Fred Nijhuis

Your favorite Dutch wine writer

NCS werkt graag samen met:

Dossier Pignoletto, deel II

Dossier Pignoletto, deel II

De wijn, zijn druif, de geschiedenis en zijn toekomst...

Kijk de diverse publicaties er maar op na, de Pignoletto mag rekenen op veel aandacht, helaas ook vreemde of zelfs verkeerde. Enige tijd geleden bezocht ik de Colli Bolognese, het hart van het district waar de Pignoletto zijn oorsprong vindt en deel graag mijn visie op de geschiedenis, het heden en de toekomst van deze wijn.

Deel II van mijn dossier Pignoletto

Voor meer over Pignoletto: zie deel I

DOP’s
Het veelzijdige karakter van de grechetto gentile maakt dat de druif voor allerlei wijnen te gebruiken is en dat zien we ook terug in de regelgeving omtrent de betreffende wijnen uit de Colli Bolognesi.

DOCG
De DOCG Colli Bolognesi Pignoletto (tot 2014 Colli Bolognesi Classico Pignoletto DOCG genaamd) is in kwalitatief opzicht en qua imago de belangrijkste DOP. Het gebied is met een huidig wijngaardareaal van 600 ha (waren er in 2017 nog geen 200 van het potentieel ad 1580 ha) niet heel groot, maar groeit langzaam maar zeker en telt vele variaties qua terroir. De hoogte loopt uiteen van 150 tot 600 meter met bodems die vaak gedomineerd worden door klei met zand en stenen. Fameus zijn de calanchi, door erosie diep uitgesleten berghellingen, waar losse grond (zand) is weggespoeld en harde delen (vaak klei) zijn achtergebleven. Opmerkelijk is het toenemende aantal biologisch werkende wijnboeren, in lijn met het streven van de DOCG om op termijn uitsluitend biologische wijnbouw toe te staan, ook/zelfs met de verwachte stijging van de productie met zo’n 40% in het vizier. Die toename komt overigens niet alleen van nieuwe wijngaarden, maar ook van bestaande die worden herplant met de grechetto gentile dankzij een hernieuwd vertrouwen in de druif en zijn wijnen.

Van de wijnen is circa 75% mousserend, meestal frizzante en/of ‘metodo Italiano’, maar met een toenemend aandeel spumante en metodo classico (inclusief ancestrale), allemaal altijd met minimaal 85% grecchetto gentile. De overige 25% komt voor rekening van ‘fermo’ de stille variant. De stille Colli Bolognesi Pignoletto DOCG is altijd een superiore met minimaal 85% grechetto gentile en maximaal 15% andere witte druivenrassen en/of maximaal 15% pinot nero. Zoals ook in andere Italiaanse wijngebieden voorkomt, wordt er binnen de DOCG onderscheid gemaakt tussen wijnen uit het gehele district en die uit de klassieke regio, uiteraard ‘classico’ genoemd. De regels voor de classico zijn strikter dan voor de reguliere, met bijvoorbeeld een hogere plantdichtheid in de wijngaard, een lagere opbrengst per hectare en een latere oogst, naast een hoger voorgeschreven percentage grecchetto gentile (95 i.p.v. 85%). Het gebied is maar klein (rond de gemeenten Monte San Pietro en Monteveglio, Sasso Marconi, Casalecchio di Reno, Zola Predosa, Crespellano, Bazzano, Castello di Serravalle en Savignano sul Panaro) en de productie bedraagt momenteel niet meer dan 60.000 flessen.
Qua alcohol gelden minima van 11,0% voor frizzante en spumante, 11,5% voor superiore en 12,0% voor superiore classico. Restzoet is gemaximeerd op 6 g/l voor superiore classico (of meer als de wijn > 13% alcohol bevat); spumante kan varieren van brut nature tot extra dry. Een laatste bepaling betreft de lagering: minimaal 1 jaar voor uitsltuitend de superiore classico.

DOC Pignoletto
Deze DOP is verreweg de grootste en omvat ca 1350 ha, in 2018 goed voor 112.500 hl wijn (bron: Italian Wine Central). Bijna 99% daarvan is mousserend, brut en gemaakt met de Charmat-methode, dus een tweede gisting in tanks i.p.v. individuele fles. Voor alle varianten (mousserend, stil en zoet) is een minimum van 85% grechetto is voorgeschreven, met maximaal 15% andere witte druiven en/of maximaal 15% pinot nero. Voor de stille en mousserende wijnen worden drie subzones onderscheiden: Colli d’Imola, Modena en Reno. Minimum alcoholpercentages zijn 10,5% voor de reguliere bianco en spumante, 11,0% voor wijnen uit de subzones Modena en Reno, 11,5% voor subzone Colli d’Imola en 12,0% voor zowel de Vendemmia Tardiva (14,0% potentieel) en Passito (15,0% potentieel). Spumantes varieren van zero dosage tot dry. Voor geen van de wijnen gelden voorschriften t.a.v. de lagering.

Producenten
In de Colli Bolognese zijn circa 40 wijnhuizen actief, waarbij de productie bij de zelfstandige wijnhuizen varieert van 10.000 tot 180.000 flessen. Ongeveer 90% van de totale productie komt echter voor rekening van vier zeer grote wijnbedrijven die vrijwel alle druiven uit de regio opkopen en verwerken. Cantina Riunite CIV is met ca 6 miljoen flessen wijn verreweg de grootste wijnproducent in de regio (en zelfs Italië), dit vooral dankzij een enorme hoeveelheid Lambrusco; andere grote wijnbedrijven in de streek zijn Cleto Chiarli en Cavicchioli (deze laatste is onderdeel van Gruppo Italiano Vini).

Leiders
Elke wijnstreek kent wijnmakers die een leidende positie hebben in de ontwikkeling van de regio en haar wijnen. Ook de Colli Bolognesi kennen enkele van deze pioniers en hun visie, experimenten en wijnen zijn velen tot voorbeeld. Pionier van het eerste uur is Maurizio Vallona (1962) en de meeste van zijn collega’s hebben zeer veel respect voor hem, ook al volgen ze niet altijd zijn keuzes. Hij staat bekend als briljant en/of eigenzinnig en werkt alleen zoals hij dat wil. Technische trucjes en marketing zijn niet aan hem besteed, wel historische en internationale druivenrassen en een natuurlijke vinificatie. Zijn wijngaarden zijn niet alleen schitterend gelegen, maar ook perfect onderhouden. De totale productie bedraagt slechts 15.000 flessen, maar ze zijn allen de moeite van het ontdekken (en drinken) waard. Ik proefde o.a. zijn Ammestesso, Pignoletto Classico en was onder de indruk van zowel de vulling als de lengte; een geweldige loepzuivere wijn met veel karakter.

Orsi
Federico Orsi kocht in 2005 zijn eerste wijngaard en breidde zijn areaal langzaam maar zeker uit tot de huidige 10, waarvan de helft zijn eigendom is. Bij het maken van de wijnen liet hij zich inspireren door zijn grootvader die een voorstander was van een natuurlijke, historische vinificatie. Hij werkt uiteraard met de grecchetto gentile, maar ook met andere druivenrassen die al eeuwen in de streek worden gebruikt, waaronder de negretto, malvasia, albana en de alionza. Deze laatste druif is ‘gered’ door Giorgio Erioli, nog zo’n inspirerende wijnmaker uit de Colli Bolognese. Tijdens mijn bezoek aan Orsi proefde ik alle wijnen die Federico maakt, inclusief oudere jaren van zijn Orsi Vigneto San Vito Frizzante Sui Lieviti. Deze mousserende wijn gemaakt volgens de metodo ancestrale
(pet nat), dus met een tweede gisting op fles, maar niet gedegorgeerd. Jong is de wijn een feestje, maar met enkele jaren flesrijping minstens zo interessant. De 2010 bleek bijvoorbeeld gerijpt, maar nog in uitstekende conditie en bood extra interessante aroma’s aan die in jonge jaargangen (nog) ontbreken. Een andere specialiteit van het huis is de ‘Posta’ een wijn vernoemd naar de favoriete drank van de Romeinen (waaronder Cato de Oude, Plinius de Oudere en Keizer Hadrianus) en waarin de spons gedoopt zou zijn om de lippen te bevochtigen van de gekruisigde Jezus. Federico noemt zijn Posta een ‘vino bianco perpetual’, een eeuwig durende wijn. In 2008 startte hij met de rode versie en in 2011 met de witte. Van de cementen cuves met een inhoud van 10.000 liter wordt met een zekere regelmaat telkens 1000 liter afgetapt (en gebotteld), waarna de cuve wordt aangevuld met jonge wijn; een soort solera-systeem dus. Wat de blend precies is, is niet helemaal duidelijk, maar alle druivenrassen zijn in de wijn vertegenwoordigd. Voor de witte betekent dat grecchetto gentile, alionza, albana, malvasia, sauvignon blanc, riesling en chardonnay; voor de rode barbera, negretto, cabernet sauvignon, cabernet franc, syrah en merlot. Het aandeel van deze laatste blauwe druiven zal langzaam maar zeker afnemen, want ze worden niet meer verbouwd. En de smaak van de wijnen? Schoon, smaakvol en iets gerijpt en een tikkie ‘rustiek’, passend bij de mensen en hun tradities in de streek. Trentatore die vroeger wijn naar Bologna brachten, hadden een uitdrukking die de brandweer nog altijd gebruikt: “Drink of ga weg!”. Subtiele verfijning is niet de stijl van de Colli Bolognese zo verklaart Orsi: “Nee, we doen niet aan elegantie en zo…”.

De toekomst
Een uitgebreide proeverij bevestigde het grote aandeel mousserende wijnen gemaakt volgens de metodo Italiano oftewel Martonotti alias Charmat. Het gemiddelde niveau van die wijnen kon me niet echt bekoren en van een onderscheidend vermogen of toegevoegde waarde was naar mijn mening amper sprake. Desalniettemin waren er de nodige wijnen die me redelijk tot goed bevielen, waaronder die van Cleto Chiarli, Montevecchio Isolani, Botti, Nugareto, Gaggioli, Tizzano, Manaresi, Tenuta Santacroce en Floriano Cinti.

Zorg
Mijn zorg betreft de producenten die hun Pignoletto op de markt als alternatief voor Prosecco. Prosecco is er meer dan genoeg en met hun bodemprijzen valt daar niet of nauwelijks mee te concurreren. Het lijkt logischer om de werkelijke mogelijkheden van de grecchetto gentile verder uit te diepen zoals Orsi dat gedaan heeft. Ook Vallone bewijst dat de druif tot veel meer in staat is dan door het leven te gaan als goedkope, anonieme dorstlesser. De biologische benadering die het consorzio voor de DOCG voor ogen heeft is daarbij een stap in de goede richting, maar dat dekt de lading nog niet volledig. Daarvoor zullen ook de wijnen uit de DOC zich moeten onderscheiden en dan liefst in kwaliteit en typiciteit. De DOCG is nog relatief jong en de ontwikkeling ervan staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. Het vermogen om uit te groeien naar een volwaardige wijn met een eigen identitieit is echter volop aanwezig en gezien de visie en inzet van diverse wijnhuizen mag verwacht worden dat de markt op niet al te lange termijn kennis zal maken met het ware potentieel van de DOCG. We wachten het (on-)geduldig af…

 

 

 

Met dank aan Carla Capalbo en het consorzio Pignoletto.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn

Dossier Pignoletto, deel I

Dossier Pignoletto, deel I

De wijn, zijn druif, de geschiedenis, zijn toekomst...

Kijk de diverse publicaties er maar op na, de Pignoletto mag rekenen op veel aandacht, helaas ook vreemde of zelfs verkeerde. Enige tijd geleden bezocht ik de Colli Bolognese, het hart van het district waar de Pignoletto zijn oorsprong vindt en deel graag mijn visie op de geschiedenis, het heden en de toekomst van deze wijn.

Deel I van mijn dossier Pignoletto

Feiten
Als ik schrijf dat er verkeerde opvattingen zijn over de Pignoletto, dan doel ik niet alleen op de verwarring rond de naam van de wijn en de druif waarvan hij gemaakt wordt, maar ook zijn eigen identiteit en kwaliteiten. Allereerst: sinds 2014 is de officiële naam van de wijn ‘Pignoletto’, gemaakt van de druif grechetto gentile. De naam is gebaseerd op zijn geografische herkomst, het gehucht Pignoletto in de Colline Bolognesi. Voor de meeste wijnen gaat het primair om zijn geboortegrond, want die is uniek en kun je niet verplaatsen; een druif kun je overal aanplanten. Dat lijkt logisch en duidelijk, maar een Pignoletto kan ook mousserend zijn en de naam van de druif lijkt verdacht veel op de grechetto bianco (alias grechetto di Orvieto), waardoor er toch de nodige verwarring bestaat. Mousserende versies worden vaak verward of vergeleken met prosecco (op een Nederlandse website wordt vol trots hun Pignoletto als Prosecco aangeprezen) en ook het verschil tussen de ene en de andere grechetto is velen onbekend. Tijd dus om alle feiten op een rij te zetten.

Emilia-Romagna
De Pignoletto is een wijn, afkomstig uit Emilia-Romagna, de samengestelde regio die uit negen provincies bestaat en een enorme variatie aan druiven en wijnen heeft. Die verschillen vinden vooral een oorzaak in het feit dat Emilia en Romagna nauwelijks te vergelijken zijn qua terroir en cultuur. Emilia is het land van de boter en lambrusco, Romagna dat van olijfolie en sangiovese. De rode stad Bologna (zo genoemd vanwege de vele rode, bakstenen gebouwen) ligt grofweg op de grens van beide delen en heeft haar eigen identiteit.

Geschiedenis
Historisch gezien is Bologna van groot belang in de Italiaanse geschiedenis. Al voor onze jaartelling waren er nederzettingen in de streek en de Etrusken legden er de basis voor de huidige stad. Karel V werd in Bologna tot keizer gekroond en Pausen Lucius II en  Gregorius XIII werden er geboren, net als de wetenschappers Luigi Galvani en Guglielmo Marconi en andere beroemdheden waaronder Pier Paolo Pasolini, Pierluigi Collina en Alberto Tomba. Vele handelsroutes kruisten Bologna en dat zorgde voor welvaart, aanzien en ontwikkeling tot een toonaangevend bolwerk van religie en wetenschap. In 1088 werd er de oudste universiteit in Europa opgericht en een bezoek aan dit nog altijd actieve scholingsinstituut is van harte aanbevolen (NB. de universiteit van Karueein/Qarawiyin/al-Quaraouiyine in Fez stamt uit 859 n.Chr. en is de oudste ter wereld).

Vrooooaaaw……
Ook op technisch gebied heeft de regio rond Bologna veel te bieden, we vinden er bijvoorbeeld de fabrieken van De Tomaso, Ducati, Ferrari, Lamborghini, Maserati en Pagani; veel VVRRROOEEEMMM VROOOOAAAW!!! dus (vrij naar Michel Vaillant). Ook wereldberoemde is de aceto di balsamico uit de regio rond Modena, terwijl de streek ook de mortadella tot haar culinaire erfgoed mag rekenen. En wie kent de spaghetti Bolognese niet? Nou, de mensen in Bologna bijvoorbeeld, want die maken de befaamde Bolognese saus nooit met spaghetti maar altijd met tagliatelle (de vergelijkbare vleessaus met spaghetti komt oorspronkelijk uit het zuiden van Italië). En voor wie van ijs houdt: in 1944 maakten de gebroeders Bruto en Poerio Carlo Carpigiani hun Autogelatiera, de ijsmachine die de wereld van gelato voorgoed veranderde. Nb. Carpigiani heeft sinds 2003 haar eigen Gelato University in Bologna, waar ijsmeesters uit de hele wereld worden opgeleid.

En wijnen uit Emilia-Romagna?
Het staat vast dat er al duizenden jaren wijn wordt gemaakt in Emilia-Romagna, zoals o.a. te lezen is een ander artikel dat ik schreef: Enologica.

Maar goed, Pignoletto dus….
Gelegen tussen de geboortegrond van de lambrusco uit Emilia en de sangiovese uit Romagna voelen de wijnen uit de heuvels rond Bologna de invloed van beide streken. Zo zien we er zowel mousserend als stil, wit als rood en droog als zoet. Veel mogelijkheden dus, en dat heeft het zoeken naar een eigen identiteit de producenten de nodige jaren gekost. Met de ontwikkeling van de DOC Pignoletto lijkt deze gevonden, maar er is nog genoeg ruimte voor een verdere bewustwording en ontwikkeling van de unieke eigenschappen van de wijnen. Onderdeel daarvan is uiteraard ook de communicatie naar de markt. Uitleg over de druif en zijn wijn zijn daarom belangrijk, want onbekend maakt onbemind. De eerste stap op weg naar een duidelijke boodschap naar de pers, handel, horeca en consument was de wijziging van de naam. Net als in andere wijngebieden, heeft men voor de naam van de wijn een geografische aanduiding gekozen. Pignoletto is een gehucht nabij Monteveglio ten westen van Bologna, waarvan het niet helemaal duidelijk is waarom  het ooit verbonden is met de druif of de wijn. Het telt al lange tijd niet meer dan vier huizen en verder is er ook bij de lokale bevolking niets over een specifieke relatie bekend. Monteveglio daarentegen heeft wel een historisch aanzien, met als hoogtepunt de gewonnen veldslag van La Grande Contessa Matilda di Canossa (ook bekend als Matilda van Toscane, 1046-1115), die namens Paus Clemens III streed tegen de Duitse Keizer Hendrik IV (1050-1106) als onderdeel van de lange strijd tussen het Pausdom en het Duits-Roomse keizerrijk. De overwinning inspireerde haar in 1092 om op de resten van het kleine 5e -eeuwse klooster een grote abdij te bouwen, nog altijd bewoond door een handvol Franciskaner monniken. Daarvandaan is Pignoletto te zien, tenminste als je weet dat die paar huizen het ‘wereldberoemde’ Pignoletto is.

De druif
De grechetto gentile (alias grechetto di Todi of alionzina, aglionzina, pulcinculo, rèbola of ribolla Riminese, pignolo en pignolino) is onder nummer ITA95-300 opgenomen in het nationale druivenregister (en 4966 bij het VIVC). Hij is dus erkend als een zelfstandig druivenras, waarvan de oorsprong overigens niet helemaal duidelijk is. De eerste vermeldingen stammen uit de 7e eeuw, toen sprake was van de ‘Pignole” in de heuvels rond Bologna. Die naam verwijst naar de vorm van de trossen (als een dennenappel), hoewel er ook sprake is van de ‘Pinum Laetum of Pino Lieto’, een historische witte wijn uit de heuvels rond Bologna die kort na het begin van onze jaartelling door Plinius de Oude in zijn Naturalis Historia werd beschreven. Plinius achtte de wijn overigens ‘niet zoet genoeg om goed te zijn’, waarbij betwist wordt of dit wel een Pignoletto betreft. De grechetto gentile geeft namelijk van nature meer dan genoeg suikers, dus ‘niet zoet genoeg’ klinkt velen ongeloofwaardig in de oren. In de 17e eeuw verwijst Vincenzo Tanara († 1667) in zijn ‘L’economia del cittadino in villa’ naar de ‘Uve Pignole’, met de opmerking dat deze ongeschikt is voor de productie van wijn. Hoewel grechetto klinkt als een verbastering van greco en een Griekse herkomst suggereert, zijn er nog altijd geen DNA-verbanden gevonden met Griekse druivenrassen. Romeinen waren wellicht “rare jongens” (met dank aan de onlangs overleden Albert Uderzo), maar dom waren ze niet. Producten met een Griekse herkomst verkochten beter dan ‘gewone’ en daarom werd vaak een vermeende relatie met het oude Griekenland vermeld om de prijs wat op te voeren. Qua slimme marketing (lees: misleiding) is er dus in 2000 jaar weinig veranderd.  

De andere grechetto
Groter ‘probleem’ is de verwarring van de grechetto gentile/grechetto di Todi met de grechetto bianco alias grechetto di Orvieto (GRC52 in het nationale register en 4966 bij het VIVC). De eerste vinden we niet alleen in Emilia-Romagna, maar ook in Umbrië en dan vrijwel uitsluitend rond de plaats Todi waar hij wordt gebruikt in de Todi DOC. De tweede is wijd(er) verspreid in Umbrië (en Latium) en vormt de basis voor o.a. de Orvieto DOC. Omdat het onderscheid lang onduidelijk was en het niet altijd zeker is welke precies in de wijngaarden staat, werden en worden ze over en weer gebruikt in beide DOC’s. Het feit dat het verschillende druivenrassen zijn, speelt daarbij op dit moment geen rol. Hoewel ze dezelfde (voor-)naam dragen, zijn ze dus niet aan elkaar verwant, zoals ook de geheel eigen kenmerken qua vorm van de trossen, bladeren, rijping en aroma’s duidelijk aangeven.

Grechetto gentile
De druif geeft over het algemeen een voorkeur voor een niet te droge bodem die rijk aan klei en kalk is en geeft dan een goede en constante productie, mede dankzij de nodige weerstand tegen schimmel en andere aandoeningen. Meestal wordt er Guyot of cordon spur gesnoeid, waarbij streng(er) snoeien wordt aanbevolen om voldoende concentratie te behouden. Opgemerkt dient te worden dat lagere rendementen vooral bedoeld zijn voor de hogere kwaliteit van stille wijnen. De opbrengst per hectare voor mousserende wijnen varieert van 100 tot 170 hl/ha en verklaart voor een belangrijk deel waarom de wijnen enerzijds niet heel duur- en anderzijds vaak erg simpel zijn. De schil van de druif is vrij dik en bezit redelijk wat tannine die de wijnen extra structuur en smaak kunnen geven. De zuurgraad is van nature fris te noemen, waardoor de druif ook zeer geschikt is voor mousserende én zoete wijnen. Opvoeding in hout is minder gebruikelijk, omdat het hout vrij snel overheerst; prettiger resultaten geeft opvoeding in staal, cement of klei, waarbij schilcontact wordt aan bevolen.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn

Corona

Corona...

Een wereldwijde ramp voor de totale wijnindustrie dreigt..

Radio, TV en andere media zijn deze dagen gevuld met ronduit dramatische berichten over de desastreuze effecten van het Corona-virus. Omdat lokaal, regionaal en landelijk nieuws nu eenmaal een grotere impact heeft op mensen dat berichten uit landen aan de andere kant van de wereld, zou je bijna vergeten dat de eerste uiterst trieste effecten van de crisis op de wijnbouw op het zuidelijk halfrond nu keihard zichtbaar worden.

Vandaag zag ik berichten uit o.a. Zuid-Afrika waar druiven niet geplukt kunnen worden door een totale lockdown. De gehele oogst dreigt verloren te gaan en dat zal in andere landen niet veel anders zijn. In Australie is men de schade van de bosbranden nog niet eens te boven en hangt Corona als een nieuw zwaard van Damocles boven het hoofd van de wijnboeren. Ook Chili, Brazilie en Argentinie zijn geconfronteerd met Corona-besmettingen en in 2 van de 3 landen worden strenge maatregelen ingevoerd om de gevolgen te beperken (in Brazilie heeft de president alleen aangekondigd snel een einde te willen maken aan de hysterie rond het onschuldig griepje Corona).

Wat zich nu op het zuidelijk halfrond afspeelt, kan zich zomaar verspeiden naar o.a. Europa en Noord-Amerika. Nu al hoor ik van allerlei wijnbedrijven hoe moeilijk het is om personeel in te zetten voor het onderhoud van de wijngaarden, zeker in een land als Italie waar de druk op de samenleving alleen maar toeneemt.

In- en buiten Nederland wordt o.a. de horeca keihard getroffen door de huidige crisis en dit heeft uiteraard grote invloed op de handel. Uit de markt bereiken me signalen dat bestellingen bij producenten en importeurs worden afgezegd, wijnen worden teruggegeven of voorraden onderhands verkocht in een desperate poging om toch enige omzet te genereren.

Wat de resultaten precies zullen zijn is moeilijk in te schatten, maar ze zullen ingrijpend zijn en het louterende effect dat sommigen als een positief nevenverschijnsel zien, is niet meer dan een triest  hersenspinsel, een waardeloze utopie van hen die het echt niet begrijpen.

Ik heb economen (en die meneer in de VS) horen verkondigen dat er zonder bescherming van de economie geen herstel van de crisis mogelijk is en dat ‘collateral damage’ onvermijdelijk is.   

Laten we hopen dat er snel een einde komt aan het menselijk lijden van een ieder die door de Corona crisis wordt geraakt. Voor wijnbouwers op het zuidelijk halfrond lijkt het al te laat en de vrees rijst dat 2020 voor hen als een volstrekt verloren jaar de geschiedenis in.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn

Enologica

Enologica

Boeiende wijnbeurs in Bologna

Sinds enkele jaren staat het centrum van Bologna begin oktober meer dan ooit in het teken van wijn. Tijdens de wijnbeurs Enologica kunnen professionals en particulieren er dan namelijk kennis maken met de veelzijdige wijnwereld uit Emilia-Romagna. Het monumentale Palazza del Re biedt onderdak aan tientallen wijnproducenten uit vrijwel alle wijndistricten die Emilia-Romagna rijk is. Het aanbod aan wijnen is dan ook indrukwekkend en varieert van mousserend tot stil, van wit tot rood en van droog tot zoet. Veel aandacht gaat uit naar de nieuwe generatie hoogwaardige Lambrusco, de toenemende populariteit van de Pignoletto en de verdere ontwikkeling van de Sangiovese uit Romagna. Daarnaast een keur aan onbekende wijnen en druivenrassen en heel veel bezienswaardigheden en talloze gastronomische verrassingen in de stad. En, voor alle zekerheid: in de restaurants in Bologna uiteraard geen ‘spaghetti Bolognese’, want dat bestaat eigenlijk niet. In Bologna eten ze hun wereldberoemde vleessaus met tagliatelle…

Historisch
De wijnbouw in Emilia-Romagna is al duizenden jaren oud, getuige talloze verwijzingen in geschriften uit de Romeinse tijd.  De dichter Vergilius (70 v.Chr. – 19 v.Chr.) schreef in zijn vijfde ‘bucolica’  dat de wilde druif lambrusco er al zeker 2000 jaar bekend was en wetenschapper (en meer) Plinius de Oudere (23/24 – 79 n.Chr.) vermeldde kenmerken van de historische druif in zijn befaamde Naturalis Historia.  Onderzoek van fossiele zaden heeft aangetoond dat de druif inderdaad al 10 tot 20 eeuwen vóór onze jaartelling bestond en aangenomen wordt dat hij mogelijk al 3000 jaar geleden voor wijn werd gebruikt. De lambrusco vinden we voornamelijk in Emilia, dat deel van Emilia-Romagna waar de eetcultuur gebaseerd is op varkensvlees en boter, perfecte partners voor het wat ontstuimige karakter van de druif. In Romagna koesterden de Romeinen juist de eigenschappen van de sangiovese in combinatie met een keuken waarin olijfolie een grote rol speelt. Andere druivenrassen werden ook al in de oudheid genoemd. Zo schreef Marcus Terentius Varro (116 – 27 v.Chr.) in zijn ‘De Re Rustica’ over de aanplant van albana, trebbiano, cagnina en spergola in de Po-vallei. Plinius noemde op zijn beurt ook de ‘Pino Lieto’, wellicht de pignoletto, een druif die hij overigens niet zoet genoeg achtte voor kwaliteitswijnen. Emilia-Romagna was dus rijk aan druivenrassen en kende diverse wijnen met een uitstekende reputatie. Al voor onze jaartelling werd wijn uit de regio zeer gewaardeerd door Lucius Piso Caesoninus, de schoonvader van Julius Ceasar; zijn excessief genieten werd zelfs openlijk bekritiseerd… En Galla Placida (390-450 n.Chr.), dochter van Keizer Flavius Theodosius alias Theodosius(I) de Grote, vond wijn uit Romagna zo goed, dat hij ‘uit goud gedronken zou moeten worden / berti in oro’; de gemeente Bertinoro dankt zijn naam aan dit verhaal.

Druivenrassen
De meeste van de druivenrassen in Emilia-Romagna worden als autochtoon beschouwd, maar enkele zouden een andere oorsprong hebben. Zo wordt van de Fortana, alias Uva d’Oro, gezegd dat hij uit de Côte d’Or zou komen; in de 16e eeuw naar de regio gebracht door Renate van Frankijk, als onderdeel van haar bruidsschat voor haar huwelijk met Ercole II, Graaf van Ferrara. Veel druivenrassen raakten echter in de vergetelheid door de phylloxera-ramp. De wijnbouw kwam vrijwel volledig tot stilstand en als er werd herplant, dan werden ‘makkelijke’ druivenrassen gekozen; resistente rassen met een hoge opbrengst. Onder hen de bombino (bianco) die zo betrouwbaar bleek dat zijn bijnaam ‘pagadebit’ werd; de druif die ‘altijd de schulden betaalt’.

De laatste jaren zien een herontdekking van druivenrassen die de wereld niet of nauwelijks kent, maar een interessante (hoewel niet altijd exclusieve) specialiteiten uit Emilia-Romagna zijn. Onder hen de albana, allionza, ancellotta, barbarossa, besgano bianco, cargarello, centesimino, ciurlese, ervi, forgarina, fortana, lanzesa, malbo gentile, maligia, melara, montù, negretto, ruggine, santa maria, sgavetta, spergola, trebbiano romagnolo, tremarina rossa, uva longanesi, uva tosca en niet te vergeten: diverse variëteiten van de lambrusco.

Enologica
Tijdens de beurs zijn veel wijnen van- of met deze druivenrassen te proeven en dat maakt deze wijnbeurs buitengewoon interessant. Ook de seminars met kookdemonstraties door beroemde chefs in combinaties met verschillende autochtone wijnen zijn de moeite van het volgen waard. Dit jaar wat extra aandacht voor o.a. de Pignoletto* en zoete wijnen uit de regio.  Al met al beleefde ik tijdens Enologica weer de nodige boeiende momenten en was het goed weer bij te praten met producenten als Cantina della Volta, Paltrinieri, Zerbina en Drei Dona. Zij vertegenwoordigen nu eenmaal de absolute top in de regio en het was weer een genoegen om hun wijnen te mogen proeven. Minstens zo blij was ik met diverse wijnen van hun collega’s, waaronder Ceci, Cavicchioli, Cleto Chiarli, Giovanna Madonia, Ermete Medici & Figli, Tre Monti en Venturini Baldini. Met een beetje geluk mogen we later dit jaar ook in Nederland weer genieten van unieke wijnen uit de regio en dan in het bijzonder die uit Romagna tijdens de proeverij ‘Vini di Romagna’, georganiseerd door Heleen Schreuder i.s.m. Erik Paul Kooijmans en het Consorzio Vini di Romagna.

* Aan de Pignoletto besteed ik binnen enkele dagen de nodige aandacht op deze site.

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter
LinkedIn