie nodig, moest geblend worden om er kleur, geur, smaak en structuur aan toe te voegen. Door (o.a.) kloonselectie (ook uit de eigen wijngaarden) beschikken we nu over goede planten en blijkt sangiovese tot de beste druivenrassen te behoren en perfect in staat om een wijn zelf te dragen. Hij is van origine rood, niet zwart en met zijn frisse zuurgraad en wat tannine past hij eigenlijk heel goed bij de hedendaagse smaak van een grote groep consumenten. Daarnaast kun je heel gemakkelijk kiezen voor een specifieke stijl sangiovese: de elegantie van een Chianti Classico, de kracht en complexiteit van een Brunello of juist de meer verlegen stijl van een Vino Nobile. Een Morellino is op zijn beurt weer heel anders en dat maakt sangiovese zo leuk en intrigerend om mee te werken.
Welke rol spelen wortelstokken tegenwoordig?
Bij het Chianti Classico 2000 project, stond sangiovese voor het eerst centraal in een serieus onderzoek. Dat gaf diverse nieuwe inzichten en zorgde dat we wijngaarden anders inrichtten. De plantdichtheid ging bijvoorbeeld omhoog en bepaalde klonen werden in grote hoeveelheden aangeplant. Nu, zo’n 25 jaar later blijkt dat veel aanpassingen die destijds goede resultaten gaven, nu met een veranderd klimaat, de hedendaagse kennis inzake wijngaardmanagement en vinificatie en de gewijzigde smaak van de consument (en pers) meer negatieve dan positieve effecten te hebben. Wortelstokken spelen daarbij beslist een rol. Snoei en plantdichtheid waren vroeger primair gericht op het optimaliseren van de rijpheid van sangiovese en ook de wortelstokken werden hierop geselecteerd. Nu zien we dat de rijping vaak te snel gaat en dan niet optimaal is. De plantdichtheid is vaak te hoog, geeft teveel competitie en de wortelstokken zijn vaak niet in staat om de plant op de juiste wijze te bedienen. Ze zijn te zwak, gaan vaak niet diep genoeg en zorgen voor teveel stress. Voor nieuwe wijngaarden gaan we voor het minimum aantal planten per hectare dat is voorgeschreven en eigenlijk willen we die aantallen verder beperken. Dat vergt ook meer bewuste keuzes t.a.v. de wortelstok in combinatie met de specifieke kenmerken van de bodem en het Zo moeten ze tegenwoordig meer droogteresistent zijn en geschikt zijn voor een hogere groei.
Wat vind je van een nieuwe generatie druivenrassen?
Bij mij rijst dan meteen de vraag: “Waarom willen we slechte wijn van onbespoten druiven? Je wil geen traditie en geschiedenis verliezen door slechte keuzes te maken. Vergeet oude rassen niet; respecteer en koester ze. Er zijn genoeg mogelijkheden om risico’s te beperken en problemen aan te pakken. Wees creatief, werk bewust en kies niet zomaar voor iets nieuws. Veel oude problemen met sangiovese zijn al opgelost. Qua polyfenolen bijvoorbeeld, nadert sangiovese inmiddels al de cabernet sauvignon. De energie van sangiovese is uniek en mogen we niet verliezen.




We hebben het zogenaamde “terroir-era” overleefd, net als de “barricato-trend” en de “mineraliteit mythe”, allen meestal niet meer dan loze marketingkreten. Wat zie je als nieuw sleutelwoord waar je (wel) blij mee zou zijn?
Voor mij zouden dat energie en precisie moeten zijn. We hebben geen trendy woorden nodig, we mogen het niet te simpel maken. Wijn is geen modegril, je kunt wijn niet elk jaar veranderen. Wijn moet drinkbaar zijn, maar ook echte waarde hebben; energiek en precies zijn.
Als je om je heen kijkt in de wondere wijnwereld, wat begrijp je dan niet?
Wat ik niet begrijp is dat we maar wijngaarden blijven aanplanten, gewoon omdat het leuk is. Wat ik ook niet begrijp is waarom anfora’s zo populair zijn; we hebben 2000 jaar geleden niet voor niets besloten om er mee te stoppen. Marketing blijf ik ook als een probleem zien; mensen die iets proberen te verklaren wat niet te verklaren is. Wijn is een prachtig product, beslist uniek, maar in principe ook simpel. Ik begrijp niet waarom er zo moeilijk over gedaan wordt. Geniet van een lekker glas wijn zonder gezeur over RVS, betonnen eieren en communicatie gericht op details die veelal irrelevant of verzonnen zijn. Teveel wijnen zijn misschien “interessant”, maar eigenlijk niet lekker. We moeten af van de mystificatie van wijn.
Welke boodschap wil je de wijnwereld meegeven?
Maak wijn weer makkelijk en begrijpelijk. Laten we wijn weer leuk en lekker maken en ervan genieten. Doe niet te moeilijk, dat kan iedereen. Denk aan slogans als: “Just do it!”
Een laatste en mijn favoriete vraag: Welke vraag ben ik vergeten te stellen?
Allereerst: Ik heb je niet als journalist geantwoord, maar als vriend; van mij en van de familie Antinori. Onze vriendschap gaat heel wat jaren terug en daarom kon ik ook open zijn. Ik kwam op mijn 18e in de wijnwereld toen mijn vader tijdens de oogst omkwam bij een ongeluk met een tractor. Wijn is sindsdien mijn leven en mijn leven is wijn. Ik kijk niet naar wat niet kan, maar ben en werk pragmatisch. We hoeven niks te verzinnen, maar we moeten nieuws- en leergierig blijven, hard werken en de lat elke dag wat hoger leggen. Dat is mijn leven en dat is wat me drijft. Je hebt me gelukkig niet gevraagd naar mijn favoriete wijn, want die vraag is onmogelijk om te beantwoorden. Wat me blij maakt is een lekker en goed gemaakte glas wijn, waar hij ook vandaan komt, van welke druif en wie hem ook heeft gemaakt. Piero gaf me onlangs een glas witte wijn. Ik proefde hem, meende er chardonnay in te herkennen en kreeg een glimlach op mijn gezicht. Ik zei: “Dit is mooi, de wijnmaker heeft zijn best gedaan. Wie heeft hem gemaakt?” Piero keek me aan en zei: “Jij”…
Dat is het moment dat ik weer weet wat en waarom ik doe wat ik doe: Ik maak wijnen die ik lekker vind. Dat mag je me altijd vragen…
