Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Jean, Gamay noir

Jean, Gamay noir

Een tijdje geleden zag ik een persbericht over het nieuwe assortiment wijn-cadeauverpakkingen van de HEMA. De HEMA staat al jaren bekend om de ijzersterke vormgeving van hun producten en op zich is dat al de moeite waard om er aandacht aan te besteden. Maar er bleek meer te beleven dan alleen de verpakking. Negen verschillende wijnen (voor elke gelegenheid, zo wordt beloofd) zijn voorzien van een bijpassende, feestelijke ‘echt HEMA’ cadeauverpakking, die zo kant-en-klaar in het schap staan. Niet meer wachten bij de klantenservice op een feestelijk zakje of thuis klooien met papier, plakband en strikjes. De HEMA biedt haar klanten met genoegen gemak, design en snelheid. De serie wijn in cadeauverpakking omvat de Cava’s Copa Sabia Reserva Brut en Copa Sabia Rosado (€ 9,00 per fles), de reeks Great Expectations (Sauvignon Blanc), Barrel Selection (Rousanne) en Navajas Rioja Crianzaen een luxe-categorie met (biologische vegan friendly en CO₂ neutrale wijnen van Neleman en de Gamay van Jean (vanaf € 10,00 per fles).

Deze laatste wijn bereikte Tuil enkele weken geleden en ik proefde hem uiteindelijk vandaag. Hij was uiteraard verpakt in de nieuwe cadeauverpakking en, eerlijk is eerlijk, deze ziet er aantrekkelijk uit. Fris off-white als basis met de afbeelding van wat denk ik een Franse wijnboer (met snor) moet voorstellen, voorzien van een koningsblauw schort wat lekker contrasteert en de nodige aandacht vraagt. De zijkant van de doos is voorzien van nog meer Franse attributen en roept meteen beelden op van een terras in de provincie, dorp of zelfs Parijs. Slim, stijlvol en allesbehalve storend door het ontbreken van popie-jopie teksten met verwijzingen naar kikkers, onaangename eetgeluiden of geheime momenten.

De wijn heet ‘Jean’, simpel, direct en authentiek Frans, hoewel je goed moet zoeken om de herkomst van de wijn te achterhalen. Wat wel meteen bekend wordt gemaakt is de samenstelling van de wijn, in dit geval 100% Gamay noir. Velen zullen dan meteen aan de Beaujolais denken, maar ook langs de Loire is deze druif in grote hoeveelheden aangeplant. Hoewel de verwijzing naar een specifiek herkomst gebied ontbreekt (de wijn heeft de classificatie ‘Vin de France’), mag worden aangenomen dat de druiven uit de Beaujolais komen. De Jean is namelijk gemaakt door de familie Loron die al sinds 1711 wijn maakt en waarvan de stamvader ooit in Chénas geboren werd. Maison Jean Loron is tegenwoordig gevestigd in La Chapelle de Guinchay, even ten zuiden van Macon in de Bourgogne. Ze zijn gespecialiseerd in wijnen uit de Beaujolais en Bourgogne en verkopen hun wijnen over de hele wereld, in Nederland o.a. via de wijnwinkels aangesloten bij ‘de Wijnkring’.

De Jean is een Gamay noir (à jus blanc) uit 2016 en heeft een goed intense, frisrode kleur, In de neus is hij niet heel intens, complex of expressief, maar impressies van rood fruit zijn herkenbaar met hier en daar wat tonen van frambozen, zo kenmerkend voor de Gamay. De smaak is wat frisser dan de geur door levendige zuren die de wijn ook goed verteerbaar maken. De structuur is vriendelijk, van tannine is amper sprake en al met al drinkt hij gemakkelijk weg. In de korte afdronk merk je dat de wijn van eenvoudige komaf is; de fruitigheid is bescheiden en hij eindigt wat abrupt. De prijs is een tientje inclusief de cadeauverpakking en dat is correct te noemen als je niet al te kritisch bent, geen enorme diepgang of lengte verwacht en gemak en ‘looks’ belangrijker vindt.

De wijnen zijn verkrijgbaar in de winkels van de HEMA en via www.hema.nl

Lof voor Lugana

Lof voor Lugana

Een kort, intens bezoek aan de DOC Lugana bevestigde dat er in deze streek aan het Gardameer witte wijnen gemaakt worden die aandacht en lof verdienen.
Veduta Aerea Peschiera e lago

Het Gardameer is een begrip voor veel Nederlanders. Duizenden trekken er jaarlijks naar toe om er te vertoeven in luxe resorts, hotels of op de talloze campings. De omgeving biedt kunst, cultuur, geschiedenis natuur, vermaak, heerlijk eten en……. allerlei wijnen. Bardolino ligt bijvoorbeeld op de rechteroever van het Gardameer en even ten zuiden ervan ligt de wijnstreek Custoza. Het is echter de DOC Lugana die de laatste jaren de meeste aandacht opeist en dat is geen toeval.

Ontstaan
Het Gardameer dankt zijn bestaan aan de laatste ijstijd. Zo’n tienduizend jaar geleden vormde zich een dikke ijslaag in de Alpen en deze breidde zich langzaam maar zeker uit naar het zuiden. Het ijs sleet dalen (verder) uit en voerde het losgewerkte materiaal met zich mee. De kop van de ijslaag bestond voor een belangrijk deel uit klei en deze vormde een soort wal die de gletsjer langzaam maar zeker voor zich uit duwde. Toen het ijs smolt vulde het dal achter deze wal zich met smeltwater en zo ontstond het Gardameer.

Uniek
De wijnstreek Lugana ligt op de zuidelijk oever van het Gardameer en dankt haar unieke karakter aan drie fenomenen: de klei die de gletsjer hier deponeerde, een klimaat dat koeler is dan elders langs het Gardameer en een druif die zich hier thuis voelt, ook al ligt zijn bakermat waarschijnlijk elders. Ander bijzonder feit is het gegeven dat deze wijnstreek in twee regio’s ligt; Lombardije en de Veneto. Niet altijd even handig voor de wijnboeren, want de regels in de regio’s komen niet altijd overeen, hetgeen geduld en de nodige flexibiliteit en inventiviteit vergt. Het Consorzio overlegt gelukkig regelmatig met de betrokken overheden en dankzij gezond verstand prevaleert het algemeen belang meestal boven bureaucratie. De meeste wijngaarden liggen overigens in Lombardije (provincie Brescia), slechts 10% bevindt zich in de Veneto, bij Peschiera del Garda in de provincie Verona.

Rode Kruis
Het gebied heeft een soort ruitvorm en meet 9 kilometer van het meest noordelijke punt bij het historische en schilderachtige Sirmione tot Gotto in het zuiden en circa 11 km van Solferino in het westen tot even voorbij Peschiera del Garda in het oosten. Het wordt doorkruist door de snelweg van Milaan naar Verona, waarbij landelijke taferelen plaats maken voor toeristische trekpleisters als je richting de oevers van de meer gaat. Min of meer in het midden ligt het plaatsje San Martino della Battaglia, in 1859 het middelpunt van een bloedige veldslag tijdens de Italiaanse onafhankelijkheidsoorlog. Henri Dunant zag er 38.000 dode, stervende of zwaargewonde slachtoffers, een structureel gebrek aan medische zorg en dit gruwelijke aanblik inspireerde hem om het Rode Kruis op te richten. Een 74 meter hoge toren werd gebouwd ter nagedachtenis aan de slag en is zichtbaar vanuit vrijwel alle delen van het district Lugana. In de directe omgeving ervan vinden we verschillende monumenten, een museum en het Ossario di San Martino met bijna 1300 schedels en de beenderen van nog veel meer gevallen soldaten; even leerzaam en indrukwekkend als luguber. De top van de toren biedt prachtige vergezichten over zacht glooiende wijngaarden en uiteraard het azuurblauwe Gardameer; je zou er bijna vergeten welke ellende er zich hier heeft afgespeeld en hoe belangrijk en noodzakelijk het werk van het Rode Kruis nog altijd is.

DOC
De DOC Lugana werd in 1967 erkend, ruim 50 jaar geleden dus. Hoewel het één van de eerste witte wijnen met een DOC-status was en deze classificatie hem formeel gezien een zeker aanzien gaf, was het imago niet bepaald indrukwekkend. In 1990 was Burton Anderson gematigd positief over de wijnen in zijn ‘Wine Atlas of Italy’, maar het commentaar van Daniel Thomases in de 1994 uitgave van de Oxford Companion to Wine is zonder twijfel denigrerend te noemen. De mening van Thomases liet ook goede, nieuwe initiatieven in de streek buiten beschouwing, zoals de introductie van de Brolettino van Ca’ dei Frati (eerste oogst 1987), een Lugana met een vinificatie en lagering in barriques of de Lugana Riserva Sergio Zenato (sinds 1993), (deels) vergist en opgevoed in tonneaux en barriques. Het zijn deze wijnen die een nieuw era voor Lugana inluiden, uiteraard ook gestimuleerd door het Consorzio per la Tutela del Lugana dat in 1990 wordt opgericht. In 1998 wordt de Lugana Superiore in de DOC opgenomen, een eerste poging om ‘de betere’ Lugana van de reguliere te onderscheiden en een hoger kwaliteitsniveau ook officieel te waarderen. Heel veel maakt het allemaal niet uit, Lugana blijft een relatief anonieme wijn, ook omdat de productie beperkt is. In 2009 besloeg het totaal aantal geregistreerde wijngaarden voor de DOC Lugana 855,5 ha, samen goed voor een opbrengst van 56.328 hl, amper 15% van de totale productie in het nabijgelegen Soave gebied.

Uitbreiding
In 2011 begint Lugana aan een nieuw leven, in gang gezet door het Consorzio en haar leden. Samen introduceren 3 nieuwe varianten, de Lugana Spumante, Riserva en Vendemmia Tardiva. Er zijn nog maar weinig wijnhuizen die al deze wijnen ook daadwerkelijk maken, maar men is overtuigd van de toegevoegde waarde en de noodzaak om Lugana meer aandacht en aanzien te geven. Ook het wijngaard areaal breidt uit, o.a. dankzij aankopen van diverse wijnhuizen uit het Valpolicella-district (o.a. Tommasi, en Allegrini). De grond daar is erg prijzig geworden en bovendien meer geschikt voor rode dan voor witte wijnen. Ook de overname van Cà Maiol (voorheen bekend als Cantina Provenza) door Santa Margherita geeft aan dat Lugana economisch gezien belangrijk is. Momenteel hebben de 125 producenten een 1873 hectare in productie, in 2016 goed voor een opbrengst van 15 miljoen flessen Lugana met een handelswaarde van ruim 150 miljoen euro. Cà Maiol is de grootse producent in de regio (140ha), gevolgd door Cà dei Frati en Zenato. Een enorme uitbreiding is niet mogelijk, want het totale gebied meet slechts 3000 ha, waarvan er momenteel 2400 zijn aangeplant met druivenstokken. De meeste wijngaarden zijn al verkocht en ook hier stijgen de prijzen aanzienlijk. Door de beperkte omvang blijft Lugana interessant, massaproductie en bulkwijnen vind je hier niet, de gemiddelde kwaliteit (zeker de laatste jaren) is er hoog met mogelijkheden voor wijnen op een zeer hoog kwaliteitsniveau. De markt reageert hier goed op, getuige het feit dan men circa 70% van de productie met gemak weet te exporteren naar o.a. Duitsland, de Verenigde Staten, Noord-Europa, Belgie, China, Japan de het Verenigd Koningkrijk. De verkoop in Nederland kan beter en dat is ook de reden dat het Consorzio verschillende promotionele activiteiten in ons land ontwikkelt. Een perslunch in restaurant Breda in Amsterdam met begeleiding van Frank Smulders MW maakte daar onlangs deel van uit.

Vijf
De nieuwe DOC-regels staan dus vijf typen Lugana toe, allemaal van minimaal 90% turbiana (hierover later meer). Maximaal 10% andere, witte druivenrassen zijn toegestaan, mits ze niet aromatisch zijn. In de praktijk zien we dat de meeste Lugana’s van 100% turbiana worden gemaakt en dat verreweg de meeste Lugana (90%) de reguliere versie betreft. De Superiore heeft met 12,0% een procent meer alcohol dan de reguliere Lugana en komt pas na 12 maanden op de markt. De reguliere Lugana mag al vanaf 15 januari in het jaar na de oogst op de markt komen. De Lugana Riserva mag zich verheugen in een toenemende belangstelling van zowel producenten als handel en horeca. Hij bezit minimaal 13% alcohol en rijpt minimaal 24 maanden, waarvan minimaal 6 in fles. Met de Riserva weet Lugana zich echt te onderscheiden en het ware potentieel van de wijnen te benadrukken. Het zijn wijnen met veel inhoud door strengere selectie van de druiven, vaak iets later geplukt en met meer zorg gevinifieerd. De extra inhoud en complexiteit maken de wijnen ook buitengewoon interessant in gastronomisch opzicht, terwijl het potentieel om te rijpen eveneens veel mogelijkheden biedt om extra van de wijnen uit deze categorie Lugana’s te genieten. Op dit moment zijn er nog maar 15 producenten die een Riserva maken, maar dan aantal zal beslist stijgen, want de Riserva is dé toekomst voor Lugana. Vrij zeldzame buitenbeentjes zijn de Spumante en de Vendemmia Tardiva. De Lugana Spumante is de mousserende versie die zowel met de Charmat methode (met tweede gisting op tank) als de ‘metodo classico’ (met tweede gisting op fles) gemaakt mag worden. Zoals we in veel wijngebieden zien, is mousserend de laatste trend en diverse producenten hebben hem inmiddels in hun assortiment opgenomen. Dat geldt veel minder voor de Lugana Vendemmia Tardiva. Deze zoete versie wordt momenteel door slechts 3 producenten gemaakt en het is nog maar de vraag of de productie substantieel zal toenemen. Het is echter wel een interessante wijn, want de van nature frisse zuurgraad van de turbiana geeft wijnen met een mooie zoet-zuurbalans.

Hout
Houtrijping is in de DOC Lugana niet voorgeschreven, maar wordt wel frequent toegepast, naar mijn mening soms iets te enthousiast (zoals bij Ca’ Maiol). Het is nu eenmaal een gegeven dat hout een onmisbaar ingrediënt is voor hoge scores bij de commerciële pers. De verleiding van overdadig houtgebruik begrijp ik wel, maar mij gaat het meer om de opvoeding van een grote groep consumenten die nog moet leren dat er meer is dan hout alleen. Tot mijn vreugde neemt het besef dat hout niet zaligmakend is ook bij producenten toe. Bij het wijnhuis Ottella heeft oenoloog Francesco Mazzotta (die o.a. ervaring opdeed in Santa Barbara en de Napa Valley) bijvoorbeeld besloten terug te gaan naar de basis, naar de druif en een gisting en/of lagering in hout te vervangen door schilcontact. Naar zijn mening gaan de turbiana en hout niet goed samen. Hij gaat met zijn wijnen terug naar traditie, naar de tijd dat lang(er) schilcontact normaal was en de wijnen meer structuur hadden.

Turbiana
Niet eens zo heel lang geleden, werd er volop gesproken over de trebbiano als een typische Italiaanse druif. In de loop van de jaren is vastgesteld dat veel druiven trebbiano genoemd worden, maar eigenlijk niks (of weinig) met elkaar te maken hebben. De oorzaak ligt bij Plinius de Oude (23/24 na Chr. – 25-08-79), de Romeinse militair, letterkundige en amateur-wetenschapper die uitgebreide verhandelingen heeft geschreven over (o.a) de wijnbouw. Hij noemde vaak ‘vinum tribulanum’ en bedoelde daarmee de wijnen van een lokale druif en streek. Omdat er nu eenmaal heel veel lokale druiven zijn, dragen verschillende daarvan de zelfde naam: trebbiano, afgeleid van ‘vinum tribulanum’. Op dit moment zijn er zeker vijf druivenrassen met dezelfde naam, maar met een (al dan niet volledig) ander DNA-profiel. De meest bekende zijn de Trebbiano Toscano (alias viura of ugni blanc, maar ook bekend onder tientallen andere synoniemen) en de Trebbiano di Soave. Deze laatste is niet verwant aan de Trebbiano Toscano, maar wel gelijk aan de Verdicchio uit de Marken. Omdat de wijnen uit Lugana over een veel beter bewaarpotentieel beschikken dan trebbiano’s uit Toscane werd vermoed dat de Trebbiano di Lugana een andere druivenras is dan de Trebbiano di Toscano. Professor Attilo Scienza van de Universiteit van Milaan onderzocht de betreffende druivenrassen en kwam tot de conclusie dat de Trebbiano di Lugana niet verwant is aan de Trebbiano di Toscano, maar wel aan de Trebbiano di Soave alias Verdicchio. Die verwantschap betekent overigens geen volledige overeenkomst. In Lugana heeft de druif zich aangepast een de specifieke omstandigheden in de streek en er is wellicht sprake van een kruising met een andere druif. 100% bewijs is er (nog) niet, maar in Lugana heeft men er in ieder geval voor gekozen om de eigen identiteit van de druif te benadrukken en niet de relatie met Soave of de Verdicchio. Om deze reden wordt de druif turbiana genoemd. Qua karakter valt zijn van nature hogere zuurgraad op en aroma’s van citrus en witte bloemen; in de smaak proeven we vaak een amandelbittertje. Het microklimaat in Lugana past goed bij het relatief lange groeiseizoen van de druif met zijn dikke schil, ze worden tot wel 4 weken later geplukt dan zijn familieleden in de eerder genoemde streken.            

Bodem
Zoals eerder aangehaald, wordt de bodem in Lugana gedomineerd door klei, duizenden jaren geleden hier aangevoerd tijdens de laatste ijstijd. Deze klei is compact, rijk aan minerale zouten en goed in staat om water vast te houden. Is het erg warm en droog, dan vormt de klei een vrijwel ondoordringbare laag die problemen kan geven omdat water niet afgevoerd kan worden. Om deze reden zorgen de meeste wijnboeren dat hun wijngaarden een zekere ronding hebben, waardoor water niet blijft liggen, maar naar afwateringskanaaltjes onderaan de kleine heuvels loopt. De gehele DOC Lugana is dan ook een lappendeken met veel kleine wijngaardjes op licht bollende heuvels. Ze hebben over het algemeen een grootte van 3000 m², de hoeveelheid grond die iemand per dag kon bewerken (omploegen etc.). Hoewel het gebied relatief klein is, zijn er diverse verschillen tussen de wijngaarden. Deze verschillen worden o.a. veroorzaakt door het type klei (grijsgroen tot bruinrood), de dikte van de kleilaag, de aanwezigheid van meer of minder zilte bestanddelen (zoals in de meer noordelijke wijngaarden) of juist zand, hoogte (variërend van 60-135 meter) en de ligging t.o.v. het Gardameer. Onderzoeken om tot een zekere classificatie van bepaalde wijngaarden (cru’s?) te komen zijn gestart, maar het feit dat er heel veel zijn bemoeilijkt de besluitvorming.

Klimaat
Een heel belangrijk aspect in de unieke persoonlijkheid van Lugana betreft het klimaat. De ligging direct ten zuiden van het gardmeer zorgt voor een continue aanvoer van koele lucht uit de bergen vanaf het meer. De temperatuurverschillen tussen dag en nacht zijn hier minder groot en waar druiven in veel andere gebieden juist profiteren van een zekere rust tijdens koele nachten, weet de turbiana zich verzekerd van meer gematigde omstandigheden waardoor hij gedurende het lange groeiseizoen veel tijd heeft om complexe aroma’s te ontwikkelen. Extreme hitte waardoor o.a. de fotosynthese stopt en er risico’s zijn t.a.v. een onvolledig aromatische rijping, komt in Lugana niet voor. Volgens de klimaatclassificatie van Köppen-Geiger valt de regio in klimaatklasse Cfa, Maritiem zonder droog seizoen en met warme zomers. De gemiddeld temperatuur bedraagt 12,6°C, met juli als warmste maand (gemiddeld circa 23 °C) en januari als koudste (1,2 – 1,4 °C). Gedurende het gehele jaar is er wel sprake van neerslag (jaarlijks 83-835 mm), maar zoals is aangehaald, zijn de wijngaarden hierop aangepast. Het gematigde klimaat zorgt voor een lang groeiseizoen en de oogst start doorgaans pas eind september om tot in november voort te duren. Deze bijzondere omstandigheden zorgden er in 2014 voor dat de oogst hier juist niet matig tot slechts was zoals in zoveel andere delen van Italië. Aan klimaatverandering ontkomt ook Lugana niet, maar enorm groot zijn de problemen nog niet. De wind van de bergen over het meer zorgt voor voldoende verkoeling en door het wijngaardmanagement aan te passen (meer blad) weet men te hoge alcoholpercentages te voorkomen.

Tot slot
Met betrekking tot de afsluiting van flessen past men de nodige innovatie toe. Algemeen geaccepteerd is het gebruik van schroefdoppen en kunststof ‘kurken’. Nieuw is de inzet van afsluiters van rietsuiker; ook een natuurproduct, maar dan zonder risico op TCA-besmetting. Net als bij natuurkurk is de invloed van dit type afsluiter anders dan bij schroefdoppen. Onder schroefdop verandert de wijn niet of nauwelijks, bij een natuurlijke afsluiter als kurk of rietsuiker is daar wel sprake van, zo hebben diverse testen uitgewezen.
Ook nieuw is de perceptie van de lokale en regionale horeca t.o.v. de ‘eigen’ wijnen. Caffè Italia, het historische restaurant in Desenzano gebruikte vroeger een anonieme Lugana alleen als huiswijn; de wijnkaart was voorbehouden aan ‘serieuze’ witte wijnen. Nu spelen diverse Lugana’s juist een hoofdrol op de wijnkaart. Ook op de wijnkaart van het 5 sterren hotel Villa Cortina in Sirmione  prijken reeksen Lugana’s, inclusief diverse oudere jaargangen. Men is zichtbaar trots op de wijnen uit de eigen streek.

Geproefd
Tijdens een persreis en voornoemde perslunch in Amsterdam maakte ik kennis met een groot aantal  wijnen en tekende ik de volgende proefervaringen op van mijn persoonlijke favorieten.

Avanzi, Lugana, 2017
Mooie neus, bloemen, wit en geel fruit, goed sappig van smaak, jong en rassig met mooie zuren;  tonen citrus in de afdronk, nette wijn

Brunello, Lugana Black label, 2017
Neus is mooi fris en zuiver met tonen rijp zoet wit fruit, witte bloesem en wat rinse appel; in de mond goed sappig met voldoende materie, prima balans en lengte, wat anijs in finale

Bulgarini, 010, Lugana, 2017
In de neus tonen van tropisch fruit als ananas en banaan; in de mond keurige balans, goed sap, toegankelijk en verteerbaar, wat amandel in afdronk

Ca Lojera, Lugana, 2017
Iets kruidig, veldbloemen, goede aanzet, soepel, jong, nette zuren, wat citrus en bittertje, prima balans en lengte, mooi schoon en verfrissend

Ca’ Maiol, Molin, Lugana, 2017
Wijn van ‘single vineyard’, 5% opgevoed in derde jaars barriques Frans eiken, 35 jaar oude stokken, productie 40.000 flessen.
Nette wijn, mooie schone, fruitrijke geur, hout is goed gedoseerd, verfrissend zuurgraad, mooi rijp fruit, florale toets, heel doordrinkbaar 

Le Morette, Mandolara, Lugana, 2017
Enkelvoudige aanzet, klein bittertje mooi droog, citrus/grapefruit, eindigt goed droog, schoon, direct en eerlijk

Marangona, Lugana, 2017
Biologisch werkende producent die nog volop zoekt naar wat mogelijk is en hij nu precies wil. De wijnen verschillen daardoor nog elk jaar, maar de lijn is duidelijk: geen hout, maar veel wijn, natuurlijk en gericht op de toekomst. Deze reguliere Lugana is zuiver, strak, goed fris met tonen van rinse appel en een mooie bite door een aangenaam bittertje en prima lengte; heel verteerbaar met eigen karakter

Ottella, Le Creete, Lugana, 2017
Single vineyard; 15 dagen schilcontact, battonnage, van dagelijks tot 1-2 x per week, geen toegevoegde sulfiet. Licht oranje blos; krachtige geur, zest, grapefruit, mooie zuren, duidelijk bitter, maar goed verweven, wat mandarijn inde afdrink; sappige eetwijn met prima balans en lengte

Zenato, San Benedetto, Lugana, 2017
Sappige, toegankelijke wijn met prima sap, fruit en balans, strakke, frisse tonen van citrus, iets floraal, amandelbittertje, betrouwbare allemansvriend

Citari, Torre, Lugana, 2016
Gemaakt van druiven die het laatst zijn geoogst; opvoeding in RVS, in juni 2017 gebotteld.
Goed volle wijn, duidelijk materie, goede zuren, typische 2016, elegant, met mooie vulling en spanning, wat citrus en wit fruit in finale; eindigt aangenaam droog

Marangona, Cemento, Lugana, 2016
Vergist in cement met schil, 9 dagen schilcontact op 14 graden, rijping van 8 maanden in keramieken vaten en tanks RVS; geur is breed, mooi floraal, duidelijk bitters, veel sap en grip; prima balans gastronomisch, zeer fraai

Marangona, Tre Campanie, Lugana, 2016
Van 40 jaar oude wijnstokken; zachte persing, korte weking en gisting in RVS; daarna 8 maanden in cementen cuves; mooie volle aanzet, krachtig met hoge zuren, maar saprijk en prima balans, veel citrus, bittertje, goed sap, doordrinkbare en opwekkende eetwijn

Olivini, Demesse Vecchie, Lugana, 2016
Open geur, rijpe, zoete appel en brioche; opent zich in het glas, heeft echt lucht nodig; mooie zachte fruittonen, prima zuurgraad en balans, correcte lengte

Selva Capuzza, Selva, Lugana, 2016
Goed volle neur, bloemen en witte vruchtjes; mooie structuur, kruidig accent, grapefruitbittertje, rassige toets, afgeronde afdronk  

Ca’ Lojera, Riserva del Lupo, 2015
Kruidige geur, florale tonen, wat saffraan en anijs, volle rijke aanzet, veel sap en smaak, mooie zuren, wat hout, verweven veel lengte en inhoud, gele vruchten en bloemen, wat anijs; complete  wijn

Le Morette, Lugana Riserva, 2015
Laat geoogste druiven eind oktober, gisting gestart in RVS, daarna 15-18 maand sur lie in RVS; verleidelijke, romige geur en smaak; vol en rijk met veel rijp fruit en nette zuren, ook karamel, saprijk, eerder breed dan diep, maar sappig en met correct balans, krachtig en jong, gun de wijn tijd/lucht

Ottella, Molceao, Lugana Riserva, 2015
80% in rvs 20% in mix houten vaten; veel sap, hoge zuren, zilte toets, citroen, limoen heel fris, mooie structuur, saprijk, grapefruitbittertje, erg jong, hout goed verweven

Zenato, Riserva Sergio Zenato, Lugana Riserva, 2015
Volle kleur en geur; rijk geurend, duidelijk hout, maar verweven, vanille, honing, wit fruit, floraal met goede zuren, veel spanning en een mooi bittertje; zeer compleet, edele eetwijn

Colli Vaibò ‘Gemma’ Lugana Riserva 2014
Fraaie rijke geur, veel aroma’s van o.a. rijp fruit als perzik, bloesem en kruiden; ook in de mond vullend met mooi gerijpt fruit, veel sap en ;lengte, voorname eetwijn die aantoont dat er in 2014 wel degelijk zeer fraaie witte wijnen gemaakt zijn in Italië.

Corte Sermana, Lugana Riserva, 2014
24 mnd rvs 10% tonneaux, 8 gr zuren (geen malo); veel sap hoge zuren, nog strak en jong, goede vulling, heeft duidelijk tijd nodig, grapefruitbittertje, eindigt mooi schoon; aanbevolen lokale gerecht: parelhoen met eieren.

Ca’ Lojera, Riserva del Lupo, Lugana Riserva, 2013
Ingetogen neus, slanke aanzet, mooi levendig, frisse zuren, goede spanning, gemiddelde structuur met prima balans, verleidelijke eetwijn

Monotale, Orestilla, Lugana, 2013
Wat meer kleur, ontwikkeling in de neus, goed fris nog, floraal met tonen van boterbloem, veel sap en smaak in de aanzet, mooie zuren, levendig en vooral heel sappig, prima lengte en spanning; fraaie wijn, mooi gerijpt

Zenato, Sergio Zenato, Lugana Riserva 2013
Voortrekker van de Riserva-stijl; wijnen waarin de ware klasse van Lugana tot uitdrukking komt.  Breed en weelderig met een fijne houtinbreng, wat honig, florale tonen, boterbloem, goede balans, zoetje, veel sap en smaak, internationale stijl, goed gemaakt, veel lengte

Le Morette, Lugana Riserva, 2012
Ingetogen geur, in de mond duidelijk hout, met zoete toets van vanille en honing, goede zuren, hout duidelijk aanwezig, maar wijn kan het aan, gulle eetwijn

Zenegaglia, Luna de Lago, Lugana Riserva, 2012
In de neus impressies van pijnboompitten naast wit fruit; qua smaak sappig met tonen van fruit, honing en bloesem, goede balans, mooie vulling, nette balans

Pasini San Giovanni, Busocaldo 2011 (in juni 2016 op de markt)
Rijke geur, gedroogd tropisch fruit, perzik, wat banaan, ananas, duidelijk lie, duidelijk geen hout, 
strak, beetje hard zelfs, veel materie, erg jong, veel lucht nodig

Pasini San Giovanni, Busocaldo, Lugana, 2009
Gist, zoete appel, veel materie, eetwijn
Mooi breed en goed diep, precies, veel geel fruit, mooie vullig en balans, goede zuren, potentieel, exotische tonen, wat gedroogd fruit, appel, ananas, balans, goede balans, eetwijn

Pasini San Giovanni, Busocaldo, Lugana, 2008
24 maanden rijping heeft de wijn veel kleur gegeven, goudgeel; mooie geur, breed, gedroogd tropisch en exotisch fruit, licht cremig, heeft lucht nodig, komt langzaam los in het glas; geen makkelijke wijn, veel umami, eigenzinnige eetwijn, moet je mee werken, heel gastronomisch

 

Ca’ Lojera, Lugana Superiore, 2002
Volle gerijpte kleur, strogeel; ontwikkelde geur, gedroogde en ingemaakte witte en gele vruchten, mais, in de mond duidelijk gerijpt, maar nog vief, mooie karameltoets, eetwijn, erg netjes

Terrecrea, Lugana, 2002
Nette balans, nog altijd fris en schoon, wat geel fruit, heel fris en mooi zuiver, mooie gerijpte Lugana

Ca Lojera Annata Storica, 1999
Wijn ooit gebotteld als ‘Vigna Silva’, maar waarvan 1500 flessen zonder etiket achtergebleven in de kelder achter een voorraad courante wijnen; werd pas na jaren ‘ontdekt’.  
In kleur en geur ontwikkeld,, maar nog altijd levendig; duidelijk hout, goede fraîcheur nog, hoge zuren, technisch gezien misschien teveel hout, maar wijn kan het hebben; interessante en leerzame wijn die aangeeft hoe goed een Lugana kan ouderen, zelfs als het hout te nadrukkelijk aanwezig is.

Podere Corte Tosini, Cru Lugana, 1997
Licht zuivel, boter, mooi evenwichtig in geur en smaak, keurige aanzet, florale tonen, licht kruidig, mooie balans, fijne gerijpte tonen, citrus, grote citroenen, limoen, mooi gerijpt, nog altijd potentieel

Roveglia, Filo di Arianne, Lugana Vendemia Tardiva, 2016
Van 55 jaar oude wijnstokken; oogst in november na 3 koude nachten (rond vriespunt); gisting en weking van 3 maanden in RVS, daarna in grote vaten Slavonisch eiken; in de neus floraal, veel honing, boterbloem; zachte volle aanzet, waaiert breed uit, mooi zuren, delicaat zoet, ingetogen, hout fraai geïntegreerd; breed inzetbaar in de gastronomie

Marangona, Rabbiosa, Lugana Vendemmia Tardiva, 2015
Van 50 jaar oude wijnstokken, deel druiven botrytis, begin november geoogst, gisting en
weking in RVS, 25 gr/l restzoet; fraaie geur met honing, elegant, fijntjes, in geur en smaak, licht gedroogd fruit en bloemen, mooi bitter, hint karamel, zilte toets, mooi balans en spanning, verteerbaar

 

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn

Roero Days

Roero days

Arneis en nebbiolo uit de Roero; de moeite van het ontdekken waard.

Piëmonte telt veel intrigerende wijngebieden waar de producenten zich graag aan pers, horeca, handel en particuliere liefhebbers presenteren. Fameus zijn de evenementen in de Langhe waar de Barolo en Barbaresco centraal staan, maar ook die in Alto Piemonte en Nizza hebben inmiddels een prima reputatie. Enige tijd geleden bezocht ik voor het eerst de Roero Days in Guarene, waar circa 70 producenten hun wijnen van (voornamelijk) arneis en nebbiolo lieten proeven.

Roero
Als één van de vijf grote wijndistricten in Piëmonte, weet de Roero zich in goed gezelschap van Monferrato, L’Astigiano, Langhe en Alto Piemonte. Centraal gelegen tussen deze buren, heeft de streek een beetje van alles wat de anderen ook hebben. We vinden er verschillende druivenrassen, een mooie diversiteit qua terroir, allerlei microklimaten en veel getalenteerde wijnmakers. Dat maakt de Roero meer gevarieerd dan men wel eens vermoedt, hoewel er een duidelijke hoofdrol is voor ‘slechts’ twee druivenrassen, de arneis en de nebbiolo.

Guarene
Enthousiaste particulieren en geïnteresseerde professionals bezochten het majestueuze, 18e eeuwse Castello di Guarene, om er nader kennis te maken met de wijnen die de streek in 2017 een omzet gaven van circa 32 miljoen euro. Van de 6,5 miljoen flessen Roero DOC die er in 2017 werden geproduceerd, nam Roero Arneis er 6 miljoen voor haar rekening, afkomstig van de 832,89 hectare die nu met dit druivenras is aangeplant.  Er zijn momenteel 194,58 hectare met nebbiolo, die samen ongeveer een half miljoen flessen opleveren. Ongeveer 60% van de wijnen van de circa 300 wijnboeren wordt geëxporteerd, aldus Francesco Monchiero, President van het Consorzio di Tutela Roero.

MGA
Het consorzio heeft op dit moment 135 zogenaamde MGA (Menzioni Geografiche Aggiuntive) geregistreerd (waaronder 19 gemeenten), waarmee men de unieke eigenschappen van deze cru’s wil benadrukken. Verschillende van de beste liggen op de soms zeer steile hellingen van de zogenaamde Rocche, een heuvelrug die ontstond toen de rivier de Tanaro zich een baan door het gebied baande. In de circa 10 km lange kloof die de rivier vormde, zijn de verschillen in de bodemstructuur duidelijk te zien.

Bodem
De verschillen in die bodem zijn het resultaat van geodynamische processen die hun oorsprong vinden in het geologische tijdvlak Trias ( i.c. Hettangien en Rhaetien), maar voortduurden tot in het Jura, Krijt en Neogeen (vooral Mioceen en Plioceen) en daarmee een ruim 200 miljoen jaar in beslag namen. Diverse geologische structuren als bekkens (bassins met sedimenten waaronder kalkskeletten van zeeorganismen), horsten en slenken (respectievelijk omhoog en omlaag bewogen verschuivingen van aardlagen) en gebergten bewogen tegen, langs, boven of onder elkaar en hun bewegingen bepaalden welke lagen aan het oppervlakte kwamen. Verwering, erosie en de invloed van rivieren, gletsjers etc. zorgden uiteindelijk voor de nu zichtbare structuur en samenstelling van de bodem. In de Roero zien we daarom zowel de grijsblauwe mergel uit het Plioceen als kalkrijke lagen uit het Mioceen. Een mix van mergel met zandsteen en mariene sedimenten, aangevuld met kalksteen, wat klein en zand komt het meeste voor. Deze bodems zijn poreus, arm aan organische materiaal, rijk aan minerale componenten (waaronder zouten) en geven de wijnen een meer elegant karakter. Erosie heeft vele (grillige) kloven en dalen gevormd met soms steile hellingen, waarbij rivieren enerzijds voor afzettingen van kiezel of klei hebben gezorgd en anderzijds juist meer mariene elementen aan de oppervlakte hebben gebracht.

Rocche
Befaamd is de circa 350 meter hoge heuvelrug die de Rocche wordt genoemd en de Roero van het noordwesten tot het zuidoosten (bij de rivier de Tanaro) doorkruist. De Rocche is ontstaan toen de Tanaro zo’n 220.000 tot 150.000 jaar geleden veel noordelijker liep dan zijn huidige loop. De losse bestanddelen van de voormalige zeebodem erodeerden gemakkelijk en de rivier vormde een diepe kloof. Later veranderde de loop van de rivier en liet de Rocche achter in de vorm die we nog altijd zien. Sinds deze tijd is de Tanaro ook de natuurlijke grens tussen de Roero en de Langhe. Op de top van de Rocche vinden we wat ooit het strand van de Padano oerzee was en de bodem bestaat er nog altijd uit zand (80%) met kleinere delen kalksteen. De beste wijngaarden vinden we op de vrij steile hellingen, vaak op terrassen met een overwegend zuidelijke expositie. Meer zand met minder kalksteen en meer mariene elementen vinden we op de lagere delen van de Rocche in het oosten. De bodem heeft hier een hogere zuurgraad dan elders en wordt minder geschikt geacht voor wijnbouw.

Klei en leem
De bodem in het centrale deel van de Roero wordt gedomineerd door grijs-blauwe leem (silt) met kalksteen en klei uit het Plioceen (NB: klei bestaat uit minimaal 8% lutum (plaatvormige deeltjes van < 0,002 mm) en maximaal 75% leem; leem bevat maximaal 50% zand en 25% lutum). De hoeveelheid kalksteen varieert van 3-10% (bij Priocca, Canale en Govone) tot wel 50% tussen Corneliao en Govone.

Marne
Vlak bij de rivier de Tanaro (en dichtbij de DOCG Barbaresco in de Langhe) vinden we de zogenaamde Marne di S.Agata Fossili, een bodem met kalkrijke klei (rijk aan magnesium en mangaan) met kalksteen en fijn zand die we overigens ook tussen Barolo en la Morra in de DOCG Barolo aantreffen.  

Het klimaat
Zoals ook de bodem in de Roero varieert, zo zien we ook diverse microklimaten, afhankelijk van de ligging t.o.v. de rivier de Tanaro, de hoogte en de expositie. Over het algemeen is het redelijk droog en de neerslag die er valt, wordt amper opgenomen in de poreuze bodem.  De totale neerslag bedraagt 650 tot 720 mm per jaar (sommige delen zelfs < 500mm) en is daarmee lager dan in de meeste delen van zuidelijk Piëmonte (in La Morra valt jaarlijks gemiddeld 733 mm, in Ghemme in Alto Piemonte 1011 mm). Sneeuwval in de winter is daarbij minstens zo belangrijk als regen in het voor- of najaar; hagel komt frequent voor en zorgt helaas voor meer schade aan de plant dan voor aanvulling van de waterreserves in de bodem.

Land-, tuin- en wijnbouw
Wijn is belangrijk in de Roero, maar de teelt van aardbeien, perziken (Canale), kersen, abrikozen, appels, peren (Madernassa) en hazelnoten is er minstens zo belangrijk, ook voor een gezonde biodiversiteit. Wijnbouw was al in (en voor ) de Romeinse bekend in de Roero, maar fruitteelt was er eeuwenlang de belangrijkste vorm van inkomen. Aan het begin van de vorige eeuw verruilden velen echter het werk op het land voor een baan in de industrie in grote steden als Turijn en vooral de wijnbouw leed hieronder. Pas aan het eind van de 20e eeuw was er sprake van herstel, maar anno 2018 is de streek nog volop in ontwikkeling. Het totale wijngaard oppervlakte is met 1027,47 hectare nog altijd beperkt, zeker vergeleken met bijvoorbeeld de DOCG Barolo (2054 ha in 2014).  De concurrentie met collega’s uit de Langhe is groot, maar langzaam maar zeker begint de Roero de waardering te krijgen die ze verdient. Dat succes is overigens voor een deel te danken aan wijnbedrijven aan de andere kant van de Tanaro. Velen kochten er land toen dit voor een habbekrats te koop was in de vorige eeuw en wijnmakers als Alfredo Currado (Vietti) zorgden ervoor dat de productie van- en aandacht voor de arneis weer in ere werd hersteld.

Druiven
Met de arneis hebben we meteen verreweg de belangrijkste druif uit de Roero in beeld. De druif staat hier al zeker sinds de 15e eeuw aangeplant en doorgaans gebruikt voor zoete wijnen of de productie van vermouth. Door de phylloxera-plaag en de algehele teloorgang van de wijnbouw in de Roero aan het begin van de vorige eeuw, verdween de arneis vrijwel volledig uit beeld om pas in de jaren ’70 weer wat terrein terug te winnen. Giovanni Negri zou de eerste zijn geweest die in 1971 voor het eerst weer een droge tafelwijn van de arneis maakte. In (en voor) die tijd stond de arneis ook bekend als de witte nebbiolo. Hij is weliswaar niet verwant aan de nebbiolo, maar werd gebruikt in dezelfde wijngaarden omdat de geur insecten aantrok en zodoende hun aandacht van de nebbiolo afleidde. Ook werden delen arneis geblend met nebbiolo om de wijnen van deze druif een zachter karakter te geven. Andere witte druivenrassen van belang zijn de Italiaanse favorita (alias pigato en beter bekend als vermentino) en internationale viognier, riesling en diverse andere.

Nebbiolo
De belangrijkste blauwe druif is (uiteraard) de nebbiolo, op respectabele afstand gevolgd door de brachetto. Van deze laatste worden zowel droge als zoete wijnen gemaakt en een lokale specialiteit, de ‘birbet’ een licht mousserende variant, het resultaat van een voortijdige gestopte gisting. De nebbiolo is echter de druif waar de meeste aandacht naar uitgaat en hij geeft de Roero een wijn die kan competeren met die uit de Langhe of Alto Piemonte. Het is een misvatting dat nebbioli uit de Roero een soort opstap zijn naar Barbaresco of Barolo. Toegegeven, er worden illustere, fenomenale wijnen van nebbiolo gemaakt in de Langhe, maar ook veel doorsnee tot zelfs matige wijnen. De wijnbouw op hoog niveau in de Roero is jonger en de wijnen hebben er een ander, eigen karakter. Ook in de Roero worden geweldige wijnen van de nebbiolo gemaakt, vaak fruitrijker, soms eleganter, maar soms ook beduidend beter dan velen uit de wijndistricten in de buurt. Er wordt gesteld dat de bodem met zijn lichtere structuur ook dito wijnen oplevert, maar daarmee gaat men voorbij aan de grote verscheidenheid aan bodems en wijnen in zowel de Roero als de Langhe en Alto Piemonte. Ook het feit dat we in zowel de Roero als Barbaresco en la Morra de Marne di S.Agata Fossili aantreffen, logenstraft dergelijke beweringen. De nebbiolo is een druif met een serieus karakter, maar zijn faam is voornamelijk gebaseerd op aspecten als complexiteit en finesse. De kracht die men meestal aanhaalt is eerder gebaseerd op een slechte vinificatie en uitgedroogde wijnen van druiven die onvoldoende aandacht hebben gekregen in de wijngaard dan op wijnen die juist gekenmerkt worden door elegantie.

Variatie
Ook in de Roero vinden we naast wijnen met een lichte structuur, diverse breed geschouderde wijnen, veelal het gevolg van keuzes van de producent t.a.v. wijngaardmanagement en vinificatie. Wat de wijnen uit de Roero gemeen hebben met wijnen van dezelfde druif uit andere districten, zijn primair de kenmerken van de druif: zoals de florale aroma’s van rozen en viooltjes en fruitige nuances van rode vruchten  fruit, aangevuld met accenten van kruiden, noten, balsamico, teer en (afhankelijk van de producent) tabak en mokka of juist zoete specerijen van de houtlagering. Een frisse zuurgraad en wat tannine horen bij de druif en ontbreekt ook in de Roero niet. Terroir (microklimaat) en vinificatie zijn uiteindelijk bepalend voor de kwaliteit en het karakter van de wijn en maken dat ook de wijnen uit de Roero enorm kunnen variëren in stijl en kwaliteit. Naast wijnen met veel concentraat en lengte, proefde ik ook veel zeer doordrinkbare wijnen met een hele schone expressie van de nebbiolo, deze meestal opgevoed in RVS i.p.v. hout. Zo eerlijk en puur tref je nebbioli niet snel ergens anders aan. 

DOCG
De Roero kent 2 DOCG’s: de witte Roero Arneis DOCG van minimaal 95% arneis en de rode Roero DOCG van minimaal 95% nebbiolo. Beide versies kennen ook een riserva. De witte Roero Arneis mag aangevuld worden met maximaal 5% andere witte druiven uit de regio, mits ‘niet-aromatisch’. Stijgend in populariteit is de mousserende versie, de Spumante, die kan variëren van ‘Pas Dosè’ tot ‘Doux’. De rode Roero DOCG staat maximaal 5% arneis toe, gebaseerd op oude tradities. Ook andere druivenrassen zijn toegestaan, maar dan van elke ras maximaal 3%. In de (hedendaagse) praktijk is een Roero DOCG meestal een 100% nebbiolo. Voor de rijping van een rode Roero DOCG is minimaal 20 maanden voorgeschreven, waarvan minimaal 6 in hout. De rode Roero riserva rijpt minimaal 32 maanden, waarvan 6 in hout. Minimum alcoholpercentages zijn: 11,5% voor de spumante, 12,0% voor de witte (ook de riserva) en 12,5% voor de rode en de rode riserva. De MGA’s staan aan het einde van dit artikel vermeld.

Geproefd:
Tijdens de Roero Days proefde ik tientallen wijnen, o.a. verschillende oudere jaargangen tijdens enkele begeleide proeverijen. De volgende wijnen maakten een prima indruk:

Wit:

Malvirà
Diverse wijnen van deze zeer betrouwbare producent geproefd, waarbij ik een voorkeur heb voor de witte, hoewel de 2013 Roero Riserva zich erg fijn presenteerde. De reguliere 2017 Arneis is een heerlijk verteerbaar en doordrinkbaar glas; een ‘doe maar die maar’ wijn. De 2016 Vigna Trinita heeft wat hout gehad, maar dat is zeer goed gedoseerd; veel fruit en bloesem, zilte toets en fraaie lengte. In de 2015 Vigna Renesio meer citrusfruit, ook spannend en energiek, jong met lange afdronk. 

Valfaccenda, Roero Arneis, 2016
Een deel van de druiven is afkomstig van oude wijnstokken (60 jaar); Luca Faccenda gaat voor inhoud en lengte en werkt daarom met lage rendementen, inweking van de schillen, een gedeeltelijke opvoeding eikenhouten vaten van 600 liter en een flesrijping van minimaal een jaar. Het resultaat is een wijn met veel kracht en karakter; in neus en mond veel sap en macht, veel energie en lengte, de aroma’s neigen naar amandelen, zest, bloesem en kruidenl; heel compleet en gastronmisch.

Mario Costa, Roero Arneis, 2016
Mooie spanning en vulling, wit fruit en florale tonen in geur en smaak, tonen van anijs en venkel, prima balans, lekker glas

Giacomo Barbero, Roero Arneis, 2016
Erg fraaie balans tussen sappige fruittonen (wit en geel fruit) en fraaie zuurgraad, mooie vulling, wat tannine voor grip, toets anijs; levendige eetwijn, prima lengte; de 2017 is wat achter en meer afgerond. 

Pedaforna, Cascina Fornace, Roero Arneis, 2014
rijk en vullend met mooie, afgeronde aroma’s, saprijk en krachtig met zilte toets en rijp en gerijpt wit fruit, aangevuld met wat honing, duidelijk lengte en fractie beter dan de Valdavato, Roero Arneis, 2013 van dit huis.

Generaj di Gian Paolo Viglione, Roero Arneis, 2012
Gerijpte geur, licht boterig, wat hooi en honing, mooi zuiver en nog altijd fris met zacht middenrif; goede balans, aangename zuren, fijntjes

Pace, Roero Arneis, 2012
Nette geur met gerijpte tonen, gedroogde bloemen en een zachte fruittoets met tonen van abrikozen en perzik; keurige, licht gerijpte wijn, gemiddelde structuur, nu drinken

Sette Anni, Angelo Negro, Roero Arneis Riserva, 2011
Rijke kleur en geur; citrus, amandelen en perzik; in de mond veel sap, rijk gestructureerd met massa’s wit en geel fruit en veel spanning; florale tonen, bloesem, citrus en amandel, je blijft aroma’s ontdekken, nog jeugdig, indrukwekkende wijn met zeer veel lengte, geen spoortje vermoeidheid; een genot aan tafel.

Rood:

Vigna San Bernardo, Le More Bianche, Roero, 2015
Heel schoon en puur, floraal met fijn rood fruit; prima balans  met rijpe tannine en goed gedoseerde zuren, complete wijn, heel doordrinkbaar, mooier/completer dan de 2014

Le Val dei Preti, Matteo Correggia, Roero, 2014
Van 75-80 jaar oude wijnstokken op zandbodem; mooie vulling en balans, fraaie spanning door combinatie levendige zuren en subtiele fruitaroma’s; heel precies en gedefinieerd, complex; 18 maanden hout is volledig geabsorbeerd door het fruit en heeft fijne aroma’s van zoethout en tabak toegevoegd; fruit blijft overheersen, grootse wijn. Wie dit proeft weet dat de Roero finesse en kracht kan combineren en daarmee minstens zoveel te bieden heeft als de toppers uit Barbaresco, Barolo, Ghemme etc. etc.

Ròche d’Ampsèj, Matteo Correggia, Roero Riserva, 2013
De bodem van deze wijngaard bevat meer klei en dat geeft de wijn een andere, bredere structuur, versterkt door een weking van 45 dagen en opvoeding van 2 jaar in hout. Je hoort mensen wel eens twijfelen over het nut van een ‘nebbiolo riserva’. Deze wijn beiwjst waarom we ze (de beste uiteraard) moeten koesteren. De wijn is krachtig met veel fruit, hout, hoge zuren en een stevige tanninestructuur, maar met alles in de juiste proporties en volledig in balans; prachtige eetwijn

Betlemme, Bricco del Prete, Roero Riserva, 2012
Ingetogen neus; sappig in de mond, mooi fruit, bessen en kersen, goed verweven hout en rijpe tanninestructuur; wat zoethout en laurier, evenwichtige eetwijn

Bric Paradiso, Tenuta Carretta, Roero Riserva, 2012
vrij diep gekleurd; krachtige geur met drop, leer, hout, rood fruit, een florale toets en wat vacht, heel breed; ook in de mond krachtig met veel sap en materie, zoethout en kruidige toets in de afdronk, veel wijn   

Il Faccenda, Valfaccenda di Luca Faccenda, Roero, 2011
2e jaar dat deze wijn is gemaakt; nette geur met fijne aroma’s van rozen en rood fruit; rijp met wat tannine, blijft keurig in balans; ongekunsteld, eerlijk en verteerbaar.

MGA’s:
Anime, Anime Nere, Baldissero d’Alba (commune), Baroni Incisa, Bastia, Betlemme, Bric Bossola, Bric del Medic, Bric Mortariolo, Bric Nota, Bric Paradiso, Bric Rossino Vadonia, Bric Valdiana, Bricco Braida, Bricco della Quaglia, Bricco delle Passere, Bricco di Piobesi, Bricco Genestreto, Buonagiunta, Caialupo, Canale (commune), Canorei, Canton Sandri, Casà, Cascinotto, Castagnito (commune), Castellero, Castellinaldo (commune), Ciabot San Giorgio, Ciriagno, Colla, Corchesi, Corneliano d’Alba (commune), Corso, Cortine, Costabella, Coste Anforiano, Crocetta, Croera, Cumignano, Fontane, Gaiuccio, Garbiano, Gorrini, Govone (commune), Granmadre, Guarene (commune), La Valle, Lamontà, Le Coste, Leschera, Loghero, Loreto, Madernassa, Madonna dei Cavalli, Madonna delle Grazie (Priocca), Madonna delle Grazie (Santo Stefano Roero), Magliano Alfieri (commune), Malapessina, Mombeltramo, Mombirone, Mompellini, Monfriggio, Monpissano, Montà (commune), Montalbano, Montaldo Roero (commune), Montebello, Monteforche, Monteu Roero (commune), Monticello d’Alba (commune), Montiglione, Montorino, Morinaldo, Mormore, Muschiavin, Occhetti, Occhetti Castelletto, Occhetti San Pietro, Occhetti Violi, Oesio, Parere, Patarun, Pecetto, Peiroletto, Piloni, Piobesi d’Alba (commune), Pioiero, Pocapaglia (commune), Prachiosso, Priocca (commune), Rabini, Reala, Reina, Renesio, Renesio Incisa, Renesio Montorone, Renesio Valbellina, Rivera, Rivetto, Rocca Cerreto, Roncaglia, Roncaglie, Rurey, S.S. Trinità, Sabbione, Sacargena, San Bernardo, San Carlo, San Defendente, San Giacomo, San Grato, San Michele (Canale), San Michele (Monteu Roero/Santo Stefano Roero), San Quirico, San Rocco, San Salvario, San Siverio, San Vincenzo, San Vittore, Sanbod, Sanche, Sant’Anna, Sant’Antonio, Santa Margherita, Santa Vittoria d’Alba (commune), Santo Stefano Roero (commune), Sassonio, Scorticato, Serra, Serra Lupini, Serra Zanni, Sicurana, Soarme, Sommariva Perno (commune), Sru, Sterlotti, Surie, Tanone, Tavoleto, Torion, Torre, Trinità, Trono, Tucci, Val di Stefano, Valmaggiore, Valmezzana, Valteppe, Varinera, Vezza d’Alba (commune), Vis Pautass, Volta

Voor meer informatie, zie : www.consorziodelroero.it

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn

Vega Sicilia

Vega Sicilia

Vega Sicilia n.a.v. jubileumproeverij le Vin en Direct; "Sit back, relax & enjoy" (vrijwel) alles over dit mythische wijnhuis.

Jubileum
Le Vin en Direct viert in 2018 het 25-jarig bestaan met een reeks uiterst exclusieve proeverijen. Na de Masseto-meeting in mei bij restaurant Joelia, was het op dinsdag 10 juli tijd om nader kennis te maken met Pablo Álvarez Mezquíriz en verschillende van zijn wijnen in restaurant Bougainville in Amsterdam. Henk Maas, eigenaar van le Vin en Direct, koos deze keer voor een verticale proeverij van de Valbuena, één van de wijnen van het illustere Spaanse wijndomein Vega Sicilia, om deze daarna waardig af te sluiten met de meest exclusieve wijn uit hun assortiment, de Reserva Especial.

Único
Wat is er nog niet gezegd of geschreven over Vega Sicilia? Het domein behoort zonder enige twijfel tot de meest intrigerende wijnbedrijven ter wereld en velen hoor je al zachtjes zuchten van genot als ze alleen de naam al horen, zo was duidelijk te horen aan één van de vele topsommeliers die de proeverij in de middag meemaakten. De wijnen genieten nu eenmaal een mythische reputatie, gebaseerd op een persoonlijkheid en klasse die misschien soms wordt geëvenaard, maar zelden overtroffen; de beroemdste wijnen dragen niet voor niets de naam ‘Único’.

Desamortización
Hun geboortegrond is de Ribera del Duero (DO sinds 1982) in provincie Valladolid in het noordwesten van Spanje. De Markiezen van Valbuena (met onder hen Don Antonio Ibáñez de Riva Herrera, rijkelijk met titels getooid zoals Aartsbisschop van Toledo en generaal inquisiteur van Spanje) zijn er in de 17e eeuw grootgrondbezitters, maar zetten hun landgoederen in 1817 te koop onder druk van de economische malaise in Spanje. De Bask Toribio Lecanda y del Campo (die in deze tijd ook het wijnhuis Dehesa de los Canonigos verwerft) koopt in 1848 zo’n 2000 hectare uit de ‘desamortización eclesiástica’ van Juan de Dios Álvarez Mendizábal, de Spaanse zakenman en hoofdpersoon in de Spaanse liberale revolutie van 1936-1939. Tijdens de ‘desamortización’ worden veel kerkelijke bezitting onteigend en verkocht. Het originele plan voorziet in de verkoop aan boeren en burgers, maar uiteindelijk zijn het notabelen en anderszins gefortuneerden die in het bezit komen van het meeste land en diverse gebouwen.

Bordeaux
Torribio Lecanda gebruikt de grond primair voor veeteelt en landbouw, maar na zijn overlijden besluit zijn zoon Don Eloy Lecanda y Chaves er in 1864 zijn eerste wijngaarden aan te planten met 18.000 stekken die hij van Monsieur Beguerié in Bordeaux zou hebben gekocht. Zo stonden in de wijngaarden naast de gebruikelijke tinto fino (tempranillo) en garnacha juist vooral cabernet sauvignon, carmenere, merlot, malbec, petit verdot en zelfs pinot noir aangeplant. De keuze voor Bordeauxse druiven was overigens niet zo heel vreemd. Eloy genoot een opleiding in Bordeaux en wie zich in de geschiedenis van de cabernet verdiept, ziet al snel een Frans-Spaanse relatie. De door de Romeinen gebruikte Biturica, wordt namelijk beschouwd als een voorouder van de cabernet en zou door hen van of naar Iberia en Bordeaux zijn gebracht.

Verdiensten
Eloy kortte de naam van het domein ‘Pago de la Vega Santa Cecilia y Carrascal’ in tot ‘Vega Sicilia’, waarbij Vega verwijst naar het groen langs de rivier Duero en Sicilia naar Sint Cecilia, de (Italiaanse) beschermheilige van muzikanten die (naar verluidt) via muziek haar geloof in hogere krachten vond, maar desondanks rond 230 een uiterst gewelddadige dood stierf. De naam van het domein werd dus kleiner, maar de wijngaarden steeds groter. De druiven werden in die tijd overigens voornamelijk gebruikt voor de productie van distillaten. Dat de kwaliteit hiervan goed is, bewijst een kwaliteitscertificaat die men in 1876 tijdens een beurs in Philadelphia ontvangt en natuurlijk het feit dat men de ‘brandy’ aan het Spaanse hof mag leveren. Deze ‘verdiensten voor het vaderland’ leveren  Don Eloy Lecanda y Chaves in 1880 (tijdens het bewind van Alfonso XII) zelfs ‘de Orde van Isabella de Katholieke’ op.

Berooid
In 1882 had Eloy de beschikking over een half miljoen druivenranken, maar die leverden hem onvoldoende geld op om de schulden te betalen die was aangegaan om zijn droom te verwezenlijken. Die financiële problemen nopen Eloy Lecanda en zijn vrouw Emilia Coca Aguirre om in 1888 Pascual Herrero Bux te benaderen. De familie Herrero behoort tot de belangrijkste en meest invloedrijke in Spanje en beschikt over schier onuitputtelijke bronnen van inkomsten. Een klein deel daarvan wordt aangewend om 83,15% van de aandelen over te nemen, 16,85% laten ze in handen van Emilia en de zonen van Eloy. Zo redden ze Vega Sicilia van een bankroet en verder verval en verwerven ze een middel om hun prestige verder uit te breiden. Eloy Lecanda maakt daar niets van mee; hij sterft berooid in 1894.

Cosme Palacio
Omdat de Herrero’s geen ervaring in de wijnbouw hebben, besluit Antonio Herrero Velázquez, die sinds 1901 verantwoordelijk is voor het domein en in 1903 ook de laatste aandelen kocht, Vega Sicilia te verpachtten aan Cosme Palacio y Bermejillo. Deze uiterst succesvolle wijnmaker uit Rioja nam in 1894 de leiding op zich in het bedrijf dat zijn vader in 1863 oprichtte. Hij is een belangrijke figuur in de politieke en het sociale leven van Bilbao en levert hen enkele van de beste Rioja’s die de streek rijk is. Omdat de Spaanse wijnbouw door de phyloxeraramp moeilijke tijden doormaakt en er een structureel gebrek aan druiven is, ziet Palacio in Vega Sicilia een mooi alternatieven om het succes van zijn wijnhandel te handhaven.

1915?
Palacio laat de dagelijkse gang van zaken over aan Domingo (alias Txomin) Garramiola (1878-1933) en deze combineert zijn ervaringen in Bordeaux met de kennis die hij opdeed aan het Estación Enológic in Haro, het instituut dat in 1892 opgericht om onder meer de phylloxeramp het hoofd te bieden. Ook in de Ribera del Duero herstelt de wijnbouw zich na de phylloxeraramp en als in 1915 de pacht van het domein afloopt, weten de gebroeders Herrero Garramiola te overtuigen op het domein te blijven. Ze veranderen de naam in Hijos de Antonio Herrero en geven Garramiola de vrijheid wijnen te maken zoals hij ze wil hebben en ze onder eigen naam te bottelen. Hierdoor wordt de 1915 meestal als eerste jaargang van Vega Sicilia beschouwd, maar er is ook een 1905 gevonden waarvan wordt vermoed dat hij authentiek is en er is ooit ook een fles uit 1898 gezien.

Gran Premio
Onder leiding van Garramiola worden de eerste flessen Valbuena en Único gemaakt in de filosofie die we ook vandaag de dag nog kennen; smetteloze wijnen op topniveau dankzij veel aandacht voor kwaliteit en hygiëne en getypeerd door een lange houtlagering. Die houtlagering werd overigens ingegeven door de stijl van en de praktijken bij Cosme Palacio. Wijn werd daar pas na een concrete bestelling gebotteld en dat duurde niet zelden vele jaren. De kwaliteit van de wijnen is ongekend hoog en verrassend, want de Ribera del Duero is in die dagen bij slechts weinigen bekend als gebied voor wijnen op topniveau ook al wordt er al honderden jaren wijn gemaakt. In 1927 zijn er slechts twee producenten die wijn uitbrengen onder hun eigen naam: Vega Sicilia en Dehesa de los Canonigos. De meeste druiven uit de streek verdwijnen anoniem in de wijnen van bekende wijnhuizen in Rioja. De wereldtentoonstelling in Barcelona in 1929 zet Vega Sicilia en daarmee de Ribera del Duero volop in de schijnwerpers als de 1917 en 1918 worden onderscheiden met de Gran Premio de Honor, medailles die nog altijd de etiketten van Vega Sicilia’s Único sieren. Opvallend genoeg blijven de Herrero’s bij hun besluit om de wijn niet te verkopen, maar uitsluitend aan familie, vrienden en bekenden uit hun sociale en zakelijke netwerk te geven. Soms wordt een enkele buitenstaanders toegestaan de wijn te kopen, maar dan alleen tegen exorbitante prijzen. De wijn krijgt hierdoor al snel een mythisch imago én de reputatie de duurste Spaanse wijn te zijn; hij is letterlijk onbetaalbaar, want formeel niet eens te koop.

Garramiola, Renedo en Anadón
Tot de rode wijnen van Vega Sicilia behoren dan de Valbuena 3° (met 3 jaar rijping), de Valbuena 5° (na minimaal 5 jaar op de markt), de Único (alleen in de beste jaren uitgebracht) en de Único Reserva Especial, een blend van meerdere oudere oogstjaren en in principe alleen gemaakt voor eigen gebruik. Ook voor eigen gebruik is een witte Único, maar Txomin Garramiola maakte van deze wijn nog geen 2000 flessen per jaar. Als Txomin in 1933 komt te overlijden en wordt zijn werk voortgezet door Martiniano Renedo, zijn assistent en vertrouweling, de buurjongen die Garramiola als al kind meenam naar de kelders en hem daar inwijdde in de geheimen van Vega Sicilia. Renedo leerde respect te hebben voor de druif, het belang van optimale hygiëne in de kelder en het onder controle houden van de gistingstemperatuur. Garramiola streefde naar een gisting op maximaal 28 of 29 graden Celsius, in die tijd niet gemakkelijk. Alleen door deuren en ramen te openen of te sluiten kon hij de temperatuur beïnvloeden, geen senicure. De productie schommelde in die tijd rond de 60.000 flessen en lange tijd veranderd er weinig tot niks. Als Vega Sicilia in 1952 wordt verkocht aan Prodes, een zadenfabriek, wordt de productie van de witte wijn gestopt; de commerciële waarde ervan ontbreekt. Hoewel Vega Sicilia een vreemde eend in hun bijt is, zorgt Prodes wel voor nieuwe impulsen. Zo stellen ze in 1956 Jesús Anadón aan als directeur, een man met een visie en missie, zoals blijkt uit zijn streven naar de DO-status (Denominación de Origen) voor de Ribera del Duero. Opvallend genoeg wordt Vega Sicilia  in eerste instantie (om politieke redenen) niet eens opgenomen in de DO die in 1982 wordt toegekend, hoewel dit snel wordt gecorrigeerd. Met ingang van het oogstjaar 1983 is ook Vega Sicilia formeel een Ribera del Duero DO. Renedo blijft tot 1968 de wijnmaker van Vega Sicilia om te worden opgevolgd door de assistent van Anadón, Mariano García.

Nieuwe start
Industrieel Hans Neumann (afkomstig uit een Joodse familie uit Tsjechië) koopt Vega Sicilia in 1966, maar zijn hoofd is meer bij zijn zaken in zijn geboorteland Venezuela dan bij de wijn in de Ribera del Duero. Formeel zijn de aandelen overigens al voor 100% eigendom van zijn zoon Miguel, maar deze is minderjarig en valt nog onder de verantwoordelijkheid van zijn vader. De wijnwereld is ook niet Miguel’s specialiteit, maar het duurt nog tot 1982 voor hij het bedrijf te koop zet en zakenrelatie David Álvarez Díez vraagt daarbij te bemiddelen. Álvarez (die in 1978 de ETA ontvluchtte en Bilbao verruilde voor Madrid) startte in 1962 het schoonmaakbedrijf Central de Limpiezas El Sol, dat uitgroeide tot de Eulen groep, een concern met ruim 80.000 werknemers in Europa, het Midden-Oosten en Noord- en Zuid-Amerika. Tot zijn netwerk met vrienden, politici en zakelijke relaties behoren talloze grootheden, inclusief koning Juan Carlos, die hem in 2014 zelfs de (opmerkelijk genoeg, niet erfelijk overdraagbare) titel markies toekent. Hij vindt potentiele kopers in Zwitserland en Groot-Brittannië (er zou ook sprake zijn van een Arabier) en zelfs Julio Iglesias blijkt geïnteresseerd, maar Álvarez besluit Vega Sicilia ‘gewoon’ zelf te kopen. Net als de familie Herrero, ziet Álvarez Vega Sicilia als middel om zijn eigen aanzien extra glans te geven. Naar verluidt betaalt hij 500 miljoen peseta’s voor het domein, ingebracht door El Enebro, een nieuwe organisatie van David Álvarez en zijn toenmalige echtgenote Maria Vicenta Mezquiriz. El Enebro richt zich op de agrarische sector, met o.a. het vleesbedrijf Valles de Esla en alle wijn-activtiteiten ondergebracht in Tempos Vega Sicilia. De wijnwereld is nieuw voor  Álvarez, maar hij kan vertrouwen op de kennis en ervaring van wijnmaker Mariano García die er al sinds 1968 de wijn maakt en general manager Jesús Anadón die er toen al meer dan 30 jaar werkte.

Pablo Álvarez Mezquiriz
Het is ook deze Anadón die zich na 1982 over Pablo Álvarez Mezquiriz ontfermt en hem voorbereid op een toekomst als directeur van Vega Sicilia. Pablo geeft er zijn droom om dokter te worden voor op, studeert rechten i.p.v. medicijnen en volgt Anadón op in 1985. Als Maria Vicenta Mezquiriz in 1985 komt te overlijden, erven Juan Carlos, Marta, Pablo, María José, Jesús David, Elvira en Emilio, de zeven kinderen van haar en David Álvarez, gelijke delen van El Enebro en daarmee Vega Sicilia. Omdat de meeste kinderen nog erg jong zijn, heeft vader David Álvarez verschillende uitvoerende rechten. Veel bemoeit hij zich echter niet met de zaken, Pablo heeft alles onder controle. Dat verandert echter wanneer de dan 80-jarige David ineens (ook al bezit hij maar 4% van de aandelen) de heerschappij over Vega Sicilia wil overnemen, gebaseerd op de rechten die hem ooit waren toebedeeld om zijn toen jonge kinderen te vertegenwoordigen. De rechtbank wordt een strijdtoneel met twee groepen verbitterde kinderen en een verbeten vader. De Hoge Raad beslist uiteindelijk in mei 2013 in het voordeel van vijf van de zeven kinderen en laat de familie verdeeld achter. Dat rivaliserende emoties ook daarna nog een rol spelen blijkt in 2014, wanneer Vega Sicilia haar 150-jarig bestaan viert. Vader David ontbreekt op het feest met bijna 700 gasten; hij heeft op diezelfde dag een eigen gala georganiseerd en veelal dezelfde mensen uitgenodigd. Op 26 november 2015 overlijdt David Álvarez op 88-jarige leeftijd en laat hij zijn derde vrouw (en voormalig secretaresse) María Teresa Esquisabel Barrena en de zeven kinderen uit zijn eerste huwelijk na.

Aandelen
Als Marta, Elvira, Juan Carlos, Emilio en Pablo Álvarez Mezquiriz de aandelen (13,7%) van hun broer Jesús David Álvarez Mezquiriz overnemen, krijgen ze meer dan 80% van de aandelen in bezit en daarmee de volledige meerderheid qua stemrecht in El Enebro, moederbedrijf van Tempos Vega Sicilia dat volledig eigenaar is Vega Sicilia, diverse andere wijndomeinen, het landgoed El Quexigal in Cebreros, Ávila (ooit eigendom van Koning Filips II) en partner in Pintia (hierover later meer). Het bestuur van Tempos Vega Sicilia bestaat momenteel uit: Marta Álvarez Mezquíriz (president) en Pablo Álvarez Mezquíriz (CEO) met Elvira Álvarez Mezquíriz, Emilio Álvarez Mezquíriz en Juan Carlos Álvarez Mezquíriz als algemene bestuursleden. María José Álvarez Mezquiriz is CEO en grootaandeelhouder van Eulen.

Revolutionaire evolutie
Als Pablo Álvarez Mezquiriz in 1985 de leiding over Vega Sicilia op zich neemt, ziet hij een historisch domein met een mysterieus imago en klassieke wijnen die tot de meest begeerde ter wereld behoren. Tegelijkertijd stelt hij vast dat er sprake is van het nodige verval en een dringende behoefte aan vernieuwing. Het aantal wijngaarden is afgenomen van 300 in 1864 tot 80 hectare in 1982, ze moeten druiven kopen om de productie op peil te houden en het bedrijf is onvoldoende in staat om zichzelf te bedruipen. De oudste wijn in de kelder blijkt uit 1942, de rest was verkocht of verdwenen. Pablo Álvarez stelt een revolutionair plan op om de kwaliteit van de wijnen overeenstemming te brengen met het imago dat het bedrijf tijdens haar evolutie tot stand heeft gebracht en (voor het eerst in haar geschiedenis?) om de organisatie financieel gezond te maken. Omdat uitbreiding van Vega Sicilia slechts gedeeltelijk mogelijk is, besluit de familie zich ook te richten andere, nieuwe wijndomeinen, ook buiten Spanje. Zo staat Bordeaux in de belangstelling van Álvarez, veel meer dan bijvoorbeeld Priorato, waarin hij niet is geïnteresseerd.

Nieuw elan
Er worden plannen gemaakt om het wijngaardareaal van Vega Sicilia zelf weer tot 200 ha terug te brengen, een kostbaar en langdurig project. Van de beste oude planten (60-70 jaar oud) worden stekken genomen die een kwekerij in de Bourgogne opvoedt tot nieuw plantmateriaal. Hierbij hanteert men nog steeds een plantdichtheid van 2200 planten per hectare met ‘cordon royal double’ voor de Franse variëteiten en gobelet voor de tinto fino, gebruik makend van de ‘pulgar y vara’ techniek. In 1996 is de productie weer op het gewenste niveau en van uitsluitend eigen druiven. In die tijd wordt ook besloten om geen herbiciden meer te gebruiken, iets waar Anadón de nodige moeite had. Voor Pablo Álvarez was het niet meer dan logisch. Hij vindt de waarde van gezonde druiven belangrijker dan lagere kosten voor het onderhoud van de wijngaarden. Om deze reden heeft hij ook (i.s.m. de Universiteit van León) een gepatenteerde natuurlijke mix ontwikkeld van o.a. vanille, knoflook, chitosan en bijenwas, die wordt gebruikt om wonden van de wintersnoei te behandelen. In de kelder worden vaten en apparatuur vervangen en wordt in 2010 ook een deel van de 20 miljoen euro aan investeringen besteedt aan een eigen kuiperij, waar men nu in eigen beheer jaarlijks circa 800 vaten van Amerikaans eiken maakt. In 1987 neemt Pablo Álvarez een ander ingrijpend besluit; hij beëindigd de productie van de Valbuena 3°. Er is geen behoefte aan een instapwijn bij Vega Sicilia, alles moet op topniveau zijn. Deze overtuiging lag ook ten grondslag aan twee uiterst kostbare, maar noodzakelijke beslissing. Toen een groot deel van de 1994 Valbuena besmet bleek met TCA (2,4,6-trichloroanisool), werden alle flessen van de markt gehaald. De Alion 2010 werd niet eens uitgebracht, omdat in 2014 bleek dat de wijn niet helder genoeg was door fouten bij het klaren van de wijn. Die fout kostte de verantwoordelijke wijnmaker, technisch directeur Xavier Ausàs, zijn positie bij Tempos Vega Sicilia, ook al was hij er al sinds 1990 werkzaam en medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van zowel Alion als Pintia. Dergelijke ingrijpende beslissingen zijn een bittere noodzaak, aldus Álvarez: “Mensen betalen topprijzen en dus moet de wijn ook altijd top zijn”. Een mening die in overeenstemming is met zowel het originele als het nieuwe elan van Vega Sicilia.

Team
Na het vertrek van García  en Ausàs, heeft CEO Pablo Álvarez een nieuw team geformeerd onder verantwoordelijkheid van algemeen directeur Antonio Menéndez. blijft in dienst als oenoloog, maar dan onder leiding van Gonzalo Iturriaga de Juan die in 2015 wordt aangesteld als technisch directeur. Enrique Macías is al enkele jaren de algemeen wijngaardmanager. Elisa Kwon de Álvarez (en MW in opleiding), staat haar echtgenoot Pablo Álvarez bij waar nodig en mogelijk en daarnaast kan Álvarez rekenen op de steun van zijn familie en adviezen uit zijn omvangrijke netwerk. Zo is Vega Sicilia sinds 2000 lid van de Primum Familiae Vini (PFV), de exclusieve groep van 12 familiebedrijven die elkaar bijstaat op het gebied van specifieke vraagstukken. Voor hun Hongaarse activiteiten (Oremus sinds 1993) laat Álvarez zich adviseren door oenoloog Kyriakos Kynigopoulos, oprichter van Burgundia Œnologie en consultant van mede PFV-lid Drouhin. Van de wijnmaker van Cheval Blanc leert men hoe de most zachter kan worden behandeld en ook de samenwerking met de experts van Benjamin de Rothschild, hun partner in Macan, werpt zijn vruchten af.

Biodiversiteit
Van de in totaal 1000 hectare die het domein telt, zijn er iets meer dan 200 beplant met druivenstokken. Het overige land is minder geschikt voor wijnbouw en bestaat uit eikenbossen, delen met pijnbomen en akkers, een biodiversiteit die bijdraagt aan de natuurlijke benadering van de wijnbouw op Vega Sicilia. Hoe divers de terroir is, kan alleen al worden afgelezen aan de verschillende soorten eiken die er groeien, waarbij vooral de waterhuishouding bepaalt welke soort waar groeit. In de laatste jaren heeft Vega Sicilia circa 250.000 eikenbomen aangeplant, inclusief 50.000 kurkeiken. Deze kunnen op termijn (kurkeiken na minimaal 40 jaar en de andere over 100-200 jaar) materiaal leveren voor eigen kurken of vaten. Op dit moment zorgen de bomen in ieder geval voor de nodige beschutting, i.c. koelte tegen de invloed van klimaatverandering.

Bodem
De wijngaarden van Vega Sicilia volgen de loop van de rivier de Duero die ook de noordgrens van het domein is, terwijl uitgestrekte bossen de zuidgrens vormen. De hoogte varieert en het oudste deel op het Centraal Plateau bereikt een hoogte van 700 tot 900 meter hoogte. Hoewel kalksteen het hoofdbestanddeel van de bodem is, blijkt uit verschillende soorten begroeiing dat er zeker negentien  te onderscheiden varianten qua bodem zijn. Zo bevatten de noordelijke hellingen beduidend meer meer kalk, terwijl lagere percelen eerder alluviale kenmerken hebben met klei, zand en kiezel. Over het algemeen leveren de hoger gelegen percelen, die minder rijk zijn aan organisch materiaal, het fruit voor de Unico, terwijl de (jongere) wijngaarden in de vallei dat doen voor de Valbuena. In de loop van de jaren heeft men zo’n 54 microklimaten kunnen onderscheiden o.g.v. de samenstelling van de bodem, hoogte, expositie en andere natuurlijke kenmerken. De druiven van deze duidelijk te onderscheiden percelen hebben hun eigen specifieke kenmerken en worden daarom ook separaat gevinifieerd.   

Klimaat
Het klimaat in de Ribera del Duero kent een overwegend continentaal karakter met gematigde mediterrane invloeden. De neerslag is met 430 tot 580 mm per jaar beperkt te noemen, maar belangrijker zijn de variatie in temperatuur tussen dag en nacht en zomer en winter. Het groeiseizoen is er met 171 tot 198 dagen relatief kort (Toro telt 230 dagen en de Penedes zelfs 280 dagen) en kent enkele serieuze uitdagingen.  De temperaturen kunnen ’s nachts sterk dalen en nachtvorst is er eerder regel dan uitzondering, zowel in het vroege voorjaar als tijdens de laatste weken van het groeiseizoen. Zo heeft Álvarez nachtvorst meegemaakt op 24 mei en in september, in dit laatste geval kort voor de oogst. Vijftien ventilatoren (a € 150.000,=) in de wijngaard beperken de invloed van nachtvorst, maar het blijft een reëel risico; zeker bij temperaturen lager dan 2° Celsius, ook tijdens de oogst en vinificatie. Zo ging in 2001 de oogst van de Unico geheel verloren door nachtvorst. ’s Zomers stijgt het kwik meestal tot 30-35° Celsius, terwijl de temperatuur ’s nacht dan zelfs lager dan 10° Celsius kan zijn. Voordeel van deze grote verschillen is de ontwikkeling van fijnere aroma’s en meer complexiteit; zonder de afkoeling zouden de wijnen te log en alcoholisch worden. Door laat te oogsten (van 21 okt ober tot zelfs begin november, zoals in 1999) weet men maximaal te profiteren van de lengte van het seizoen, ook al is deze korter dan elders.

Druiven
Vega Sicilia is uiteraard beroemd om het gebruik van andere druivenrassen dan tempranillo of garnacha, maar niet alle initiatieven bleken even succesvol. Zo is de in 1864 aangeplante pinot noir eigenlijk nooit aangeslagen, bleken petit verdot en carmenère evenmin een succes en heeft Pablo Álvarez zo zijn eigen ideeën over de blends uit het verleden van de zowel de Único als de Valbuena. Vooral de inbreng van de malbec bevalt hem niet, omdat de druif zelden tot volledige rijping komt in het relatief korte groeiseizoen (met allerlei extremen) in de Ribera del Duero. Een echte aderlating is het verlies van de malbec niet, de druif neemt de laatste jaren amper 1% van de totale aanplant voor z’n rekening. Ook de inbreng van de witte Albillo (toegestaan in de DO) wordt beëindigd. Met de oogst van 1989 besluit hij om de Único nog uitsluitend met tempranillo en cabernet sauvignon te maken en de Valbuena met tempranillo en merlot (en soms wat cabernet als deze niet of niet helemaal in de Unico wordt gebruikt). Door deze keuze benadrukt hij de eigen identiteit van beide wijnen en het feit dat de Valbuena geen tweede wijn is. Tempranillo is de basis voor beide wijnen en is met een aandeel van 90% ook verreweg de belangrijkste druif. De Hontañón is een uit 1910 daterende wijngaard en een gekoesterde bron van stekken voor nieuwe aanplant. Vooral uit deze wijngaard zijn inmiddels 20 klonen geïdentificeerd die in een kwekerij in de Bourgogne worden vermeerderd en o.a. gebruikt om oude planten te vervangen. Het vervangen van oude planten heeft er ook voor gezorgd dat er niet langer sprake is van een zogenaamde ‘field blend’ (meerdere druivenrassen door elkaar in een wijngaard), maar van slechts één geselecteerd druivenras per wijngaard en daarvan dan een kloon die op de specifieke eigenschappen van die wijngaard is afgestemd. Wel redelijk universeel is de plantdichtheid. Die bedraagt vrijwel overal 2.222 planten per hectare, waarbij de planten gemiddeld 1 tot 1,5 kilo druiven opleveren met een wat lager gewicht per bes in de wijngaarden voor de Unico dan elders; 1,6 gram t.o.v. 2 gram.

Wit
Lang is er gespeculeerd op de lancering van een witte Vega Sicilia en Pablo Álvarez kan en zal niet ontkennen dat er aan is gedacht en gewerkt. Men beschikte in de beginjaren van het domein al over de witte albillo-druif en kleine percentages daarvan werden ooit in de wijnen verwerkt.  Álvarez heeft de toegevoegde waarde nooit echt ingezien en is dan ook gestopt met het gebruik van deze druif. Meer verwachtte hij van chardonnay, viognier, marsanne en roussanne die hij in 1994 aanplantte, maar experimenten van 2004 tot en met  2008 leverden niet het gewenste resultaat op. De planten zijn in 2009 vervangen door blauwe druivenrassen. Er is en komt dus geen witte Vega-Sicilia. Wit heeft nog wel de aandacht van Álvarez, maar dan niet in de Ribera del Duero. Hij is geïnteresseerd in Galicië, maar beschikt met de furmint in Hongarije natuurlijk al over een fraaie witte wijn in het assortiment. Een directe behoefte is er dus niet, maar Álvarez sluit niks uit; niks m.u.v. een witte Vega Sicilia dan.

Marketing bla bla
Onlangs proefde ik een bijzondere rosé van Daniel Ramos, wijnmaker ten zuidoosten van Madrid. Door de handelaar werd ik ook geattendeerd op een witte wijn van Ramos, zoals aangegeven: “gemaakt van witte druiven van Vega Sicilia”. Navraag bij Álvarez leerde me dat daar geen sprake van is en dat dat praatje een goedkope en vooral onjuiste marketing bla bla is. Het domein Vega Sicilia in de Ribera del Duero heeft geen witte druiven (meer) en kan ze dus ook niet verkopen. Wat wel waar is, is dat de familie zo’n 1700 ha grond bezit bij Madrid en dat daar ook druiven worden verbouwd. De kwaliteit is echter zeer beperkt en zeker niet goed of interessant genoeg voor een wijn in het Tempos Vega Sicilia assortiment. Alle druiven worden anoniem verkocht en te stellen dat Ramos wijn maakt van druiven van Vega Sicilia is dus beslist onjuist.

Vinificatie
Veel aandacht voor terroir en druiven dus, maar niet minder voor de vinificatie. In de nieuwe, door Fernando Salas ontworpen wijnmakerij heeft Álvarez niets aan het toeval overgelaten. Het fruit dat in kleine kratje (inhoud slechts 8 kg druiven) wordt binnengebracht gaat met twee liften naar een koelcel. Daar worden ze tot 4 dagen gekoeld om daarna in perfecte conditie te kunnen worden geperst en vergist. Voor het ontstelen heeft men een speciale machine gekocht en ook het persen geschiedt uiterst zorgvuldig. Transport van de wijn van gistingstanks naar rijpingsvaten geschiedt door middel van zwaartekracht, overpompen van de wijn wordt vermeden. De gisting is spontaan en geschiedt in zowel roestvrijstaal als eikenhouten vaten, waarbij het fruit van de te onderscheiden percelen separaat wordt gevinifieerd. Sommige van die percelen worden bij de oogst én in de kelder wel 3 verschillende partijen onderscheiden, resulterend in een grote verscheidenheid aan most en (uiteindelijk) delen wijn. Ruim 80 tanks en vaten (vier keer zoveel als voor 2010) maken dit mogelijk en zorgen voor een optimaal beeld van de vaten die voor het beste voor de Unico (of Reserva Especial) gebruikt kunnen worden. Cementen cuves gebruikt men momenteel niet (vanwege het pH gehalte van de druiven van circa 3.8), maar wordt voor de toekomst niet uitgesloten.

Lagering
De rijping van de Unico neemt veel tot zeer veel tijd in beslag; 10 jaar is geen uitzondering, waarvan  minimaal 3 jaar in hout. Voor de Valbuena was de houtlagering ook zeker 3 jaar, maar tegenwoordig is dat eerder 2 jaar, waarbij Álvarez steeds meer neigt naar een tweede jaar in roestvrijstaal. Doel van de houtlagering is het veranderen/verzachten van de tanninestructuur en het bewaarpotentieel te vergroten, niet om houtaroma’s aan de wijn toe te voegen. Omdat elk perceel van de wijngaarden een ander karakter heeft, wordt de houtlagering daar ook op afgestemd, zowel qua grootte en duur als houttype. Men heeft dan ook de beschikking over hout uit diverse (zowel Franse als Amerikaanse) bossen en vaten van verschillende grootte die alleen van leeftijd verschillen. De vaten van Amerikaans eiken maakt men in eigen beheer en gebruikt men uitsluitend hout dat twee jaar in de buitenlucht is ‘gerijpt’ en nog een jaar binnen. in de zomermaanden van het jaar volgende op de oogst, wordt de hoeveelheid ‘toasting’ bepaald, gebaseerd op de behoefte van de betreffende cuves. Resten van het Amerikaanse hout worden overigens samengeperst tot haardblokken of gebruikt als aandenken voor bezoekers en andere liefhebbers; een vorm van duurzaam werken. Vaten van Frans eiken (jaarlijks zeker 3000 en gemiddeld 50% van het totale aantal, soms wat meer) blijft men in Frankrijk kopen, dat blijkt om verschillende redenen handiger en beter. Voor het blenden en de stabilisatie van de wijnen gebuikt men in principe vaten van 8000 liter, waarvan 1/3 van hout is en de rest RVS. De rijping in fles varieert enorm; in 1991 werden zowel de Unico 1968 als 1982 op de markt gebracht.

Meer
Zoals al eerder is aangehaald, is Vega Sicilia veel meer dan 1 wijn of 1 wijnbedrijf. Onder de naam Tempos Vega Sicilia worden diverse wijnen uitgebracht, gemaakt op domeinen die men in de loop van de jaren heeft verworven of opgericht. In 1991 bijvoorbeeld, nam men het in 1990 opgerichte Bodegas Liceo in Peñafiel (Valladolid) over en startte men er Alión. Ook een wijndomein in de Ribera del Duero dus, maar dan met wijnen gemaakt vanuit een andere optiek. Van circa 150 hectare aan wijngaarden, maakt men een 100% tempranillo met een meer modern, mondiaal karakter en maximaal 1 jaar houtrijping.  Kort daarna volgde de acquisitie van Oremus, een wijnhuis in Tokaji in Hongarije, dat beschikbaar kwam door de privatisering van bezittingen van de overheid. De aankoop van de 120 hectare land en goederen werd in 1993 afgerond. De Oremus Tokaji Mandolás is een droge witte wijn van 100% Furmint die Álvarez veel meer bevalt dan de experimenten met witte wijnen op Vega Sicilia en de zoete versies bevestigen het elk jaar weer dat Tokaji tot de mooiste zoete wijnen ter wereld behoren. Hoewel de DO Toro hem nooit echt heeft kunnen overtuigen, besluit Álvarez om er toch wijngaarden te kopen wijn te gaan maken. Vanaf 1998 worden 96 hectaren aan wijngaarden gekocht en ook een nieuwe productieruimte gebouwd. Álvarez ziet zich uitgedaagd door de streek, waar de wijnen meestal niet gekenmerkt worden door finesse en elegantie. De eerste oogst van hun Pintia is 2001 en ze kiezen voor een 100% tempranillo met 12 tot 14 maanden lagering in nieuwe barriques, 70% Frans 30 % Amerikaans. Nog eens twee jaar flesrijping geeft de wijn een minder krachtig karakter. De laatste aanwinst dateert uit 2013. In dat jaar gaat Tempos Vega Sicilia een joint venture aan met Benjamin de Rothschild. In Rioja richten ze Macan op en maken ze er van 100 hectare aan wijngaarden twee wijnen: de reguliere Macán Clásico en hun topwijn, de Macán. De eigen, andere identiteit van Rioja spreekt Álvarez bijzonder aan; waar de Ribera en vooral Toro een heel uitbundig, meer continentaal karakter hebben, is de Rioja minder explosief en eleganter.

Succes
De investeringen in zowel oude en nieuwe wijngaarden en kelders, heeft Tempos Vega Sicilia geen windeieren gelegd. In het begin van de jaren ’80 van de vorige eeuw werd 10% van de wijnen geëxporteerd naar slechts 4 landen. Momenteel gaat minimaal de helft van de productie naar circa 110 landen buiten Spanje. De omzet groeide gestaag en die van Vega Sicilia bedraagt momenteel ongeveer 40 miljoen euro. Tot genoegen van Álvarez ziet hij niet alleen succes bij zijn eigen bedrijf. De DO Ribera is de laatste jaren toegenomen van 4500 hectare en 14 producenten in 1982, tot
24.000 hectare en zeker 300 producenten. Langzaam maar zeker gaat de gemiddelde kwaliteit de goede kant op en is afscheid genomen van de veelal matige wijnen die er aan het eind van de vorige eeuw werden gemaakt.

Geproefd werden:

Mandalos, Furmint Dry, Oremus, 2012 (magnum)
Loepzuiver, heel schoon en precies, ragfijne zuren, zeer levendig met opwekkende zuren en mooie vulling; tonen van citrusfruit en tropische vruchten; energieke wijnen met veel spanning, body en lengte, uitdagende wijn voor de gastronomie; kan vele gerechten aan

Macan, Rioja, 2011
De tweede oogst. Goed diep geconcentreerd kersenfruit aangevuld met aroma’s van tabak, hout, een fijne kruidigheid en bloedworst; de aanzet is sappig met ook hier veel tabak en (zoet-)hout; nog erg jong, toets van inkt, bramen en pruimen en wat grafiet/toost; prima balans, modern gestileerde Rioja

Alion, Ribera del Duero, 2011
Totaal andere stijl dan de Macan. Meer rood fruit, exotisch, heel expressief, hoewel nog jong; zeer soepel in de mond, hout is present, maar verweven en geeft tonen van koffie; mooie zuren en fruit, veel kers; elegante, fijne balans met veel zoet, rijp fruit en een mooie lengte, wat tannine in de finale maar blijft toegankelijk en is heel doordrinkbaar; veel charme door zijn afgeronde stijl.

Valbuena 2010
Een wijn die in principe elk jaar wordt uitgebracht, waarbij het jaar zijn eigen karakter toevoegt aan een vrijwel altijd uniforme kwaliteit. In dit geval de eerste Valbuena die in de nieuwe kelder is gemaakt. De 2010 wordt gekenmerkt door opvallend veel kleur, jeugdig en heel diep, krachtig en compact met impressies van donkere kersen, bijna confiture, ook in de mond geconcentreerde, gul en rijk met veel mokka en tabak ; tannine duidelijk aanwezig, bijzonder sappige, bijna makkelijke wijnen

Valbuena 2009
Hier komen heel voorzichtig de eerste rijpingsaroma’s naar voren; fijne kruiden, gedroogd in zowel geur als smaak, ook accenten van gedroogd vlees en wat floraal; overwegend rode vruchten, heel evenwichtig en mooi gerijpt, tannine op het einde geeft grip; edele eetwijn

Valbuena 2008
Zacht ontwikkelde aroma’s met fijne expressie van gedroogde bloemen en rood fruit; heel elegant met frisse zuren en iets grafiet, eindigt iets strakker dan de 2009; hout is mooi verweven, wat tabak en mooi rijp en gerijpt fruit

Valbuena 2007
Toegeknepen, maar fijn en bijzonder elegant met subtiele zuren, veel finesse met fruit, zuren en tannine die elkaar aanvullend, goed lengte, nu heerlijk op dronk en een genot door z’n mooie fruit, finesse en balans

Valbuena 2006
Toont zich minder vrijgevig en toegankelijk dan de voorgaande wijnen; meer aardse tonen en impressies van verse en gedroogde tuinkruiden, de structuur is wat steviger dan bij de anderen, fruit is aanwezig op de achtergrond, maar strakker, minder rijp zo lijkt het; de finale is correct. 

Unico 2007 (geproefd op Prowein 2018) 
Paradepaard van Vega Sicilia, meestal maximaal 30% van de totale productie. Wordt niet altijd uitgebracht, er is bijvoorbeeld geen Unico gemaakt in 1992, 1993, 1997 en 2001. In 2002 werden ‘slechts’ 37.000 flessen geproduceerd. De laatste jaren wordt er vaker een Unico gemaakt dan voorheen, primair het gevolg van de klimaatverandering, secundair door beter management in wijngaard en kelder. 2003, 2004 en 2005 zijn gemaakt, evenals de 2006 die nu op de markt is. Volgend jaar (2019) wordt de 2009 op de markt gebracht. De langere rijping is zeker niet altijd in hout; meestal in RVS of op fles. De Unico blijft een unieke wijn, zeker de magnums, waarvan sinds 1960 werken van Spaanse kunstenaars als Antonio Vazquez, Miquel Barcelo en Benjamin Palencia de etiketten sierden. Hoelang een Unico te bewaren is, is lastig te bepalen, sommigen dichten de wijn een levenslang bewaarpotentieel toe. Hij heeft heel veel sap. Het eiken is goed te proeven. De wijn is niet dik en stevig, wel complex. Soepel en elegant. Drop. Groentenat. De afdronk is lang, donker fruit maar elegant.

Reserva Especial 2012
Een wijn gemaakt in de oude Spaanse traditie, een wijn voor de familie, een blend van de beste vaten die in grote tanks wordt ‘bewaard’ en ‘af en toe’ wordt gebotteld. De samenstelling staat niet vast en wisselt, soms met 3 oogstjaren soms meer. De productie bedraagt 15-20.000 flessen.
Deze Reserva Especial is een blend van wijnen uit 1991 1994 en 1999 en gebotteld in 2012. Wat direct opvalt is de enorme lengte en de intense finesse die de wijn heeft; zuren en tannine lijken versmolten, de expressie van het fruit is beslist intens te noemen en de lengte is indrukwekkend, gedoogde fruit en een fijne kruidigheid completeren een wijn die imponeert zonder imposant te zijn; het is juist zijn subtiliteit die indruk maakt.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn